onder den invloed stond van de twee schrijvers Sterne (Sentimental Journey) en T?pfer (Bibliothèque de mon Oncle). Hoofdzakelijk zijn het de twee laatste deelen, die mij nu niet meer bevallen. Behalve een verward mengsel van waarheid en fantasie, is het tevens een onwaar boek, waarin ik iets voorstel als gewichtig en goed, dat ik in dien tijd noch goed, noch gewichtig vond, n.l. mijne democratische richting. Ik hoop, dat wat ik nu ga schrijven beter en hoofdzakelijk nuttiger voor anderen zal zijn. [4]
EERSTE DEEL.
EERSTE HOOFDSTUK.
DE VOOROUDERS VAN LEO TOLSTOI VAN VADERSZIJDE. [5]
De graven van Tolstoi zijn van een oud adellijk geslacht, dat volgens de genealogen afstamt van den heiligen Indriss, die in 1353 met twee zonen en een leger van 3000 man naar Tschernigoff trok. Hij liet zich doopen, ontving den naam Leontii en werd de stamvader van eenige adellijke families. Zijn achterkleinzoon, Andrei Charjitonowitsch, verhuisde van Tschernigoff naar Moskou, ontving van grootvorst Wassilii Tjenni den achternaam Tolstoi, en was de stamvader van de Tolstoi's. (Volgens den graaflijken stamboom van het geslacht Tolstoi is Leo Nikolajewitsch een nakomeling van Indriss in den tweeden graad). [6]
Een van zijn nakomelingen, Peter Andrejewitsch Tolstoi, diende in 1683 als Stolnik (een hoveling die het oppertoezicht heeft over de tafel, enz.) aan het hof en was één van de hoofdleiders van den opstand der Strelitzen. De val van de Tsarina Sophie dwong Tolstoi zijn bakens te verzetten en naar de partij van Tsaar Peter over te gaan. Deze hield hem echter steeds op een afstand en het duurde een langen tijd voor dat Peter Andrejewitsch het vertrouwen van den Tsaar mocht winnen.
Daarvan vertelt men het volgende.
Eens, bij een woest drinkgelag, behaagde het den Tsaar Tolstoi zijn grooten pruik van het hoofd te rukken. Hij sloeg hem er mee op den kalen schedel en sprak: "Hoofdje, hoofdje, als jij niet zoo verstandig waart, dan had men je reeds lang van den romp gescheiden."
Zelfs de groote militaire verdiensten van Tolstoi, in den tweeden strijd om Azoff, konden het wantrouwen van den Tsaar niet overwinnen.
In 1697 zond Tsaar Peter eenige vrijwilligers naar het buitenland in de leer. Tolstoi, toen reeds een man van rijperen leeftijd, bood aan er heen te gaan, ter bestudeering van het zeewezen. Tevens stelde hij zich volkomen op de hoogte van de West-Europeesche cultuur. In 't eind van 1701 werd Tolstoi benoemd tot gezant te Constantinopel, een gewichtige maar moeilijke post. Ten tijde van de verwikkelingen van 1710-1713 zat hij tweemaal op het "slot met de zeven torens" gevangen. Daarom voeren de graven Tolstoi een wapen waarop dit slot is afgebeeld.
In 1717 bewees Tolstoi den Tsaar een grooten dienst, waardoor hij voor goed bij dezen in de gunst kwam.
Op korten afstand van Napels, waarheen Tolstoi was gezonden, ligt het kasteel Sint-Elmo. Daar hield zich in dien tijd de Tsarewitsch Alexei met zijne vriendin Eufrosyne verborgen. Met behulp van die vrouw gelukte het Tolstoi, door ruwe bedreigingen en valsche beloften, den Tsarewitsch te bewegen naar Rusland terug te keeren. Zijn werkzaam aandeel in het gerechtelijk onderzoek, de zittingen van de geheime rechtbank en de, op bevel van den Tsaar, heimelijke voltrekking van het doodvonnis (met medewerking van Roemjantseff, Oeschakoff en Boetoerlin) bezorgden hem eene belooning. Hij kreeg eenige landgoederen ten geschenke en werd benoemd tot chef van de geheime kanselarij, waar juist zeer veel te doen viel wegens oproer en gisting onder 't volk, veroorzaakt door den dood van den Tsarewitsch Alexei.
Tolstoi was in dien tijd een van de personen die zich steeds in de onmiddellijke nabijheid van den Tsaar bevonden, en die het meest door hem werden vertrouwd.
Door de zaak met den Tsarewitsch kwam hij ook in nauwere aanraking met Keizerin Catharina. In vereeniging met Menschikoff werkte hij krachtig mede aan hare troonsbestijging, waarvoor hij op den kroningsdag beloond werd met den titel van graaf, en naderhand veel gunsten bleef genieten. Onder de regeering van Peter?II, een' zoon van den vermoorden Tsarewitsch, was zijn val echter onvermijdelijk. Zonder dat er met zijn hoogen leeftijd rekening werd gehouden (82 jaar), werd Peter Tolstoi in het Solowetski-klooster gevangen gezet, waar hij niet lang daarna, in 1729, overleed.
Er bestaat nog een dagboek met aanteekeningen van Tolstoi's buitenlandsche reis van 1697 tot 1699, een karakteristiek staaltje van den indruk, dien een Rus uit den tijd van Peter den Groote van West-Europa kreeg. In 1705 stelde hij een geschrift samen, handelende over de Zwarte Zee. Bovendien zijn van hem twee vertalingen bekend: De Metamorphose van Ovidius en De Regeering van den Turkschen Staat.
Tolstoi had een zoon, Iwan Petrowitsch, president van de rechtbank, die tegelijkertijd met hem in de gevangenis werd gezet, waar hij spoedig na zijn vader overleed.
Reeds onder de regeering van Elizabeth Petrowna, 26 Maart 1760, werden de nakomelingen van Peter Tolstoi in hunne graaflijke waardigheid hersteld en wel in de persoon van zijn kleinzoon Andrei Iwanowitsch, den
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.