grond
begraven zijn, is tot dusverre geen spoor ontdekt. De tegenwoordige
eigenaar van het terrein, die daar ook woont, heeft genoeg te doen met
het uitroeien der reusachtige boomen, die sedert eeuwen op dit graf van
twee steden zijn gegroeid. In alle landen, die tot den kring der antieke
beschaving hebben behoord, behoeft men doorgaans slechts even den
grond om te woelen om sporen van de oude kultuur te vinden; maar in
den Kaukasus is daartoe veel inspanning noodig, waartoe de inlandsche
bevolking, traag van aard, weinig lust gevoelt.
Toen ik te Oezoergheti vertoefde was het juist de vastentijd. Zoo als
men weet, zijn de voorschriften der grieksche kerk op dit punt zeer
streng en vorderen geheele onthouding van alle soort van uitspanning:
van tochtjes naar buiten, zelfs van het afleggen of ontvangen van
bezoeken was geen spraak. Het vlek was als uitgestorven. Daarentegen
was de kerk den geheelen dag vol. Ik had ruimschoots de gelegenheid,
om de schoonheid op te merken van de vrouwen des lands, wier gelaat
meer leven en uitdrukking heeft dan dat van de meeste andere vrouwen
uit Georgië. Maar even als haar zusters, ontbreekt het ook haar ten
eenemale aan zin voor orde en huishoudelijkheid. Haar meest
geliefkoosde uitspanning is het kaartspel. Ik ben getuige geweest van
eene partij, die volle veertien dagen duurde; men begon omstreeks
zeven uren in den morgen, hield tegen den middag op om te eten en
hervatte de partij om twee uur; om zes uur werd op nieuw gedurende
eenige oogenblikken opgehouden voor de thee, waarna de strijd weer
begon, met zoo veel ijver, dat het souper, hetwelk tegen tien uren
gereed werd gezet, soms om drie uren in den nacht nog onaangeroerd
stond.
De geschiedenis van Goerië komt in de hoofdtrekken overeen met die
van Imerethië en van Mingrelië. Even als die provinciën, werd de
landstreek waarvan Oezoergheti de hoofdplaats was, tijdens de
verdeeling van het koninkrijk Georgië, bestuurd door een gouverneur;
en ook hier matigden de afstammelingen van dien koninklijken
stadhouder zich de souvereiniteitsrechten aan. De vorsten van Goerië
behielden, als familienaam den ouden titel van Goeriël. De eerst
bekende vorst des lands is Attabek, die in 1488 stierf en opgevolgd
werd door zijn zoon Giorgi. Dan volgt een lang tijdvak van innerlijke
verdeeldheid en beroeringen, waarin verschillende regeerende vorsten
door pretendenten werden verjaagd, verbannen, gedood; somwijlen
geschiedde dit door hunne eigene zonen, zooals met den opvolger van
een anderen Giorgi gebeurde, die in 1652 door zijn eigen zoon en
erfgenaam werd vermoord. Kort daarop in 1668 werden Demetrius, die
over Goerië en Imerethië regeerde, de oogen uitgestoken.
Dit is ook het tijdperk van de worsteling tegen de dreigende overmacht
van de Halve Maan. In 1689 sneuvelde de Goeriël Kaishrosrow in een
gevecht tegen de Turken, en weldra werd Goerië, in de handen der
ongeloovigen gevallen, eene provincie van het Turksche rijk. Meer dan
een eeuw lang droeg het land het harde juk; geplunderd en uitgezogen
door zijne beheerschers, gedwongen jaarlijks eene bepaalde schatting
aan slaven op te brengen, scheen Goerië ten ondergang gedoemd. In het
begin dezer eeuw stond het lang getergde volk eindelijk tegen zijne
verdrukkers op; in 1810 plaatste Goerië zich onder het protectoraat van
Rusland, maar behield voor het uiterlijk nog zijne onafhankelijkheid.
Toen de laatste Goeriël, Mamia, in 1829 stierf, met achterlating van een
minderjarigen zoon, werd de moeder van dit kind, de prinses Sophia,
tot regentes benoemd. Zij vatte het plan op, om zich aan het russische
oppergezag te onttrekken, en kwam op het ongelukkige denkbeeld,
daartoe de hulp van Turkije in te roepen. Om aan haar plan uitvoering
te geven, verliet zij Oezoergheti, om zich met haar zoon naar Anatolië
te begeven; maar de russische regeering, van de zaak onderricht,
bezette in hare afwezigheid het land en bestuurde het aanvankelijk in
naam van den minderjarigen vorst. Later werd Goerië bij het rijk
ingelijfd.
In de laatste eeuwen werd Goerië dus bijna aanhoudend geteisterd,
hetzij door binnenlandsche beroerten, hetzij door aanvallen van
buitenlandsche vijanden. Nog in den laatsten russisch-turkschen oorlog
(1876-77) moest het land zich verdedigen tegen de Turken, die met een
inval dreigden.
Oezoergheti gelijkt tegenwoordig vrij wel op een dier groote vlekken,
die in Europa door de mode zijn aangewezen, om daar den zomer door
te brengen. De huizen zijn ook hier omringd, wel niet door eigenlijke
tuinen--de horticultuur is hier nog onbekend--maar door velden met
mais, gerst, katoen of tabak beplant. Deze laatste kultuur, die door de
Turken is ingevoerd, heeft vooral eene groote uitbreiding gekregen
sedert de ziekte onder de zijdewormen is uitgebroken, waardoor de
zijdeweverij, welke voornamelijk door de vrouwen werd uitgeoefend,
te gronde is gericht. De vrouwen toch vervaardigden, zoo voor zich
zelven als voor de mannen, die fraaie zijden hemden, welke, naar oud
gebruik, met Paschen het eerst werden aangetrokken: hetgeen eigenlijk
beteekent, dat men hier eens
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.