Reis naar de Fidsji-eilanden | Page 3

G. Verschuur
te weten, of Suva een nog al vrij goed hotel bezat en ik was verbaasd geweest, toen ik vernam, dat er drie waren. Ik koos dat, hetwelk mijn medereiziger mij als het beste had aangewezen en werkelijk had ik mij over mijn keus niet te beklagen. Vele dergelijke inrichtingen in andere koloni?n kunnen in de verste verte niet wedijveren met het h?tel van mevrouw Mac Donald en hare dochters. Wel laat de keuken er, zooals in alle engelsche koloni?n, te wenschen over, maar ik was reeds sedert maanden gewend geraakt aan een menu, dat onveranderlijk uit dezelfde gerechten bestond, nl. uit in water gekookte groenten, sausen van aangemengd meel en visch, die zonder zout was klaar gemaakt. Gelukkig heb ik brieven voor enkele der aanzienlijkste inwoners, onder anderen voor den dokter, die, in Frankrijk opgevoed, de keuken weet te waardeeren en, _last not least_, voor den gouverneur, wiens tafel mij de verschrikkelijke maaltijden op de laatste bootreis doet vergeten.
De gemeenschap tusschen de verschillende eilanden der Fidsji-groep is niet zeer levendig; alleen de maandelijksche stoomboot van Auckland, waarmee ik ben aangekomen, gaat door naar Levuka, na twee dagen oponthoud in de haven van Suva. Ik maak dus van die gelegenheid gebruik, en bij het vallen van den avond vertrekkend, ben ik den volgenden morgen vroeg in de stad Levuka.
Toen onze boot de haven binnenvoer kwam de handelsman, voor wien ik een aanbevelingsbrief had, aan boord, om een praatje met den kapitein te maken. Hij was een zeer beminnelijk man, die mij op zijn kantoor bracht en zich geheel te mijner beschikking stelde.
Het is nog slechts half zeven en toch is de geheele bevolking in dit vroege morgenuur reeds bij de hand.
Het is de tijd, waarop men in de bergen gaat baden, zegt mijn vriend tot mij, en noodigt mij uit, hem daarheen te vergezellen. Ik laat eenige verwondering blijken bij de invitatie, omdat de bergen mij minder geschikt schijnen voor die wijze van verkoeling, die ik eerder aan het strand zou hebben verwacht; maar weldra wordt mij de zaak duidelijk. De zee krioelt van haaien en kan daarom niet voor het baden in aanmerking komen. Daarentegen heeft men een helderen waterstroom, die van de bergen vloeit, op kosten der aanwezige Europeanen, gebruikt om een meertje te vormen, dat men na een korte wandeling bergop bereikt. Een opeenhooping van rotsen en planten houdt het water tegen, en men heeft een kleine ruimte opengelaten, waardoor de stroom zijnen weg bergaf kan vervolgen, terwijl het van boven komende frissche water het vijvertje op de gewenschte hoogte houdt en er voortdurend den inhoud van vernieuwt. Al die heeren, die in hunne hemdsmouwen zich naar die nieuwerwetsche zwemplaats begeven, met hunne handdoeken over den arm, vormen een heelen stoet. De vermoeienis van het stijgen wordt ruimschoots vergoed, eensdeels door de frischheid van het heldere meertje, anderdeels door den heerlijken aanblik, dien men van de hoogte af geniet. Een kring van groene heuvels omringt ons aan alle kanten, bananen en kokospalmen sieren de vruchtbare dalen en tot op den top der bergen kan men den heerlijken plantengroei der tropen bewonderen.
Ze zijn gelukkig, die indolente inboorlingen der Fidsji-eilanden, die zich buiten alle woelingen onzer beschaafde wereld kunnen houden; de wateren zijn er vischrijk; de vruchtbare bodem brengt in overvloed groenten en vruchten voort; zij oogsten zonder inspanning. Alles schijnt mee te werken, om aan de bevolking dezer begunstigde streken een vreedzaam leven te verzekeren; een heerlijk klimaat heerscht er; ze kennen geen ontbering en geene begeerlijkheid en zonder zorg voor den komenden dag slijten zij hun rustig bestaan. En toch hebben verwonderlijker wijze juist op de tallooze eilanden van dezen Grooten Oceaan vreeselijke drama's plaats gehad, en zonder de tusschenkomst der europeesche staten zou de barbaarschheid met al hare gruwelen en martelingen er nog heerschen. De tooneelen van kannibalisme, die op de Fidsji-eilanden zijn afgespeeld, overtreffen in wreedaardigheid al wat de eilanden in den omtrek te zien hebben gegeven, en indien de pogingen der zendelingen betrekkelijk goede resultaten hebben opgeleverd, toch hebben vooral de engelsche geweren de zeden dezer inboorlingen verzacht. Vrees voor straf heeft eene groote rol gespeeld bij de verdwijning van de wreedheden uit vroeger dagen.
Wat den arbeid der zendelingen aangaat, hoe prijzenswaardig hij ook zij, hij leidt dikwijls tot vreemde verschijnselen. De wilde van gisteren, wien men de bijbelsche geschiedenis en de beginselen van het Evangelie bijbrengt, wordt een soort van dweper.
Eens, toen ik bij een familie te Suva dineerde, maakte de vrouw des huizes verontschuldigingen op het punt van den maaltijd en vertelde mij, dat goede bedienden bijna niet meer te krijgen waren. Ze had, na haar geduld tot het uiterste te hebben ingespannen, drie bedienden moeten wegzenden, die ze sinds jaren in dienst had en die haar nooit eenige reden tot klagen hadden gegeven. Nadat ze christenen waren geworden, verborgen zij zich met
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.