de Fidsji-eilanders onder leven, zijn in menig opzicht streng, maar volmaakt in harmonie met die, welke v����r de britsche bezetting er golden. De engelsche regeering heeft het karakter van een vergrijp laten rusten op menige fout of zwakheid, die elders onopgemerkt zou blijven. Ze heeft terecht niet gewild, dat iets, 't geen de oorspronkelijke bewoners als misdrijf beschouwden, door de blanken zou worden geduld. Zoo worden echtbreuk en prostitutie met vrij lange gevangenisstraf bedreigd.
Het verkoopen van whisky of eenigen anderen alcoholischen drank door een Europeaan aan een inboorling wordt streng gestraft.
De Fidsji-eilander troost zich gemakkelijk over deze bepaling, want hij heeft de kava, zijn inlandschen drank, die in zijne oogen door niets wordt overtroffen. Wat hij veel minder gaarne zou missen, is de tabak, want hij is een verwoed rooker. Op het voorbeeld van den klerk op een bureau, die zijn pen achter het oor steekt, stapt de inlander rond met de sigaret, al of niet brandend, op dezelfde plaats gestoken. Zijn huid en zijn haardos, beide vol olie, zullen stellig aan de sigaret een vettigen smaak geven, die den geur niet aangenamer maakt, maar dat is een kleinigheid, waar hij zich niet om bekommert. De vrouwen, die even sterk rooken als de mannen, steken de sigaret, of het blaadje, waarin de tabak wordt gewikkeld, door de gaten in hare ooren, die groot genoeg zijn om het begeerde voorwerp in te bergen.
Zooals op bijna alle eilandengroepen van den Stillen Oceaan neemt de inlandsche bevolking in aantal af volgens de natuurwet, die leert, dat de zwarten langzamerhand verdwijnen, naarmate de beschaving tot hen doordringt en de blanken onder hen in aantal toenemen. Op de Fidsji-eilanden treedt die achteruitgang van het ras duidelijker aan het licht dan ergens anders; naar de laatste schatting wonen er op alle eilanden te zamen niet meer dan 120 000 menschen. In 1859 werd die bevolking op 200 000 geschat en in 1874 nog op 140 000. Een oorzaak, die de vermindering sterk in de hand werkt, is de numerieke minderheid der vrouwen. Wat de Europeanen betreft, hun aantal is nog slechts beperkt en wisselde sedert 1880 af van 2000 tot 3000.
De openbare instellingen zijn wel een bezoek van den toerist waard. Een frisch, goed geventileerd hospitaal, dat door een kundig geneesheer bestuurd wordt, ligt op een heuvel en kan ruim de zieken uit het dorp en uit de omstreken bergen. Nadat ik het had bekeken, zette ik mijne wandeling over de heuvels voort en de dokter, die mij vergezelde, toonde mij de plaats, waar men wil beginnen, dicht bij Suva, amphitheatersgewijze een botanischen tuin aan te leggen. Die tuin, die nu nog in embryonalen staat verkeert, belooft eens zeer belangrijk te worden. Ongelukkig is er nog niet genoeg geld voor bijeen, wat des te meer jammer is, omdat de gouverneur en een der voornaamste ambtenaren hartstochtelijke botanisten zijn. Dank zij hun initiatief kan ik reeds een mooie verzameling planten en boomen zien uit alle deelen der tropische wereld.
In de gevangenis waren, toen ik die bezocht, een twintigtal inboorlingen en twee Europeanen, een Engelschman en een Duitscher. Die laatsten moeten overdag werken met de gekleurde misdadigers, maar des avonds worden ze in cellen gebracht, terwijl de inboorlingen algemeene slaapzalen hebben. Er heerscht eene strenge tucht, zooals in elke engelsche gevangenis, en de arbeid der veroordeelden komt der kolonie in vele opzichten ten goede. Enkele van hen moeten eenen weg aanleggen naar de monding der Rewa; andere moeten aan de haven arbeid verrichten.
Een der laatste avonden van mijn verblijf op het eiland breng ik door bij lieden van de Samoa-eilanden, en zoo kon ik het verschil waarnemen tusschen deze eilanders en die van de groep, waar we zijn. De vrouwen der Samoa-eilanden zijn over 't geheel mooi, ofschoon haar embonpoint de schoonheid niet verhoogt. Ze zijn behaagziek en tooien zich met kleederen, waarin rood, wit en groen de hoofdtinten vormen. Bij elk bezoek wordt gedanst en gezongen, waarbij het lichaam zich in dezelfde bochten wringt als bij de dansen in Indi?.
Als men te Suva of te Levuka des avonds uitgaat, moet men eene lantaarn meenemen. De meeste huizen liggen tusschen de heuvels verspreid en het is niet gemakkelijk, om zonder licht de smalle voetpaden te herkennen, die langs allerlei zigzaglijnen de stad doorkruisen. Op den avond v����r mijn vertrek kwam ik van een diner bij den gouverneur, gewapend met mijne lantaarn, die tegelijk mijn avondtoilet en de struiken langs den weg bescheen, toen een witte slang met zwarte ringen sissend voor mijn voeten langs schoot. Indien ik in een ander land ware geweest, zou ik zeker meer verschrikt zijn geworden, maar ik wist, dat op de Fidsji-eilanden dit kruipend gedierte onschadelijk is. Daar het dier bijna twee meter lang was, kon ik een onwillekeurig gevoel van afkeer niet onderdrukken bij 't zien van het kruipende dier, dat den
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.