glazen
wel wat te veel van het goede waren, maar hij overwon zijn tegenzin bij
de gedachte aan de arme ziel, die de waard aan de warme bron hem zoo
lichtvaardig beloofd had.
De duivel bracht geen rustigen nacht door en dronk den tweeden
middag met nog meer tegenzin de bepaalde hoeveelheid Wiesbadener
water, dat de waard van de bron hem met welbehagen aanbood. Nog
onrustiger bracht hij den volgenden nacht door, verwenschte
herhaaldelijk dezen boosaardigen drank en verzocht den waard den
derden dag dringend om een rustdag. Deze echter wees hem droog op
de afgeslotene overeenkomst en bood hem dienstvaardig met vele
vrome wenschen het derde halve honderd glazen van den
kristalhelderen wijn aan. De duivel sloop geknakt weg en dacht met een
rilling aan den volgenden nacht. Toen hij den vierden middag gelijk
een schaduw aan de bron kwam, scheen hij werkelijk door alle ziekten
der menschheid aangetast te zijn. Maar de waard bleef onverbiddelijk
en wilde van een overeenkomst niets weten. Boetende voor alle begane
zonden dronk Belsebub de overeengekomene hoeveelheid op.
Den volgenden nacht gebeurde het, dat de verschillende mannetjes en
vrouwtjes, die in Wiesbaden de drinkkuur deden, door een helsch
lawaai in hun rustigen slaap gestoord werden. Met een zondigen vloek
vloog iemand op en nam dan, met een gruwelijke verwensching over
den vervloekten helschen Wiesbadener drank, de vlucht.
"In Wiesbaden kom ik nooit weer terug!" waren zijn laatste hoorbare
woorden.
Den volgenden morgen mompelden de badgasten onder elkaar, dat de
nachtelijke rustverstoorder niemand anders dan de duivel in eigen
persoon geweest was, en zij vroegen den waard aan de warme bron, die
van alles op de hoogte was, naar dezen wonderlijken gast. Deze echter
haalde slechts de schouders op over de groote domheid van den duivel.
Worms.
De Nibelungen.
De oudste der steden aan den Rijn in Voorromeinschen tijd gebouwd,
mag met rechttrotsch zijn op haar Domkerk, die een der
merkwaardigste Romeinsche bouwwerken van Duitschland is en
dikwijls door Frankische en Duitsche vorsten tot residentie verkozen
werd. Daar Worms, gedurende de groote volksverhuizing de
verblijfplaats van den oppersten krijgsheer der Bourgondiërs was,
hebben de schoonste heldensagen, welke er bestaan, al daar het licht
gezien.
Roemrijk hebben de koningen van dezen Oost-Germaanschen
volksstam, komende van de Weichsel, aan de oevers van den
midden-Rijn geregeerd, totdat de oorlogzucht der Hunnen en de
begeerigheid der Romeinen het op "komende rijk weder te gronde
gericht hebben"
Koning Gundikar was met een groot deel van zijn strijders op het
slagveld gevallen. De rest van de overwonnenen werd door de
Romeinen een woonplaats aangewezen in Zuid-Gallië. terwijl de
Franken zich op de thans door de Bourgondiërs verlaten plaatsen aan
den Rijn verstigden. Hoewel de Bourgondische koningen nauwelijks
anderhalve eeuw aan de Main en midden-Rijn geregeerd hebben, zoo
toch heeft de herinnering aan hen in de harten der Rijnfrankische
volkeren zoo voortgeleefd, dat hun tragisch uiteinde in de
wereldliteratuur als de meest merkwaardige sagen-poëzie is blijven
bestaan.
In dien tusschentijd zijn andere, ook op de bodem van Worms
ontsproten, sagen in de herinnering van het volk levendig gebleven, die
edele deugden van mannen en vrouwen met onomkoopbare trouw
schilderden. Een dergelijk verhaal is het duizendjaar oude Waltharilied,
bezingende den onverschrokken Heer Walter van Aquitanie, die met
Hildegonde van koning Attila's hof terugkeert en onderweg in't
Wasgenwald door den koning der Franken Gunthari en zijn strijders
overvallen wordt, die hij na een heeten strijd terugslaat, waarna hij met
roem overladen, als held in zijn geboorteland terugkeert. Tot de meest
populaire sagen behooren die, waarin die heldenfiguur van Siegfried
gevlochten is. Was deze Siegfried, de Sigurd van de oude bewoners van
het Noorden (van wiens jeugdige heldendaden dit sagenboek reeds op
een andere plaats spreekt) een mythische figuur--een lichtende held
aller wereldgodsdiensten, die door de machten der duisternis
overwonnen werd--of slechts een blonde sprookjesheid of wel een
geschiedkundige persoonlijkheid? Laten wij deze vraag den geleerden
ter beantwoording. Voor ons is en blijft hij de lievelingsfiguur van de
Duitsche heldensage.
Bij elke gelegenheid, dat de ridders van den Rijn genoodzaakt waren
naar de wapens te grijpen en zich te verdedigen tegen de mannen van
het Oosten, was Siegfried hun aanvoerder Zoo zien we zijn roem
vermeld in het oude verhaal van den ridder Dietleib, waarvan de sage
zegt, dat hij heenging om zijn vader Biterolf te zoeken. Eveneens wordt
hij verheerlijkt in het lied van den Wormser Rozentuin, ofschoon de
Opperduitsche auteur door ijverzucht gedreven, den strijders van den
Rijn in hun twaalf gevechten van man tegen man met de
Gotisch-Hunsche helden, den overwinnaars roem wilde betwisten.
In verschillende overleveringen en vervormingen heeft de geschiedenis
van de Bourgondische koningen Gunther, Gernod en Giselher, die
tevens de laatste lotgevallen van Siegfried in zich sluit, door
rondtrekkende zangers den weg gevonden tot de Neder- en
Opperduitsche stammen, zelfs tot in 't Donaudal, waarbij hun
oorspronkelijk heidensch karakter
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.