zeer bekwaam zeeman, en een knap mathematicus; hij was krachtig gebouwd, vol energie en had een goed karakter; jammer genoeg was hij aan den drank verslaafd, en het losbandige leven, dat hij te Zanzibar leidde, zou hem weldra noodlottig worden.
Toen ik met mijne inkoopen klaar was, moest ik nog twintig man aanwerven, die mij tot geleide moesten dienen, en hen wapenen en uitrusten. Johari, de tolk van het consulaat, sprak mij over enkele inlanders, die Speke op zijne reis hadden vergezeld. Het scheen mij een groot voorrecht toe, indien het mij mocht gelukken, menschen in mijne dienst te krijgen, die met de europeesche gewoonten en manieren bekend waren, en die misschien andere geschikte personen zouden overhalen om met hen te gaan. Vooral had ik aan Bombay gedacht, den trouwen hoofdman van het geleide van Speke. Met behulp van Johari, slaagde ik er in weinige uren in mij te verzekeren van Oeledi, den voormaligen bediende van Grant; van Oelimengo, Barati, Mabroeki, den bediende van Burton, en van Ambari, die alle vijf deel hadden uitgemaakt van het gevolg van Speke. Bombay, de aanvoerder van het geleide, bezorgde mij bovendien achttien vrijwilligers, die, zooals hij verzekerde niet zouden wegloopen, en voor wier trouw hij instond. Het waren mooie, welgevormde mannen, die er veel verstandiger uitzagen, dan ik ooit van wilde Afrikanen had verwacht. Hunne maandelijksche bezoldiging werd op drie dollars bepaald; ieder van hen ontving een musket, een kruidhoorn, een zak met kogels, een bijl, een mes, en de noodige ammunitie voor tweehonderd schoten.
Ik ontveinsde mij geene enkele der vele moeilijkheden en bezwaren, aan mijne onderneming verbonden, en beijverde mij zooveel mogelijk, maatregelen te nemen om die moeilijkheden en bezwaren, die ik kon vermoeden dat mij wachtten, te overwinnen. Als ik, aan den oever van het meer Tanganjika gekomen en den overkant voor mij ziende, eens werd opgehouden door den onwil van een of ander opperhoofd of de luimen van een Arabier? Moest ik daarvan afhankelijk zijn? Om dit te voorkomen kocht ik twee booten; de eene, waarvoor ik tachtig dollars betaalde, kon twintig personen bevatten, met de noodige koopwaren; in de andere konden zes personen met hunne bagage gemakkelijk plaats vinden. Ik nam die vaartuigen uit elkander, en behield alleen het geraamte; de rest verdeelde ik in pakken, die niet meer dan acht-en-zestig pond wogen. De houten bekleeding werd vervangen door een bekleedsel van stevig, geteerd, dubbel zeildoek: eene uitvinding van John Shaw, die bij dit werk eene groote handigheid aan den dag legde.
Ik verbeeldde mij dat een kleine kar, geschikt voor de bijkans onbegaanbare wegen des lands, ons heel goed te pas zou kunnen komen. Zoo een ezel honderd-veertig pond kon dragen, was het toch waarschijnlijk, dat hij het dubbele van dien last zou kunnen trekken: zoo doende zouden vier mannen zijn uitgewonnen. Of ik goed gezien had, zal later blijken.
Toen ik, nadat al deze voorbereidende werkzaamheden waren afgeloopen, die lange reeksen van balen en zakken, van kisten en valiezen, die tenten, die stapels van goederen van allerlei aard overzag, stond ik een oogenblik versteld over mijne eigene stoutmoedigheid. Hoe zou ik deze gansche massa door de woestijn vervoerd krijgen, die zich van de kust tot aan de groote binnenlandsche meren uitstrekt?--Komaan! zeide ik bij mij zelf, geen moed verloren! Handen uit de mouwen en aan het werk! Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad; loopen wij niet vooruit op den morgen. Het maximum van vracht voor een drager is zeventig pond; aangenomen dat die rommel daar elfduizend pond weegt, dan heb ik zoo wat honderd-zestig dragers noodig. Ik moet zien die te krijgen. Te Bagamoyo zijn ze te vinden: alzoo naar Bagamoyo.
Eene laatste onaangenaamheid wachtte mij nog bij de betaling mijner rekeningen. Laat ieder, die te Zanzibar komt, zorgen dat hij baar geld bij zich heeft. Credietbrieven, wissels, banknoten, mandaten, wat ook, niets wordt hier aangenomen, zonder eene korting van twintig tot dertig percent per dollar; en dan nog kost het de grootste moeite uw papier kwijt te raken. Eindelijk was toch ook dit afgeloopen. Mij restte nu nog slechts de Europeanen te bedanken, die mij hunne hulp en medewerking hadden verleend, en afscheid te nemen van zijne hoogheid den sultan, die mij een arabisch paard ten geschenke had gegeven en mij ook op andere wijze zijne goede gezindheid had betoond. Hij gaf mij nu aanbevelingsbrieven mede voor zijne ambtenaren langs de kust, en ook een firman gericht aan alle Arabieren, die ik onder weg zou ontmoeten.
Mijn laatste bezoek was aan den heer Goodhen, een amerikaansch koopman, sedert geruimen tijd te Zanzibar gevestigd, en die mij, bij het afscheid nemen, een bruinen vos ten geschenke gaf, een echt raspaard, van de Kaap afkomstig, en dat minstens vijftienhonderd gulden waard was.
Den volgenden dag, 5 Februari, negen-en-twintig dagen na onze komst op het eiland, lagen vier daous, arabische barken, ten anker
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.