Reis naar de Fidsji-eilanden | Page 5

G. Verschuur
ik moet wel tusschen twee bijna naakte grijsaards gaan zitten.
De vergadering wordt geopend, maar in plaats van met eene toespraak begint ze met eenen maaltijd. Een jonge inboorling zet voor het opperhoofd een grooten schotel neer, uit pisangbladeren gemaakt, waarop broodvruchten liggen, terwijl een onzer roeiers een kist ontpakt en flesschen wijn opentrekt. Een andere schotel, die binnen komt, bevat een landsgerecht, nl. garnalen als pat�� klaargemaakt en gewikkeld in een blad, dat mee is gekookt.
Ik houd wel van broodvruchten, die naar onzen aardappel smaken, maar iets droger zijn en de garnalen smaken zeer goed. Wij bieden het opperhoofd sardines aan en aan een der aanzienlijken presenteeren wij kaas; maar beiden trekken een leelijk gezicht en verklaren, niet te kunnen begrijpen, hoe wij dergelijk voedsel kunnen eten. Een stukje kip vindt echter een beter onthaal.
Met de regeling der geldzaken zullen ten minste twee uren gemoeid zijn. Ik maak van de gelegenheid gebruik, om een onderzoekingstocht in het dorp te ondernemen. Het bestaat uit een veertigtal hutten, uit riet, stroo en droge bladeren gemaakt, en tusschen het geboomte verspreid. Enkele zijn moeilijk binnen te komen, daar ze niet op den grond staan, maar op palen rasten, die wel een meter hoog zijn. Kinderen, varkens, kippen en honden krioelen op den leemen grond door elkaar; enorme banaanbladeren beschutten hen tegen de zon. De vrouwen, wier kleeding zich bepaalt tot een gordel van gekleurde stof dicht om de lenden gesloten, vluchten in de hutten, maar ik trotseer de convenance en dring binnen door den nauwen ingang der woningen. Ik houd namelijk het doel voor oogen, dat ik op mijne omzwervingen door den archipel mij heb gesteld, om nl. curiositeiten en oude inlandsche wapenen te verzamelen. Ik vind niet veel bijzonders, maar toch wordt mijne collectie vermeerderd met twee oude knodsen, die ik ontvang in ruil voor een paar aan de dames voorgehouden shillings.
Wij moeten dien avond in het dorp blijven en krijgen de beschikking over de hut, waar we zijn ontvangen; het is het paleis van het dorp en een paal, die er bovenop staat, versierd met witte schelpen, toont genoegzaam aan, dat het de hut van het opperhoofd is. V����r we ons in Morpheus' armen kunnen werpen, wacht ons nog een muzikale soiree, de _meke-meke_ van de Fidsji-eilanders, noodzakelijk slot van elk feest en elke receptie.
De notabelen van 's morgens, naakt tot het middel toe en glimmend van kokosolie, komen binnen en nemen op de matten plaats. Daar mij die houding niet bevalt, ga ik op een onzer kisten zitten en de heer Cox beweert, dat mij, als vreemdeling, die afwijking van de heerschende gewoonte vrijstaat. Een oude, tandelooze man voert met schreierige stem een solo uit en de geheele menigte stemt mee in op een tragische, ver van schoone manier. Langzamerhand zetten de stemmen zich uit, en eindelijk wordt het een oorverdoovend geweld; ze draaien met de oogen en een luid in de handen klappen vermeerdert het lawaai, 't Was of we ons midden in een kannibalenfeest bevonden en werkelijk had die avond ons iets echt origineels laten bijwonen.
De groote warmte maakte, dat ik op nieuw tegen de convenances zondigde. De toerist, die naar de Fidsji-eilanden gaat, mag zich wel een wellevendheidsgids aanschaffen en die ernstig bestudeeren, v����r hij zich in de wereld daar begeeft. De zoon van het opperhoofd had mij een waaier cadeau gegeven en daar ik dien in een hoekje van het vertrek had neergelegd, gaf ik een onzer roeiers een teeken, om mij dien even aan te reiken. Hij schudt het hoofd en maakt eene beweging van verbazing, die ik niet begrijp. De heer Lanford legt mij uit, dat een inboorling het recht niet heeft, iets aan te raken, dat van zulk een hooggeplaatst persoon afkomstig is, of die laatste moet er hem vergunning voor geven.
De zoon van het opperhoofd, die Engelsen verstaat, komt ten mijnen gunste tusschenbeide. Hij heeft op een school te Sydney zijne opleiding ontvangen, maar ondanks het goede onderwijs heeft hij zich niet kunnen voegen naar de zeden en gebruiken van het blanke ras, en in zijn dorp teruggekeerd, heeft hij de gewoonten zijner vaderen op nieuw aangenomen en in een hoek zijner hut de europeesche kleederen weggeborgen, die hem per slot van rekening toch te lastig waren.
Den volgenden morgen namen we in de rivier een heerlijk, verkwikkend bad. Het loopt gelukkig af, want wij hooren kort daarna, dat de rivier dikwijls door haaien wordt bezocht, die even vroolijk tieren in zoet water als in het zoute water der zee. Acht dagen te voren was eene vrouw door een dezer monsters aangegrepen op veertig mijlen afstands van den mond der rivier en den vorigen dag was een man hetzelfde gebeurd.
Wij maken ons voor het vertrek gereed. Het is Zondag; de klok van den katholieken zendingspost roept in de verte de geloovigen op, en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.