Reizen en vechten in het Zuiden van de Philippijnen | Page 5

Reginald Kann
Wood benoemd tot generaal der vrijwilligers, terwijl de luitenant kolonel zijn plaats innam als chef der rough riders.
De militaire operaties tegen de Spanjaarden waren niet van langen duur, maar weldra had het expeditionnaire corps van Cuba te vechten tegen een oneindig gevaarlijker vijand, de ongezondheid van het land. De troepen, die het garnizoen van Santiago vormden, namen in het volle regenseizoen bezit van de posten en woningen, waarin hun tegenstanders gewoond hadden gedurende het beleg, en waar de hongersnood en de ontberingen van allerlei aard vreeselijke epidemie?n hadden doen uitbreken. De gele koorts en de malaria vielen al spoedig de nieuwe bewoners aan; verschillende generaals werden zelf aangetast en hun jonge kameraad Wood, die de oudste was, werd geroepen tot den post van gouverneur der stad. Zijn medische kennis was hem toen tot grooten steun; hij schreef aan de bevolking en aan de troepen een hygi?nische leefwijze voor, die zeer streng was, waakte met de grootste stiptheid voor de naleving en wist ten slotte over de bezoeking te triomfeeren.
Intusschen was te Havana de gezondheidstoestand al niet veel beter dan te Santiago. Generaal Wood werd erheen geroepen in alle haast en slaagde er daar nog beter in, de ziekte tot staan te brengen dan op zijn eersten post. Door de hoofdstad van de gele koorts te bevrijden, verminderde de nieuwe gouverneur niet alleen de sterfte onder zijn troepen, hij behaalde daardoor ook een schitterend diplomatiek succes. De bewoners van de hoofdstad van Cuba, bevrijd van de grootste hunner kwellingen, beschouwden hem als hun weldoener, en de besluiten, die hij nam in den naam der amerikaansche regeering, werden altijd in acht genomen. Zijn naam werd over het geheele eiland ge?erbiedigd, en de onderhandelingen van de inboorlingen met de Vereenigde Staten konden aldus een snel verloop nemen. Toen generaal Wood Havana verliet na een verblijf van twee en een halfjaar, werd zijn vertrek betreurd door de geheele bevolking.
In dien tijd had de ex-kolonel Roosevelt Mac Kinley vervangen op het Witte Huis, en daar volgens de wetgeving der Vereenigde Staten de president de officieren benoemt naar zijn welgevallen en zonder de ancienniteit in acht te nemen of den staat van dienst, liet hij zijn vriend met zijn verkregen graad in het gewone leger overgaan en verhief hem na korten tijd tot divisie-generaal.
Men kan nagaan, dat zulk een duizelingwekkend snelle carrière, die in zes jaren een dokter met drie strepen tot divisie-generaal verhief, weldra belast met het belangrijkste commando van het leger, veel afgunst heeft gewekt en jaloerschen heeft gemaakt. Maar ieder is niettemin van oordeel, dat degene, die van die snelle bevordering heeft geprofiteerd, niet misplaatst is in zijn nieuwe waardigheid. De machtige vriendschap, die ertoe heeft medegewerkt, den generaal zijn benoeming te bezorgen, heeft zich in zijn keuze niet vergist. Ik heb zoo goed als alleen verscheiden dagen met generaal Wood gereisd, en ik ben verrast geworden door de manier, waarop hij zich op de hoogte heeft gesteld van alle militaire vraagstukken, ondanks de zoo verschillende en talrijke werkzaamheden, die hem waren opgedragen sedert zijn intrede in het eigenlijk gezegde leger. Zijn wetenschappelijke ontwikkeling vormt een sterke tegenstelling met de onwetenschappelijkheid, de onwetendheid zelfs der oude kolonels, die achter hem aankomen, en die veelal niet anders hebben gelezen dan de reglementen der manoeuvres, terwijl de kunst van oorlogvoeren zich voor hen bepaalt tot eenige indiaansche krijgslisten, ontleend aan de boeken van Fennimore Cooper en Gustave Aymard.
Generaal Wood is een man van 45 jaar, vriendelijk, maar koel. Hij vroeg mij, wat hij voor mij kon doen en wat ik wenschte te zien tijdens mijn verblijf in den Archipel. Ik antwoordde hem, dat ik de troepen in de kazerne had waargenomen en op het excercitieveld, dat ik de organisatie der troepen kende en de manier, waarop ze werden bestuurd en onderricht, en dat ik, om mij rekenschap te geven van hun militaire waarde, ze wenschte te volgen in den strijd of tenminste op expeditie.
"Dat vraagstuk is nog al moeilijk op te lossen," antwoordde de generaal, "want het land is op het oogenblik volkomen tot rust gebracht. Van den vroegeren opstand zijn alleen een paar rooverbenden overgebleven, die meestal uit niet meer dan een dozijn personen bestaan en volstrekt niet interessant zijn, zoodat ik u niet kan aanraden, die achterna te loopen; dat zou even vermoeiend als weinig belangwekkend wezen.
"Op het eiland Samar vermoorden groepen pulajana's, dat zijn godsdienstige dwepers, met bolo's, een soort van messen, gewapend, hun landgenooten onder godsdienstige voorwendsels, maar die menschen vluchten, als de soldaten naderen en wagen slechts uiterst zelden een gevecht. De Moro-provincie, waar ik nu juist het bevel heb overgedragen, zal u misschien de voor uw reis voordeeligste gelegenheid bieden. Op dit oogenblik houden de stammen zich rustig, maar u weet, hoe de Mohammedanen zijn; ze kunnen niet lang weerstand bieden aan de verzoeking, een christen den hals af
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 20
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.