heb algemeen
opgemerkt, dat de Koningsgezinden onder anderen zeer verbitterd zijn
tegen Keizer Napoléon, om dat hij de Hertog van Enghien heeft laten
ter dood brengen. Zij veroorloven zich ten dezen opzigte de hoonendste
uitdrukkingen tegens hem, die zij dan nog al door een woordspeling
(calembour) zoeken te bewimpelen, zoo als deze, welke iemand van
ons gezelschap te berde bragt: "Iemand zeide, dat het afbeeldsel van de
Keizer der Franschen, dat men op de geldspecie ziet, niet gelijkende
Was; gevraagd zijnde waarom, antwoordde hij, parceque le nez est
pointu et c'est un nez rond." (Néron). Was deze ter dood veroordeelde
geen voornaam hoofd van hunne partij geweest, zij zouden 'er
misschien niets op hebben aantemerken. De Franschen, en vooral de
Parijzenaars, zijn liefhebbers van calembours; men vind verscheidene
boekjes, die daarmede zijn opgevuld. Vele jongelieden leren die van
buiten, en met diergelijke meestal laffe aardigheden, pronkt men in de
zoogenaamde bonne Societé. Anderen, die er meêr op gevat zijn,
maken van alle gelegenheden gebruik om woordspelingen voor den dag
te brengen, hoe weinig die dikwijls ook voegen. Men ontziet geene
zaken hoe achtingwaardig, of personen, van wat rang zij ook zijn
mogen, zoo hoorde ik eenigen tijd geleden, kort na dat de broeders en
zusters des Keizers Napoléon, tot Rijksvorsten verheven waren, te
Parijs door de nieuwsbladverkopers (colporteurs) langs de straten
roepen: "Voici etc. avec les noms et les demeures de tous les Princes et
Princesses à deux sous;" een winderig heertje, die daar voorbij kwam,
zeî op een' spotachtigen toon tegen den uitventer: "Voyons ce qui c'est
que vos princes et princesses à deux sous." Sommigen lagchten hier om,
anderen namen het misschien kwalijk; hoe ligt had iemand tot de
politie behoorende hier omtrent kunnen zijn, onze grappemaaker zou
dan zekerlijk voor zijn spotternij hebben moeten boeten, en wie zou
hem beklagen.
Omstreeks één uur kwamen wij te Melun, 5 1/2 post van Parijs. De
Postwagen, vertoefde hier om het middagmaal te houden, en ik, nog
geen honger hebbende, daar wij laat hadden ontbeten, besteedde dien
tijd met het plaatsje te zien. Dit stadje de hoofdplaats van het
Departement de Seine et Marne [3], is in eene bekoorlijke landsdouw
aan de oevers van de Seine zeer aangenaam gelegen; die rivier verdeelt
hetzelve in drie deelen, die door twee steenen bruggen vereenigd
worden; de bijgaande afteekening zal u hier een duidelijk denkbeeld
van geeven. Verscheidene Koningen hebben te Melun hun verblijf
gehouden, hun paleis was op de punt van het Eiland dat gij tusschen de
twee bruggen ziet. Het is een der oudste steden van de Gaulen. Caesar
maakt er gewag van in zijne gedenkschriften. Het is ook in de
geschiedenis bekend, door eene belegering van de Engelschen tegen die
stad, welke plaats had in de vijftiende eeuw, en die de belegerden, met
eene schier ongelovelijken moed, zes maanden uithielden. De geleerde
Jacques Amiot, Bisschop van Auxerre en vertaler van de Doorluchtige
Mannen van Plutarchus, enz. werd hier geboren. De voorname handel
is in granen, meel, wijn, kaas, kalk en gebakke steenen; die waren
worden veel al de Seine af naar Parijs vervoerd. De groote weg, die
hier doorloopt, maakt het vrij levendig; 'er vaart ook een schuit (coche
d'eau) van hier naar Parijs heen en weder. In het terugkomen word zij
met paarden tegen den stroom opgetrokken. Van de Mammelukken, die
met Bonaparte uit Egypte kwamen, lagen er hier omtrent 150 in
guarnisoen, naar men ons verhaalde. De inwooners waren 'er niet wel
over te vreden, en zeide ons, dat het veeläl slecht kwaadaartig volk was;
wij zagen 'er eenigen van langs de straat loopen. Hunne Oostersche
kleeding maakte in dit plaatsje, waar men alles behalven Oostersche
pracht ziet, een wonderlijk afstekende vertooning. De aanhoudende
schoone landstreek en de fraaije gezigten die men geduurig aantreft,
vermaakten mij niet weinig. De Seine en Yonne vereenigen zich voor
Montereau. Men komt over een fraaije brug in het stadje. Deze brug is
in de geschiedenis bekend: de Hertog van Bourgondiën kwam in het
jaar 1409 op dezelve, om zich met Karel den VII, die toen Dauphin van
Frankrijk was, te verzoenen, en werd door de Offiçieren van dien Vorst
vermoord [4]. Onze reisgezel, de Rentenier van Dyon, die nog al
ervaren scheen in de geschiedenis deed mij dit een en ander opmerken.
Dit stadje ziet er welvarende uit en is alleraangenaamst gelegen; even
buiten hetzelve langs de boorden van de Yonne is eene fraaije
algemeene wandelplaats. De ruime gezigten en bekoorlijke tooneelen
die de natuur hier oplevert, houden den opmerkzamen reiziger hier
aanhoudend op de aangenaamste wijze bezig.
Tegen het vallen van den avond kwamen wij te Villeneuve-la-Guyard,
een stadje in het Departement de l'Yonne, en wel het eerste, als men 'er
van dezen kant inkomt. Auxerre is de hoofdplaats van hetzelve. Wij
hadden nu 10 1/2 post afgelegd en hielden hier ons nacht
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.