er op
gehamerd, en het gevolg was geweest dat 't ding, waarin zich nog een
overblijfsel van het springmiddel had bevonden, plotseling met een
hevigen slag was ontploft. Rob had vrij ernstige brandwonden aan
gezicht en handen gekregen, zijn haren en wenkbrauwen waren
geschroeid, en 't had maar weinig gescheeld of hij zou er een oog bij
verloren hebben. Natuurlijk had zijn voogd hem onder handen
genomen, en hem streng verboden ooit weer iets op te rapen waarvan
hij vermoeden kon dat het zulk een gevaarlijken inhoud bezat.
Rob had dit verbod op zijn manier opgevat, en bracht het in practijk
door voortaan nooit iets van zijn vondsten te vertellen. Toen hij dan
ook thuis kwam, bracht hij het doosje dadelijk op zijn kamer, en eerst 's
avonds in bed begon hij bij kaarslicht zijn buit te onderzoeken. Hij
bleek een blank stalen doos in den vorm van een boek te pakken te
hebben, ongeveer 20 cM lang, 15 cM breed en 3 cM dik. Langs een der
lange zijden liep een stalen draad, waarmee de doos klaarblijkelijk
gesloten werd gehouden. Daar de draad aan beide uiteinden tegen de
doos was vastgesoldeerd, trachtte Rob het soldeer in de kaarsvlam te
doen smelten. Dit lukte echter niet, en daar Rob door de treurige
ervaring van den afgeloopen zomer wel wat huiverig was gevonden
voor proefnemingen met vuur, stapte hij zijn bed uit en scharrelde in
zijn timmerkist een nijptang en een vijl op. Met behulp van deze beide
werktuigen gelukte het hem den draad te verbreken, en nu ging de doos
zonder veel moeite open. De inhoud bleek uit drie bladen perkament te
bestaan, althans uit bladen van een zeer taaie, geoliede papiersoort. Het
eerste blad was blanco, de beide anderen waren met diepzwarten,
glanzenden inkt beschreven. Op het eene bevonden zich niets dan
cijfers; het andere bevatte de volgende regels:
Kroonjuweelen £1000.000 15 October Green-eiland 20 October Dover
Huur hoek Longmanstreet 2610 en 2612 Advertenties en
aanplakbiljetten.
De beteekenis van deze zinnen was voor Rob totaal onverstaanbaar. Hij
begreep echter wel, in verband met het vreemde gedrag der beide
mannen, die de metalen doos verloren hadden, en ook omdat dit
document zoo stevig was verpakt, dat hij vermoedelijk met
aanteekeningen te doen had, die voor den eigenaar van groote waarde
waren. Zijn levendige fantasie spon een ganschen roman om de drie
perkamenten bladen, en toen hij, moe gekeken op de geheimzinnige
woorden, die hij te vergeefs met elkaar in verband trachtte te brengen,
ten slotte in slaap was gevallen, droomde hij voortdurend van alle
wonderverhalen die hij in zijn leven gelezen had. Hij was er van
overtuigd dat hij een zeer belangrijke vondst had gedaan, die hem
misschien op het spoor van een samenzwering of een andere
avontuurlijke onderneming zou brengen.
Den volgenden morgen verborg hij de doos in den binnenzak van zijn
jas, voornemens om na schooltijd een kameraad in het geheim te nemen
en met diens hulp het document eens aan een nauwkeurig onderzoek te
onderwerpen.
Rob vermoedde weinig, dat hij niet lang ongestraft in het bezit van het
gevondene zou blijven. Toen hij den vorigen avond naar huis ging, was
een der mannen, die het kistje hadden laten liggen, hem gevolgd; voor
de deur van zijn woning had deze een eigenaardig gefluit doen hooren,
en kort daarna zweefde een donker voorwerp boven het huis, en bleef
daar gedurende den geheelen nacht, door niemand opgemerkt, hangen.
Hoe het verder met Rob toeging, weten we, en we hebben dus nu na te
gaan waar hij te land kwam, toen hij door die onverklaarbare
aantrekkingskracht van de aarde werd opgeheven.
DERDE HOOFDSTUK.
OP HET LUCHTSCHIP.
Rob komt aan boord van "De Vogel".--Hij wordt vriendelijk ontvangen
en vindt een fraaie logeerkamer voor zich ingericht.--Hij leert het leven
aan boord kennen.--De eerste dag valt hem niet tegen.
Zij, die twee jaar geleden meenden gezien te hebben dat Rob van het
dak van den Stadsschouwburg door een man, die zich daar verborgen
hield, omhooggehaald werd, kunnen er zich thans op beroemen dat hun
getuigenis voor den rechter van instructie de waarheid het meest nabij
kwam. Want inderdaad kwam de gang van zaken ongeveer daarop neer.
Het bolvormige voorwerp, dat gedurende den nacht boven het huis van
den heer Hartog had gezweefd, had zich tegen den morgen tot boven
het dak van den Schouwburg verplaatst, waar het onzichtbaar bleef
voor de voorbijgangers. Toen Rob langs kwam, werd een metalen lijn
uitgeworpen, die ondanks zijn uiterste dunheid geheel onbuigbaar was,
en aan welks uiteinde een cirkelvormige band was bevestigd, die over
Rob's hoofd heengleed en daarna vast om zijn armen en zijn middel
werd dichtgetrokken. Boven op het dak gekomen, werd Rob door een
man, in een nauwsluitend zwart pak zonder eenige versiering gekleed
en met een zwart masker voor, in ontvangst genomen. Deze zei alleen:
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.