der streek, toen de
Spanjaarden hun militaire operaties in het dal begonnen. Piang knoopte
onderhandelingen met hen aan, werd de leider van hun spionnendienst
en was hun weldra onontbeerlijk geworden. Bij den dood van zijn
ouden meester benoemden ze hem tot dato in diens plaats en legden aan
de rivierbewoners op, hem gehoorzaamheid te bewijzen. Trots zijn
vrijgevigheid werd de nieuwe vorst door zijn onderdanen verfoeid, en
vooral ook door de andere stammen, waarvan de hoofden zijn dood
hadden gezworen. Zijn eigen schoonzoon, de dato Ali, de dapperste
krijger en de bekwaamste van het land, was zijn onverbiddelijke vijand
geworden. Piang wist de Amerikanen te overtuigen, dat het eiland niet
anders tot rust kon worden gebracht, dan door de verwijdering van zijn
mededinger. Na verschillende nuttelooze expedities werd Ali gedood in
October 1905 door de troepen van kapitein F. Mac Coy.
Het dorp van het hoofd Piang is omgeven door een palissade van
bamboes, waarop lange bronzen kokers staan, die op kanonnen lijken;
ze worden lantaka's genoemd. In het inwendige van de omheinde
ruimte is de grond bedekt met een dikke laag vuil en afval van allerlei
soort, en ondanks de nabijheid der rivier blijft al het overbodige maar
bij de huizen liggen. De eenige riolen zijn de magen van kleine varkens,
zwarte beesten, die in menigte over den weg loopen te midden van de
morokinderen. In het midden van het dorp, dat zich in niets
onderscheidt van alle andere, die wij aan de rivier hadden zien liggen,
van Cottabatto tot Pikit, staat een tweede omheining, waar de woningen
binnen liggen van de familie van het hoofd. De ontvangst bij den dato
was uiterst vriendelijk. Hij wijst ons met trots een blinden grijsaard,
afkomstig uit Bokhara, die daar op de een of andere onbekende wijze
schipbreuk had geleden en die nu des dato's particuliere secretaris was.
Onze gastheer is er fier op, dat hij naast zich heeft den eenigen man, die
in het land de taal van den Koran kan spreken, want de godsdienstige
kennis van de Moro's is al zeer gering, en hun praktijk bepaalt zich tot
het opzeggen van het gebed, dagelijks éénmaal. Wat de wasschingen
betreft en de inachtneming van den Ramadan, dat zijn bij hen
onbekende zaken. Zij eten met smaak en overvloedig varkensvleesch
en hun vrouwen weten niets van een sluier. Daarentegen hebben ze wel
een woesten haat tegen de Christenen, onverschillig of het
vreemdelingen of inboorlingen zijn, en ze zijn doodsverachters zoozeer,
dat ze den dood zoeken, als ze door de ongeloovigen overwonnen zijn.
Om den vorst, die mij ontving, eer te bewijzen, begon ik met den
priester een langzaam en moeilijk gesprek, mijn best doende, partij te
trekken van de enkele arabische woorden, die ik kende en die mij te
binnen schoten. Piang kon zich haast niet houden van blijdschap; hij
verplichtte al zijn vrouwen, een salam te brengen, zelfs zijn
ongelukkige dochter, de weduwe van Ali, die nog ziek was ten gevolge
van een wonde, opgedaan in den schouder bij haar pogingen om haar
man te verdedigen. Ik had groote moeite, mij van de overmatige
gastvrijheid van den ouden dato los te maken; hij gaf mij nog bij mijn
vertrek een kris ten geschenke met een prachtig golvend lemmet.
Toen de kolonel de inspectie van de troepen had beëindigd, die als
lijfwacht van Piang dienst doen, vertrokken we naar Cottabatto. Ik
begaf mij naar de kazerne der compagnie van de politie, waarvan de
chef, een jonge luitenant, van mijn aanstaande komst op de hoogte was
gebracht en aanbood, mij in bijzonderheden de manier te laten zien,
waarop hij zijn mannetjes onderwees en leidde. Ik had veel soldaten
van dat corps in de omstreken van Manilla gezien; maar hier waren het
allen Moro's, wat een nieuwe aantrekkelijkheid was.
Dit laatste bezoek bevestigde mij in mijn te voren opgevatte meening.
De miliciens van het burgerlijk bestuur, ofschoon van zeer betwistbare
militaire waarde, zijn toch ver te verkiezen boven de compagnieën
nationale verkenners. Al laat de instructie somtijds te wenschen over,
de organisatie is tegelijk veel minder kostbaar en veel beter. De
officieren worden niet gekozen uit de oude sergeanten van het actieve
leger, die slaven zijn van de routine en niet in staat zijn, zich te
schikken naar de eischen van een nieuwe instelling, maar zijn jonge
mannen van hooger intellectueel standpunt, vol van den geest van
initiatief en belangstellend in hun manschappen. De soldaten zijn
oordeelkundig uitgerust, loopen op bloote voeten en dragen noch tent
noch rugzak; zij voeden zich op de manier der inboorlingen en leven
van wat het land levert, in plaats van zich te laten volgen door koelies,
die hun amerikaansche levensmiddelen nadragen.
Ik vernam, toen ik van Cottabatto naar Zamboanga terugkwam, dat de
geheele provincie Lanao in beroering was, want op den post Parang
was een zieke soldaat, die in een
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.