Reizen en vechten in het Zuiden van de Philippijnen | Page 6

Reginald Kann
te snijden, een bewerking, die hun het dubbele voordeel oplevert, zich voor deze wereld een repeteergeweer te verschaffen en voor de toekomst het paradijs.
"Misdaden van dien aard worden altijd gevolgd door de zending van een colonne met de opdracht, zich van den misdadiger meester te maken, als het hoofd van den stam hem niet uitlevert. Het spijt mij, dat ik er niet met opzet een voor u kan uitrusten, maar gaat u daarginder heen, en als het toeval u gunstig is, zult u mogelijk het een of ander bijwonen. En dan het is een mooi land, de bewoners zijn interessant, en het militaire leven van onze troepen, die altijd op hun qui vive moeten wezen, is minder eentonig dan in de kazernen van Manilla. Op alle manieren zal uw tijd niet verloren zijn. Een schip moet weldra naar Zamboanga vertrekken, het middelpunt der provincie Moro, daarop zal ik een plaats voor u laten reserveeren en ik zal aan de militaire autoriteiten instructies zenden, waardoor u zich vrij zult kunnen bewegen en een actiever leven leiden dan hier."
Den dag na dit gesprek zat ik tegen één uur rustig in mijn hotel te ontbijten, toen een soldaat mij een brief bracht van den hoofdcommandant; daarin werd mij medegedeeld, dat de stoomboot Sabah de haven precies om twee uur zou verlaten en dat ik mij daarop moest inschepen. Daar men niet minder dan drie kwartier noodig heeft, om van het Bayview-hotel naar de kade voor de militaire inscheping te komen, hield ik slechts een kwartier over, om een rijtuig te krijgen, mijn uitgaven te regelen, voor mijn uitrusting te zorgen en datgene in te pakken, dat men voor een reis van twee maanden noodig heeft. Men ziet het, generaal Wood was zijn belofte nagekomen en zette mij aan het werk, mogelijk wel een weinig haastiger dan ik zou hebben gewenscht. De zee werkte er toe mee, mij in beweging te houden gedurende de drie volgende dagen, die de overtocht duurde en ik had de luiheid van de bewoners van Manilla grondig van mij afgeschud, toen ik te Zamboanga aankwam.
De hoofdstad van de Moro-provincie, gelegen op het westelijkste punt van het eiland Mindanao, is de derde stad der Philippijnen. Toch is het een zeer bescheiden plaatsje, waar buiten het garnizoen en ongeveer twee duizend inboorlingen slechts een veertigtal ambtenaren en kooplieden wonen. De handel bepaalt zich tot den uitvoer van copra, aangevoerd van de groote aanplantingen van kokospalmen, die zich rondom de stad uitstrekken en zich vele mijlen langs de kust voortzetten. Alle veertien dagen komen duitsche paketbooten groote scheepsladingen weghalen van de gedroogde vruchtvleeschmassa, een pulp, die ze rechtstreeks naar Singapore brengen. De inboorlingen breiden de kokospalmaanplantingen steeds uit. Er is weinig onderhoud mee en het product vindt gemakkelijk plaatsing, vooral sedert het copravet te Marseille in veel fabrieken voor de zeepbereiding wordt gebruikt.
Ofschoon Zamboanga hoofdstad is, wonen er bijna niet anders dan inlandsche christenen, afstammelingen van de kolonisten der vroegere strafkolonie, die de Spanjaarden er sinds een eeuw in stand hielden. De weinige Moro's, die men in de omstreken ontmoet, zijn visschers, arme, beschroomde menschen, zeer verschillend van hun woeste geloofsgenooten uit het binnenland.
Ik bleef maar enkele uren te Zamboanga en scheepte mij nog denzelfden dag in op onze stoomboot, die naar Cottabatto vertrok met een kolonel aan boord, belast met de inspectie van alle militaire posten in het gebied van de Rio Grande, aan welker monding wij den volgenden morgen voor anker lagen.
We waren toen midden in den drogen tijd, wat ons verplichtte, om, wilden we hooger de rivier opgaan, de Sabah te verlaten en op een mooie, kleine kanonneerboot over te gaan, met één stuk bewapend, en onder het commando staand van een jeugdig philippijnsch kapitein. Wij zouden achtereenvolgens bezoeken brengen aan de garnizoenen van Reina Regente, Fort-Pikit, Doeloean en daarna te Cottabatto terugkeeren. Dat kleine stadje is de hoofdstad van de provincie van denzelfden naam, die bijna een vierde deel beslaat van de oppervlakte van Mindanao. Het is een geheel moro's-district, en op het grondgebied wonen de talrijkste en welvarendste mohammedaansche stammen van den Archipel.
Daar de revue over het garnizoen eerst zou plaats hebben bij onze terugkomst, bleven wij enkel in de stad, om er te ontbijten en brandstof in te nemen voor de boot. Tegen twee uur in den middag stak ons kanonneerbootje weer van wal. De benedenloop van de Rio Grande loopt door een vlakke streek, die kaal en arm is aan planten, buiten den smallen gordel van enkele palmen aan de oevers. Er zijn niet veel dorpen, en die er zijn, beteekenen niet veel, ondanks de vruchtbaarheid van den grond rondom, want de Moro's zijn geen knappe landbouwers, kweeken slechts een beetje rijst en geven aan vechten en razzia's houden de voorkeur boven het landbouwwerk. Toch is tegenwoordig de geheele bevolking van het dal onderworpen; maar
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 20
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.