Reis naar de Fidsji-eilanden | Page 6

G. Verschuur
toen wij het dorp verlieten, klonk juist de gong van den wesleyaanschen herder op den tegenoverliggenden oever.
Dat deel van het eiland, waar we nu zijn, is het tooneel geweest van afschuwelijke moorden, door het kannibalisme bedreven, nog zelfs tot 1876 toe. De zendeling Baker en eenige andere Europeanen werden toen gedood en opgegeten; _kiki_, zooals het in de taal der inboorlingen heet.
Om een voorbeeld te stellen, liet de gouverneur twee dozijn van de barbaren fusilleeren of ophangen, om hun den lust te benemen, zich voortaan te vergasten aan _bukalo_, of menschelijk vleesch. Nu nog kunnen vele inwoners zich niet verbeelden, dat het denkbeeld, zijne vijanden op te eten, eenen blanke afschuw inboezemt; ze zijn nu wel gedwongen, de uitgevaardigde wetten na te leven, maar ze zien er de verstandigheid niet van in. In het tweede dorp, dat wij bezochten, deelde een grijsaard den heer Lanford mede, dat menschenvleesch veel sappiger en lekkerder is dan rundvleesch. Een onlangs gestorven opperhoofd, Raki Raki, had de gewoonte, een steen neer te leggen ter herinnering aan elken vijand, op zijn bevel gedood en opgegeten. In 1849 had de hoop der steenen een bedrag van 872 stuks bereikt!
De geschiedenis van het kannibalisme biedt veel eigenaardigs. Die eilandbewoners, wier godsdienst het bestaan leerde van verscheiden goden, waren van meening, dat het gestorte bloed hunnen goden welgevallig was. Zij, die nooit een hunner medemenschen hadden gedood, werden tot straf den haaien voorgeworpen. Men bewees een vijand eer, als men hem at, nadat men hem had vermoord.
Cakobau wees, als hij lust had in menschenvleesch, met den vinger den persoon aan, dien hij voor zijnen maaltijd wilde nuttigen.
Wij zetten onze reis voort en bezochten twee ambtenaren en een planter, wier leven in volledige afzondering voorbijging. Nauwelijks hebben wij plaats genomen, of de flesch whisky wordt op tafel gezet; zoo wil 't het gebruik in de warme streken en is daardoor de oorzaak van de vele leverziekten, die er voorkomen.
De natuurtooneelen zijn steeds zeer schoon en de warmte is niet drukkend. Een zuidoostewind vergunt ons de zeilen te gebruiken en snel vooruit te komen. Van tijd tot tijd stooten we eens op ondiepten, maar onze roeiers, die in het water gaan, heffen met hunne gespierde armen de boot op, duwen haar weer naar dieper water en komen alle moeielijkheden te boven.
We brengen den nacht door in een eenvoudig, maar zindelijk h?tel, tegenover eene groote suikerfabriek, die we den volgenden dag zullen bezoeken. Het is volle maan en van ons balcon hebben we een prachtig gezicht op de suikerrietvelden en het weelderige groen op den tegenoverliggenden oever der rivier, welker water met een zilveren schijnsel overgoten is.
Er zijn in den archipel een twaalftal suikerfabrieken en hun product kan zeer goed de vergelijking doorstaan met de suiker van de Antillen en de andere koloni?n. De fabriek hier voor ons is de grootste van de geheele wereld, zegt men mij; de afmetingen overtreffen die van de groote fabriek op Mauritius. Werkelijk heb ik nooit zulke kolossale fabrieksgebouwen gezien en de onder-directeur, die ons vergezelt, vertoont ons met ingenomenheid de reusachtige machines, die voor de fabricatie dienen.
De woning van den directeur ligt op een heuvel. Het is een fraai gemeubelde villa in een prachtigen tuin. Accacia's, oranjeboomen, citroenboomen en cactussen vormen een ensemble van kleuren, dat het oog aangenaam aandoet.
Tegen het vallen van den avond schoot de heer Lanford, die een hartstochtelijk jager was, op de rivier eenige vleermuizen. Een dezer dieren, die dicht bij onze boot in het water viel, wordt door een van onze roeiers opgehaald, 't Is een grooter exemplaar dan onze vleermuizen en het heeft ook een anderen vorm van kop, gelijkend op dien van een kleinen fox-terrier. Niet als zo?loog heeft onze man zich er meester van gemaakt; hij beweert, dat het dier, gekookt, een heerlijke lekkernij is en dat hij zich er dien avond nog op zal vergasten.
Waar wij ook komen, overal groeien bananen. De vrucht vormt een gewild uitvoerartikel naar de havens Sydney en Auckland. Elke boot neemt 15 �� 20.000 bossen mee, die regelmatig met een shilling het aan boord geleverde bos worden betaald. De vracht bedraagt even veel, zoodat een bos van 60 �� 100 bananen tegen f?1.20 (holl.) in de haven van bestemming aankomt.
Toen wij den volgenden dag de terugreis aanvaardden en bij de monding der Kewa aankwamen, zagen we een felbewogen zee voor ons. Met ons zeil schieten we met de snelheid van een stoomboot vooruit, maar er is aan die vaart weinig aanlokkelijks verbonden. Het schuim verblindt ons en we krijgen zee?n in, die ons in gevaar brengen, te verongelukken. Daarbij komt een stortregen; onze mannen moeten maar steeds scheppen, om de boot niet te vol water te krijgen. Gelukkig dat de snelheid der vaart ons Suva al spoedig doet naderen. Met vreugde begroeten wij de lichten van het stadje.
De wetten, waar
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.