bediende gevolgd. Het voornaamste doel zijner reis was
het meer Tchad te verkennen, waarvan hij nog 350 mijlen verwijderd
was. Hij ging toen oostwaarts en bereikte de stad Zouricolo in Burnou,
aan den oever van het meer. Eindelijk bereikte hij na drie weken, den
14den April, twaalf en een halve maand na zijn vertrek van Tripoli, de
stad Ngornou.
Wij vinden hem den 29sten Maart 1851 weder bij zijn vertrek met
Overweg om het koninkrijk Adamaoua, ten zuiden van het meer, te
bezoeken; hij kwam tot aan de stad Yola, een weinig beneden 9°
noorderbreedte. Dit is de uiterste grens door dien stoutmoedigen
reiziger bereikt.
Hij kwam in Augustus te Kouka terug, vandaar doorreisde hij
achtereenvolgens Mandara, Barghimi, Kanem en bereikte de uiterste
grens ten Oosten, de stad Masena, op 17° 20' westerlengte gelegen [3].
Den 25sten November 1752, na den dood van Overweg, zijn laatsten
medgezel, drong hij westelijk door, bezocht Sockoto, stak den Niger
over, en kwam eindelijk te Tombuctoe, waar hij acht maanden lang
moest kwijnen te midden der kwellingen en slechte behandelingen van
den scheik en van de ellende. Maar de tegenwoordigheid van een
Christen in de stad kon niet langer worden geduld, de Fullanahs
dreigden haar te belegeren. De doctor verliet haar dus den 17den Maart
1854, vluchtte naar de grenzen, waar hij drie-en-dertig dagen bleef, van
alles ontbloot, kwam in November te Kano terug--en ging weder naar
Kouka, vanwaar hij, na vier maanden oponthoud, den weg naar
Denham weder insloeg; hij zag Tripoli weder tegen het einde van
Augustus 1855 en kwam den 6den September te Londen terug, alleen
overgebleven van zijne makkers. Dit was de stoutmoedige reis van
Barth.
Doctor Ferguson teekende zorgvuldig op, dat hij tot op 4°
noorderbreedte en 17° westerlengte was gekomen.
Zien wij nu, wat de luitenants Burton en Speke in Oost-Afrika deden.
De verschillende expeditiën, die den Nijl opzeilden, konden nooit aan
de geheimzinnige bronnen van die rivier komen. Volgens het verhaal
van den duitschen geneesheer Ferdinand Werne, ging de reis, beproefd
in 1840, onder bescherming van Mehemed-Ali, niet verder dan
Gondokoro, tusschen de 4° en 5° noorder-parallel.
In 1855 vertrok Brun-Rollet, die tot consul van Sardinië in oostelijk
Soedan benoemd was, in plaats van Vaudey, die ter dood was gebracht,
van Karthoum en kwam, onder den naam van Yakoub, handelaar in
gom en ivoor, te Belenia, beneden den 4den graad en keerde ziek naar
Karthoum terug, waar hij in 1857 stierf.
Noch doctor Peney, chef van den geneeskundigen dienst in Egypte, die
op een kleine stoomboot een graad zuidelijker kwam dan Gondokoro
en van uitputting te Karthoum stierf--noch de Venetiaan Miani, die, de
watervallen ten zuiden van Gondokoro gelegen omtrekkende, de
tweede parallel bereikte--noch de Maltezer koopman Andrea Debono,
die zijn uitstap naar den Nijl nog verder voortzette, konden de
onoverschrijdelijke grens overkomen.
In 1859 begaf Guillaume Lejean, door het fransche gouvernement met
eene zending belast, zich naar Karthoum, langs de Roode Zee, scheepte
zich op den Nijl in met een-en-twintig man equipage en twintig
soldaten, maar hij kon niet verder komen dan Gondokoro en liep de
grootste gevaren te midden der negers, die in vollen opstand waren. De
tocht onder het bestuur van d'Escayrac de Lauture beproefde eveneens
aan de befaamde bronnen te komen.
Maar die noodlottige eindpaal hield altijd de reizigers terug; de
afgezondenen van Nero hadden eertijds den 9den graad noorderbreedte
bereikt; men vorderde dus in achttien eeuwen slechts 5 of 6 graden, dat
is 300 à 360 geographische mijlen.
Verscheidene reizigers beproefden de bronnen van den Nijl te bereiken,
door van een punt op de Oostkust van Afrika te vertrekken.
Van 1768 tot 1772 vertrok de Schot Bruce van Masuah, eene haven van
Abyssinië, doorreisde Tigré, bezocht de puinhoopen van Axum, zag de
bronnen van den Nijl, waar zij niet waren en verkreeg geen enkel
belangrijk resultaat.
In 1844 stichtte doctor Krapf, een anglikaansch zendeling, eene
nederzetting te Monbaz op de kust van Zanguebar en ontdekte, in
gezelschap van den eerwaarden Rebmann, twee bergen op driehonderd
mijlen afstands van de kust; het zijn de bergen Kilimandjaro en Kenia,
die de heeren de Heuglin en Thornton gedeeltelijk hebben beklommen.
In 1845 ontscheepte de Franschman Maizan alleen te Bagamayo,
tegenover Zanzibar en kwam te Deje-la-Mhora, waar het opperhoofd
hem onder de wreedste martelingen deed sterven.
In 1859, in Augustus, bereikte de jonge reiziger Roscher van Hamburg,
met eene karavaan arabische kooplieden vertrokken, het meer Nyassa,
waar hij in den slaap werd vermoord.
Eindelijk werden in 1857 de luitenants Burton en Speke, beiden
officieren in het leger van Bengalen, door het Aardrijkskundig
genootschap van Londen gezonden, om de groote afrikaansche meren
te onderzoeken; den 17den Juni verlieten zij Zanzibar en richtten zich
westwaarts.
Na vier maanden ongehoord lijden, nadat hunne bagage geplunderd en
hunne dragers gedood waren, kwamen zij te Kazeh, middelpunt van
vereeniging der handelaars en karavanen;
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.