Reis naar de Fidsji-eilanden | Page 4

G. Verschuur
den bijbel in de hand in alle hoeken van den tuin en zongen liederen; hij, die voor de keuken zorgde, weigerde hardnekkig op zondag koksdiensten te verrichten. Behalve die overdreven uitingen, had het trio ook onderling twist gekregen, daar de kok door een protestantschen engelschen geestelijke gedoopt was en de beide anderen door de op de eilanden wonende fransche broeders.
Ik bleef drie dagen te Levuka en in de omstreken. Een enkel inwoner bezit er een rijtuig, maar hij kan er niet veel gebruik van maken, want er zijn geen wegen buiten de toegangswegen aan beide zijden der stad.
Vliegen en muskieten zijn er van fabelachtige afmetingen. Gelukkig heeft de Voorzienigheid naast die onverdragelijke insecten een geoefend jager aangesteld, die ijverig jacht op hen maakt. Dat is eene spin, zoo groot als een kleine kikvorsch, die niet gedood wordt, omdat ze zooveel vliegen verslindt. Hagedissen zijn er een onnoemelijk aantal, in rijke verscheidenheid van soorten. De mooiste is een groene hagedis, die zoo groot is als een cameleon en daar veel op gelijkt. Zooals in vele streken van Indi? de witte mier het hout aantast, zoo is de mier van de Fidsji-eilanden de schrik van den boekenliefhebber. Een nieuw boek wordt in korten tijd een oud boek, en ziet er uit, of het van een onzer stalletjes op een kleine markt komt. De mier ontziet zelfs den band niet en waagt zich ook wel aan uwe schoenen of andere lederen voorwerpen.
Mijn stoomboot heeft een duizendtal bossen bananen ingenomen en moet zich op de reede van Navoa op Viti Levu nog van eene zekere hoeveelheid suiker voorzien. Wij vertrekken des avonds en ankeren den volgenden morgen bij een laag land, dat ons eene menigte muskieten toezendt. Er is daar niet veel te zien, alleen een suikerfabriek en wat kokospalmen staan er in eene overigens onbebouwde streek. De werkzaamheden zijn in een paar uren afgeloopen en wij keeren naar Suva terug.
De vriendelijke gouverneur stelt mij een aardig uitstapje voor. Twee ambtenaren moeten zich naar het binnenland van het eiland begeven, om met een opperhoofd enkele zaken te regelen en eene inspectiereis te doen. Als ik er lust in heb, zal hij mij aan die heeren voorstellen en dan kan ik met hen gaan. Zeker heb ik er lust in; de gelegenheid, om op die wijze het leven gade te slaan van een pas uit de barbaarschheid opgeheven volk, lacht mij toe, te meer, daar mijne reisgezellen vloeiend de taal der eilanders spreken en mij inlichtingen zullen kunnen geven over al, wat ik wensch te weten.
De heeren Cox en Lanford komen mij den volgenden morgen afhalen. De boot van den gouverneur wacht ons aan 't eind der pier; zes kloeke roeiers zijn gereed en de kisten aan den achtersteven bevatten een rijke verscheidenheid van proviand, want de spijs en drank, die men ons in de dorpen, die wij zullen bezoeken, zou kunnen aanbieden, zouden niet best overeen zijn te brengen met de behoeften van europeesche magen. De matrassen, de vliegennetten en dekens zijn ingepakt; een zeil op beweegbare palen zal ons tegen de zonnestralen beschutten en het zal ons naar de engelsche beginselen van comfort aan niets ontbreken.
Zoodra we met flinke riemslagen de haven achter ons hebben gelaten, worden de zeilen geheschen en onze boot glijdt over de gladde zee vlug voort. We gaan de rivier de Rewa in, die over eene lengte van 45 mijlen bevaarbaar is en tot op twintig mijlen van hare monding eene breedte heeft van 200 M. De oevers zijn laag en met een dicht plantenkleed bedekt; bananen en kokospalmen groeien er in overvloed.
Des namiddags varen we een kreek binnen, waar de boot wordt vastgelegd aan een boomstam. Wij klauteren aan land en worden door het opperhoofd en de aanzienlijken uit den omtrek ontvangen, die allen zijn toegestroomd, om de straks te houden plechtige vergadering bij te wonen. Er moet rekening en verantwoording worden gedaan. De belastingen, die de inboorlingen schuldig zijn, worden betaald in voortbrengselen, vooral bananen. Daar de geheele oogst naar Suva is overgebracht, moet ieder der belastingschuldigen nog eenig geld terugontvangen en in handen van het opperhoofd en de aanzienlijken wordt nu de schuld der regeering door den heer Cox afgedragen.
Eenige zakken met geld worden neergelegd op de mat, die bij geene offici?ele bijeenkomst ontbreekt en het geheele gezelschap plaatst zich gehurkt rondom den vertegenwoordiger van den gouverneur. Geen enkele stoel bestaat in het geheele dorp; men buigt, zoo goed het gaat, op de hurken neer of strekt zich uit op de matten, die hier en daar zijn neergelegd. Ik maak ernstig inbreuk op de etiquette, door plaats te nemen op de plank, bij den ingang, ten einde wat frissche buitenlucht in te ademen, in plaats van de onaangename geuren binnen in de woning. De heer Cox maakt eene opmerking over de fout, die ik bega, en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.