Sprotje heeft een dienst | Page 5

M. Scharten-Antink
maar dit was al een bizonder mal exemplaar, zooals zij daar stiekem zotte gezichten stond te trekken en 'r mond niet open dorst te doen; zijn knechtje, dat herinnerde hij zich nu, had hem verteld, dat dit kind "Sprot" heette.
Twee dagen later was Marietje niet aan het avondeten; toen de moeder en Ant en Sien al bijna klaar waren, kwam zij thuis, schutterig, in haar mooie blauw katoenen japon en met haar mooiste galgenschort voor. Ze zei niets, keek blo? en heet en er was iets van bedwongen leven over haar wezen.
De moeder, al haar gedachten nog bij een twisterig gesprek over Sien's vrijer, vroeg alleen, ontevreden:
"Waar kom jij vandaan? Kun je nog later komme?"
Maar Ant, die Sprotjes ingehouden-opgewonden gezicht zag en hoe dat nu stug tezaam trok, zei troostend:
"Allé, meid, wat mankeert je?...."
"Heere bewaar ons!" giechelde Sien, "kijk die d'r blommen 's buiten zetten vandaag!"
En toen de moeder opeens uitvallen: "Wat weerlicht! Wat mot je met die goeie jurk?"
"Hè 'k toch zelf van 't naaie gekregen," beet het kind vinnig terug; "'k ken me jurk toch antrekken as 'k wil...."
"En ik zeg, dat je 'm uit doet, kwaad nest!" stoof de vrouw op.
't Kind ging de keuken uit; toen ze terugkwam met 'r jurk nog aan, maar met een bonte schort erover, waren de drie alweer in hun rommelig moeite-gesprek terug.
Sprotje, zonder een woord, begon haar avondbrood te eten; twee roode vlekken gloeiden onder de neere oogen en zij keek geen enkele maal op.
"Nou, en al zeuren we der nog een uur over," zei Sien, "z'n vader wil het niet, hè?.... kan ik er wat aan doen?"
"Al willen ze jou dáár niet, hij ken hier komme," herhaalde de moeder voor de zooveelste maal haar eind-oordeel in al die twisten. "Hij ken z'n pooten wel 's bij jouw familie over den drempel zetten," verontwaardigde zij zich nog, "we hebben hier de schurft niet!"
"Z'n pooten!" zei Ant; "most ie hooren!.... hij het altijd bottines aan, af t'ie zoo van de dansles komt!"
En dat bracht Sien onbedaarlijk aan 't lachen.
De moeder stond op en schonk koffie bij.
Ze zag toen, dat Sprotje zich niet verkleed had.... maar tegelijkertijd ontmoette haar blik den blik van Ant, die met een eigenaardige uitdrukking juist van het stil voor zich kijkende kind omhoog ging, en in hun beider oogen kwam iets welgevalligs, of ze elkaar beduiden wilden, dat Merie toch nog wel wat leek, zoo in 'r nette groote-menschenkleeren.
"Rare sijs," mopperde de vrouw alleen, goelijk.
En plotseling, met een fellen blik van boven haar bord òp en de tafel rond, zei het kind luid en duidelijk:
"'k Heb een dienst!"
Even bleef het stil.
"Wel God nog en toe!" kwam de moeder, beduusd door de wonderlijke manier, waarop zij het te hooren kreeg.
Maar Ant en Sien tegelijk aan 't vragen:
--Wat?.... een dienst?.... waar?.... bij wie?.... hoe was ze daar an gekommen?.... wat kon ze verdienen?....
"En God nog en toe," zei de moeder voor de tweede maal.
Achterop haar stoel, de handen wijs-bezadigd over elkaar op den buik, zat het kind, en zij keek beurtelings de drie vrouwen aan met een wonderlijken blik van hoovaardigheid en achterdocht. Ze had een verholen-heerlijk meerderheids-gevoel over haar geheim en een vijandigheid tegelijk tegen die anderen, die wel nooit iets voor haar gedaan zouden hebben....
"'k Hoef het nog niet eens te vertellen," dacht ze, maar ze zei toch:
"Een dienst uit de Advertentiebode.... bij meester Jonkers,.... de volle kost.... en twaalf stuivers in de week."
"Wat een aap!" schreeuwde Sien.
Doch de moeder kwam toegeschoten:
"Meester Jonkers?.... uit de drie Alleetjes?.... en de volle kost?.... middageten ook?.... en slapen?.... en twaalf stuivers in de week?"
Toen het kind dat alles b?aamde, werd de vrouw nog even kwaad:
--O! en huurden die menschen een meissie maar zoo, buiten de moeder om? hadden die met de moeder soms niks uit te staan?
"Ja...." zei het kind, "de juffrouw vroeg, of u van avond niet eris even an zou kunne komme."
Toen knikte de vrouw van voldaan te zijn, en Ant zei:
"'t Hei je kranig gedaan, Merie!"--
"Sprotje, me dotje!" relde Sien; maar de moeder en Ant vonden, dat er nou volstrekt niet geplaagd behoefde te worden, en ze vroegen nog honderd dingen; er kwam geen eind aan.
In haar zelfde oud-wijze houding van gevouwen handen over den buik zat het kind achter op haar stoel, voor het eerst van haar leven zich een vrij en gelijk-op mensch voelend met de anderen mee. Uiterlijk was ze wel kalm, maar zij popelde van opgewondenheid en blijdschap.
"Lekker, een dienst," zei ze eens, maar stil, als voor zich zelf alleen.
"Echt!".... zei ze nog eens.
"As 'k had motte wachte, dat een ander wat vond, ha'k lang kenne wachte," zei ze op het laatst, het eenige verwijt, dat ze te uiten dorst.
Dien avond, tegen negenen, ging vrouw Plas naar de Drie Alleetjes, om te praten over het in-dienst-komen van 'r meissie.
"Zal je je Zondagsche jak
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 32
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.