Sprotje heeft een dienst | Page 8

M. Scharten-Antink

petroleumstel en twee kleine.
--Gek.... dacht ze, zoue ze daar op koken?.... as je daar 'ns 't water voor

de wasch op most warmen.... Maar ze was te veel overstuur om te
moeten lachen.
Toen er onverwachts en haastig een meisje in de keuken kwam,
spalkten Sprotjes beverige lippen in een grijnsje tot over het bloedarme
tandvleesch vaneen.
Het was een aankomend meisje met een zwart plooi-rokje tot aan den
schoenrand en een rood mousselinen blousje; spotachtig verbaasd keek
die de keuken in.
"Wat een mooi meisje," schrok Sprotje.
Het meisje vroeg, of "Marie" even bij moeder kwam, dáár, in de
kamer....
Als zij weer de gang in ging, zag Sprotje de dikke aschblonde vlecht,
die met een zwart-en-wit geruit lint boven aan den nek was
dubbelgebonden.
"Wat een mooi meisje!" dacht zij nog eens;--die rokplooien hingen of
ze er voor vijf minuten pas ingestreken waren en die vlecht was zoo
keurig, geen haartje zat er dwars....
En toen zij, wat soezerig van bedremmeldheid, nog aarzelde om te gaan,
kwam even later de jongen met de bril zijn bolbleeke gezicht om de
kamerdeur steken. "Moe roept," zei hij alleen, met een
kwajongensachtige bazigheid.
Schielijk zette Sprotje haar pakje goed op de keukenstoel. Toen stond
zij in de kamer. Zij stond voor een groote, ronde tafel, waarachter een
kindje zat in een kinderstoel, terwijl de juffrouw bezig was kopjes te
wasschen in een hel-roode teil.
"Zoo....dag Marie!" zei die.
Sprotje ontstelde. Wat de Juffrouw bleek zag! wat ze diepe blauwe
strepen onder de oogen had!

Het vrouwtje was den vorigen avond tot ver over tienen nog aan 't werk
geweest om alles knap te hebben tegen dat het nieuwe meisje kwam.
Zij was niet uitgerust, haar rug brandde. Maar ze had toch heel prettig
en vriendelijk gegroet.
"Dag Juffrouw," zei Sprotje heesch terug.
Zij keek, kleurde, keek weer; dan voelde zij plotseling haar gezicht mal
vertrekken, want ze had met een scheut van schrik gezien, dat de
Juffrouw het vreemd vond zoo aangestaard te worden. Toen keek zij
naar het kleine kind, dat zoetjes in zijn tafelstoel met een paar kurken
zat te spelen.
De lage, vierkante kamer had openslaande glazen deuren op een kleine,
geelhouten waranda; de deurhelften stonden aan en er klonk onderdrukt
gelach. De jongen met de bril was buiten en een eender meisje als wat
daar juist in de keuken kwam, maar kleiner alleen....Sprotje had die
twee nog niet opgemerkte...
En door het gesmoorde lachen niet meer zachtjes kunnende praten, zei
het roodgebloesde meisje op de waranda, plotseling in een
giechelig-hoogen overslag heel duidelijk sprekend, tegen den jongen
met den bril:
--'t Is de gekste die we nog gehad hebben!"
Sprotje voelde dadelijk dat het haar gold en haar schaamtekleur
verschoot tot een grauwig wit.
"Christien!" had de moeder gewaarschuwd. Ongeduldig gaf zij haar een
wenk, om de kopjes verder te komen wasschen. Maar het meisje, wat
verlegen dan toch, mompelde iets van nog lessen leeren en ging haastig
de kamer door en weg.
Toen veegde juffrouw Jonkers haar handen aan den theedoek droog, lei
den doek over den rooden bak, om haar waschwater warm te houden,
en zei:

"Kom, Marie, 'k zal je eerst het huis eens laten zien en je je werk
wijzen."
Zij beurde het kleine kind, dat gauw met elk handje een kurk redde, uit
den stoel, heesch het op den arm en montertjes ging zij Sprotje voor.
"Zoo...." zei ze in de keuken, toen zij het pakje goed zag liggen, "zoo,
zijn dat je spullen?"
Zij toonde geen verwondering over de geringheid van den omvang; zij
was geen meisjes gewend, die met een koffer of een kastje kwamen; als
ze een behoorlijke verschooning hadden, was zij al blij.
Zij gingen naar de slaapkamer voor-aan-straat, waar een afgehaald bed
stond bij een dubbel raam met horren erin....zij keken in 't smalle
studeerkamertje aan den anderen kant van de gang, waar juist, zijn
geelbruine overjas al aan en een dophoed op, een gedrongen mannetje
met een grijzend-rooden baard een stapel schriften van de rieten
hoektafel nam en wegging.... Zij kwamen nog eens in de keuken, keken
in de twee kastjes: hier stond dit en daar stond dat.... Sprotjes hoofd
werd heet en duizelig van al wat de Juffrouw zei: den grond opnemen,
en de trap vegen, en 's middags aardappelen schillen, maar nu vandaag
voor elven, en de petroleumstellen vullen, en Vrijdags schuren....
--Tjee, tjee.... dacht het kind,--hoe moest ze dat allemaal onthouden!
Maar ze was niet bang en ze vond het niet naar; zij merkte zelf met
verbazing op, dat zij iets zeer prettigs ervoer. Zij drong maar al vlak
achter en naast de Juffrouw-met-het-kind-op-den-arm, en keek en
luisterde en probeerde te onthouden wat ze kon.
--"De Juffrouw was een lief mensch!" meende ze. Ze zou nog wel een
uur zoo hebben willen rondloopen en ze
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 33
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.