Van Schooljongen tot Koning | Page 7

A. Bertrand

"niet bang zijn; rustig blijven." Daarna haakte hij de lijn los, legde Rob
op een klein platform, dat onder aan een bol was bevestigd die op een
luchtballon leek, nam zelf plaats op een soort stuurstoel, die zich aan
het uiteinde van het platform bevond, en draaide snel een houten kruk
eenige malen om. Onmiddellijk daarna schoot de geheele toestel met
fabelachtige snelheid omhoog, zoo snel dat Rob den wind langs zijn
ooren voelde suizen. Rob was wel een beetje verschrikt, maar hij was
nog al niet bang van aard, en de manier waarop zijn ontvoerder hem
met kalme, heldere stem had aangemaand rustig te blijven, boezemde
hem zulk een vertrouwen in, dat hij weldra zijn bedaardheid terug
voelde keeren. Met open oogen lag hij rond te kijken; hij vond de snelle
beweging en de frissche wind die langs zijn gezicht streek niet
onaangenaam. Wel kon hij zich geheel niet bewegen, want zijn geleider
had ook een ring om zijn beenen gesloten, maar hij bemerkte dat zijn
boeien hem geheel geen pijn deden, en waarschijnlijk met een zachte

stof gevoerd waren. Ook begon hij het reisje wel romantisch te vinden,
en stelde hij zich al de verbaasde gezichten van zijn kameraden voor als
zij van zijn geheimzinnig verdwijnen zouden hooren.
Na enkele minuten zeer snel gestegen te hebben, draaide zijn geleider
weer aan de kruk, en de ballon bleef onbewegelijk hangen. Naar
beneden ziende, bemerkte Rob dat hij zich boven een dikke wolkenlaag
bevond, die de aarde aan zijn oog onttrok. De zon scheen vroolijk, en
kleurde de wolken met roze en gele tinten, zoodat ze een geheel ander
aanzien kregen dan men van beneden af gewoon was waar te nemen;
een paar vogeltjes kwamen op den rand van het platform zitten en
kwinkeleerden vroolijk; de heldere hemel boven de luchtschippers was
zoo diep en glanzend blauw als men dat in onze noordelijke landen
zelden of nooit waarneemt.
De man aan het roer opende een klein deurtje in den bodem van het
platform, en bracht een flesch, een glas, een bord en een doos van
eigenaardigen vorm en uit een paarlmoer-achtig metaal vervaardigd, te
voorschijn. Uit de flesch schonk hij een blauwe vloeistof in, terwijl hij
uit de doos een paar roodgekleurde rolletjes nam en die op het bord
legde. Ofschoon Rob kort geleden stevig ontbeten had, voelde hij nu
opeens een prikkelenden honger, en hij liet zich dus ook niet lang
nooden, toen zijn geleider een van zijn handen vrijmaakte, en tot hem
zei:
"Eet en drink iets. In deze hooge lucht krijgt men gauw honger."
Het zag er vreemd uit: die blauwe vloeistof en dat roode voedsel. Maar
de stem van den geheimzinnigen stuurman klonk weer zoo vriendelijk
en vertrouwenwekkend, dat Rob geen oogenblik aarzelde. Hij at en
dronk, en de uitwerking was hoogst merkwaardig. De drank had het
prikkelende en opwekkende van champagne, zonder de benevelende
eigenschappen daarvan; de kleine roode broodjes deden aan pasteikorst
denken, maar waren lichter en brosser, en toch voelde Rob zich na ze
gegeten te hebben zoo verzadigd en versterkt alsof hij een voedzaam
maal genoten had. Toen hij gereed was en zich weer heelemaal op zijn
gemak voelde, vroeg hij:

"Wat gebeurt er eigenlijk met me?"
De man met het masker antwoordde:
"Voorloopig kan ik je geen enkele inlichting geven. Vraag dus niets. Ik
zal je boeien losmaken, maar wees zoo verstandig en blijf rustig zitten.
Ontvluchten is natuurlijk onmogelijk, doe dus ook geen poging om mij
te bemoeilijken."
Rob beloofde dat hij in alles gehoorzamen zou. Toen deed de man ook
den band van zijn voeten af, en Rob ging rechtop zitten. Zijn geleider
schoof nu het masker opzij, en Rob keek in een flink, mannelijk gezicht,
waarin de donkere oogen scherp en helder schitterden. Om den mond
lag een ernstige, vastberaden trek.
"Schrik niet," zei de stuurman, "ik zal een signaal geven."
Hij opende een klepje in een buis, die zich naast de stuurkruk bevond,
en nu deed zich een zwaar, doordringend geluid als van een misthoorn
hooren. Na ongeveer een minuut werd dit signaal van uit de verte
beantwoord, en de stuurman sloot de klep. Weldra zag Rob uit de
wolkenmassa een donker gevaarte naderen, het nam snel in omvang toe,
en hield vlak naast het schuitje waarin Rob zich bevond stil. Nu zag
Rob, dat zich boven het kolossale luchtschip een aantal
vleugelschroeven bevond, die snel ronddraaiden, en hij begreep dat
deze dienden om den winddruk te neutraliseeren en het schip zwevende
te houden. Op dergelijke wijze was het ook mogelijk geweest het
"schuitje," zooals Rob het bij zichzelf noemde, bijna onbewegelijk op
dezelfde plaats te doen blijven.
Het luchtschip, waarop Rob nu overstapte--nadat hij met verbazing
gezien had, hoe zijn geleider met enkele weinige handbewegingen de
ballon van het schuitje deed leegloopen en daarna den geheelen toestel
opvouwde
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 138
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.