Sprotje heeft een dienst | Page 7

M. Scharten-Antink
hulp van kreeg en
waaraan ze klein Wilmpje nog geen kwartier dorst toe te vertrouwen..
dit leek zoo'n bedaard en ordentelijk kind....die zou wel willig zijn, zou
'r niet afbekken, zou ook niet zoo'n brok uit de dagelijksche kost
happen....Na Wilmpje kon ze 't niet meer af met een halve hulp van vijf,
zes uur per dag....ze moest er wel een voor dag en nacht nemen.... er
was nou tè veel te doen, en ze was zelf zoo sterk niet meer....; en die
kinders die 's middags en 's avonds naar huis gingen, die stalen ook
dikwijls zoo.... iedere keer een handjevol steenkool in den zak, een
kluitje vet, een stukje soda.... en het ongedierte, dat ze vaak
meebrachten uit 'r sloppen.... Och! of dit nu eens gaan mocht! Ze zou
dit kind wel ontzien moeten.... zooveel als 't kon natuurlijk.... als ze
maar niet brutaal was, 'r niet zoo zenuwachtig maakte.... en hun niet te
veel kostte....
Maar dan werd ze toch even bevreesd voor het wat bazige zeggen der
moeder over geen jacht hebben....
"Ze zal hier met haar leegen tijd anders wel raad weten,".... meende ze
even ernstig te moeten opmerken, "een gezin van zes personen...."
"Maar 'k werk zelf den heelen dag mee," zei ze dadelijk erop,
geruststellend; "en wij hebben een klein huis, drie kamers beneden, en
nog twee kleine op zolder...."
"We kunnen 't eens probeeren nie-waar?" besloot ze eindelijk met
overreding.
Vrouw Plas knikte:--ja, ze konnen 't eens probeeren....
Haar lange gezicht stond zeer zorgelijk en beducht; maar dan dacht ze
met een schrik;--hier.... of ergens anders....of nergens....'t kind kwam
immers toch niet in een rijkelui's dienst te land....

"Twaalf stuivers in de week, en de volle kost, middageten ook, en
slapen?" vroeg ze nog.
"Natuurlijk," zei juffrouw Jonkers.
Toen zwegen ze beiden, keken voor zich neer op de glimmende
wasdoektafel.
Vrouw Plas voelde vaag een onvree: ze most toch eigenlijk nog wat
vragen....over de zwaarte van 't werk, en hoe laat 's avonds gedaan en
hoe vaak vrij....
Juffrouw Jonkers voelde hetzelfde: ze moest toch eigenlijk vragen wat
het kind alzoo kende.... of dit wel zou gaan en dat, zooals zij, bij het
zich aandienen, het allemaal van haarzelf had opgegeven....
Ze vroegen geen van beiden meer iets. Ze waren beiden bang voor veel
vragen; ze wisten wel, dat wat ze aan te bieden hadden aan werkkracht
en aan belooning niet veel navraag lijden kon.
Even zaten zij stil; keken dan als tersluiks elkaar aan. Ze hadden iets
pijnlijks van betraptheid in hun blikken.
"Als de juffrouw haar in 't begin maar eens wat terecht wil helpen...."
zei de moeder onderworpen. En dan opeens plompweg:
"'k Begrijp anders nog niet, dat u een meissie in de volle kost neemt!"
Juffrouw Jonkers kleurde fel; zij keek verward en beleedigd.
Toen klonk er van uit de achterkamer plotseling een onrustbarend
kleinkindergeschrei. De Juffrouw stond haastig op; even later kwam zij
terug met een klein baasje van een jaar omtrent in een wollen dekentje
op den arm.
"Dus overmorgen dan, met de nieuwe week," zei ze, wat kortaf, erg
zenuwmoe opeens: als 't kind zich zoo in den avond wakker schreide,
beloofde dat een onrustigen nacht.... En als vrouw Plas nog besluiteloos
deed:

"'k Hoop, dat wij 't goed zullen kunnen vinden samen," zei ze
vriendschappelijk weer, met haar zachte doffe stem, en stak de hand tot
afscheid uit.

Dien Maandagmorgen, om even vóór achten, belde Marie Plas aan het
laatste van de rij gelijke eenverdiepings-huizen, die achter in de
Veenvalkstraat stonden, daar waar 't in den volksmond nog altijd de
"Drie Alleetjes" heette.
't Kind zag er in de puntjes proper uit en ze had een hartje vol
popelende verwachtingen en goede voornemens.
Het eenige wat haar hinderde was, dat in den waaierigen ochtend zij de
altijd weer onwillige haarsliertjes één-voor één uit het stijf gewrongen
knoet je voelde losschieten.... al tweemaal had zij de handpalmen aan
den mond bevochtigd om het weerbarstig sluike glad te strijken.... Als
ze nu nog eens een knap mutsje op had gehad....!
Een jongen van een jaar of tien, die een bril droeg, liet haar in, bracht
haar in de keuken en deed de deur achter haar dicht.
Er was een druk geloop in de gang en ergens op een trap naar boven.
"Ze motte zeker vroeg naar school," dacht het kind. Schuw keek ze
rond. Als ze nog langer alleen achter de gesloten deur wachten moest,
werd ze zenuwachtig; ze had een wee gevoel in 'r lijf en stond beverig
op de beenen.
"Een mooi keukentje," dacht ze toch nog.
Haar pakje goed, in een blauwen doek geknoopt, hield ze in de hand.
Wat haar dan plotseling opviel was, dat er in het schoorsteenvak geen
fornuis stond, maar op een geverfde plank, als op een tafeltje, één groot
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 33
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.