maar meer nog uit gemis aan
ondernemingsgeest denkt niemand eraan, voor den veldarbeid
machines aan te schaffen, of zelfs een ploeg op wielen te gebruiken.
Men bedient zich voor het ploegen van een boomstam, die door ossen
wordt voortgetrokken, en aan welks uiteind een kromme haak, met een
scherpe ijzeren punt, is bevestigd. Alleen in het Westen, in de buurt der
spoorweglijnen, die loopen tot Angora en Konia, begint men iets te
beseffen van het voordeel, dat verbeterde werktuigen aanbrengen. Daar
treft men boerderijen aan, die eenigszins op europeesche leest zijn
geschoeid, en in het Westen van Tokat worden zelfs varkens gefokt, die
voor de Mohammedanen zorgvuldig worden verborgen gehouden.
Overal elders zijn deze dieren onbekend.
Bij den oogst gaat men ook op zonderlinge wijze te werk. Zeisen zijn
alleen in de omstreken der grootere steden in gebruik; in den regel
bedient men zich van sikkels, die niet scherp genoeg zijn, en waarmede
men de wortels der halmen uittrekt. Al het graan wordt vervolgens op
een grooten leemen dorschvloer in de open lucht uitgespreid, en
hierover trekken ossen een ruwe plank voort, die aan de onderzijde van
een honderdtal puntige steenen is voorzien. Deze wijze van dorschen,
waaraan de boeren zeer gehecht zijn, omdat zij geen groote inspanning
van hen vordert, is natuurlijk zeer tijdroovend en duurt weken
achtereen. En wat door deze behandeling verkregen wordt, is een
mengsel van fijngewreven stroo, zonder een enkelen gaven halm;
steenen en aarde, die aan de wortels zijn blijven hangen, en gepelde,
gekneusde graankorrels. Dit alles wordt op een hoop geworpen, en met
houten schoppen in de lucht gegooid, opdat de wind het kaf van het
koren zal scheiden. Als het graan ten slotte wordt in den handel
gebracht, is het vermengd met stellig een tiende deel vreemde
bestanddeelen, die mede in het brood worden gebakken, daar men
alweder niet de noodige hulpmiddelen bezit om het meel te zuiveren.
Een ding is zeker: de mest van de ossen wordt er niet in aangetroffen;
want de voerman van ieder span zamelt zorgvuldig met eigen hand die
kostbare zelfstandigheid op; geen mensch komt op het denkbeeld, voor
dat doel eenig ander werktuig te gebruiken.
De enkele watermolens, waar zuiver meel wordt gemalen, zijn groote
zeldzaamheden. Alleen de vreemdelingen eten hier trouwens
gerstebrood; de inwoners geven de voorkeur aan somin, een slecht
gebakken, grof, grijs brood; lavach, dat geel en plat is, of een andere
soort, armenische lavach, dunne koeken, die in den tonir gebakken
worden, en vrij smakelijk zijn.
Bij de meer gegoede gezinnen wordt het graan bewaard in groote kisten,
waarin van onderen een luikje is. Van dat graan bereiden zij hun
geliefkoosd gerecht, de beulghour, die echter niet in den smaak van
vreemdelingen valt. Evenals bij de pilaf (de perzische pilau) worden de
graankorrels vermengd met in water gekookte rijst en gesmolten boter.
Deze lekkernij wordt zonder kauwen doorgeslikt, alsof het soep was,
hoewel het volkomen droog is. Pilaf eten alleen de rijke lieden; de
armen slechts bij feestelijke gelegenheden. Aan elken welvoorzienen
disch vormt deze schotel het nagerecht, en men zou den gastheer
beleedigen, indien men niet een lepelvol uit de schaal schepte; want dit
gerecht is het zinnebeeld van het door God geschonken dagelijksch
brood, dat ieder gelijkelijk en zonder aanzien des persoons wordt
toebedeeld.
Rijk is in Armenië wie veel ossen en buffels bezit. De buffels, groote
zwarte dieren, zijn bijzonder sterk, en al hebben zij veel voedsel noodig,
zij zijn dan ook met alles tevreden. Men ziet ze behagelijk
rondwentelen in de modder, en hun honger stillen met planten, die
andere dieren nooit zouden aanraken. Ongelukkig legt de regeering
beslag op het vee, als de bevolking in gebreke blijft, behalve het
twaalfde van den oogst, ook nog de overige belastingen op te brengen.
Ook de Kurden stelen veel van de kudden, waardoor zoowel Christenen
als Mohammedanen zware verliezen lijden.
Vleesch wordt weinig gegeten. 't Is zelfs in de groote steden zeer
moeilijk, een stuk ossenvleesch te krijgen. De dieren arbeiden tot zij
erbij neervallen, en de doode lichamen laat men liggen; zoodat de
honden ze half verslinden, en de overblijfselen de lucht in de omgeving
verpesten. Van de huiden gaat zoodoende veel verloren, en de horens
en beenderen worden niet gebruikt.
Leder wordt vervaardigd van de huiden der runderen, die geslacht
worden voor de bereiding van bastourma, in de zon gedroogd
ossenvleesch, dat met komijn wordt gekruid. Het is verbazend taai, en
heeft een zeer sterken smaak, maar wordt overal in het Oosten als een
groote lekkernij beschouwd. De afval wordt in vet gekookt en vormt
een afschuwelijk mengsel, de kavourma, die ook door de Armeniërs
zeer wordt op prijs gesteld. Om wild geven zij niet, daar zij het niet
smakelijk weten klaar te maken. Wel worden veel vogels gestolen;
maar dan is het toch vooral om de eieren der wilde
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.