den bodem
van het oude en geheimzinnige Azië, het wonderland der mythen,
traditiën en sagen, het land der oorsprongen, de bakermat der stammen,
die in verschillende tijdperken Europa hebben overstroomd. Kaukasië
en Armenië maken niet dienzelfden onbeschrijfelijken indruk. Wel
behooren zij, geografisch, tot het aziatische vasteland, maar zij liggen
dichter bij ons, hunne geschiedenis is ons vrij wel bekend, en sedert
vele eeuwen stonden zij in veelvuldige aanraking met het Westen; maar
hier, aan den oostelijken oever van de Kaspische-zee, betreden wij
inderdaad het echte Azië, dat in vollen nadruk eene andere, vreemde
wereld is. Het is de huivering voor het onbekende, het
ondoorgrondelijke, die u aangrijpt.
Uit de verte gezien, vertoont de kust zich als een vlakke, licht gele
streep, die scheiding maakt tusschen het azuur des hemels en het
donkerblauw der zee. De boot nadert, en zoo ver de blik reikt, ziet men
niets dan zandduinen. Deze kale, naakte zandvlakte was, voor acht jaar,
het punt van uitgang voor de russische generaals, toen zij een werk
ondernamen, dat voor onmogelijk gold en dat toch door den beroemden
Skobeleff werd volvoerd: de verovering der woestijn van Turkmenië.
Maar de boot, die uit hoofde van de ondiepte haar vaart heeft vertraagd,
laat Krasnowodsk links liggen. Te Tiflis verkeert men nog in de
meening, dat de boot Krasnowodsk aandoet, en dat de reizigers en
goederen daar overgaan op eene andere boot van minder diepgang, om
daarmede de volgende aanlegplaats te bereiken, Mikhaïlowsk, het
aanvangspunt van den beroemden transkaspischen spoorweg. Dit is
echter niet het geval. Krasnowodsk, hoofdplaats van een district, met
eene bevolking van driehonderd zielen, en zetel van een kolonel, die
met het opperbevel is bekleed; Mikhaïlowsk, een zeer belangrijk station
van de spoorlijn:--ze zijn sedert zeer onlangs verlaten voor eene nieuwe
haven, die uit een economisch oogpunt de voorkeur verdient en aan alle
eischen voldoet. Deze haven heet Oezoen-Ada; de noodige werken
werden in drie maanden voltooid. De overtocht van de Kaspische-zee,
die tot nu toe ongeveer twee dagen vorderde, wordt daardoor
aanmerkelijk verkort.
Terwijl de Grootvorst Constantijn langzaam haar weg vervolgt, na de
passagiers van Krasnowodsk te hebben opgenomen, die met een klein
stoombootje werden aangevoerd, trekt het onze aandacht, dat het schip
met de grootste behoedzaamheid zich een weg baant midden door een
doolhof van eilandjes en zandplaten, slechts door een smal kanaal van
den vasten wal gescheiden. De kapitein staat op de brug, en een
loodsboot wijst het schip den weg. Na verloop van drie uren, bij eene
kromming van het kanaal, ziet ge eensklaps eene reede voor u, eene
met schepen gevulde haven, eene kleine drukke stad, een
spoorwegstation met blazende en snuivende locomotieven: dat is
Oezoen-Ada. De zeearm of geul, die u herwaarts heeft gebracht, strekt
zich nog omstreeks veertig kilometers verder uit, maar wordt steeds
bochtiger, smaller en ondieper, om te Mikhaïlowsk te eindigen, waar de
diepte niet meer dan tusschen de zeven en acht voet bedraagt.
De boot ligt stil bij een fraaien aanlegsteiger, waarop verschillende
spoorlijnen uitloopen, en waartegen reeds een groot stoomschip met
troepen ligt vastgemeerd. Op het dek der boot en langs de kaai wemelt
het van groene uniformen en witte petten. Daar wordt op een trompet
geblazen, en allen spoeden zich naar boord. Eene laatste omhelzing, en
de trossen van het stoomschip worden losgegooid. Die dappere en
geharde strijders komen van de grenzen van Afghanistan; na een
campagne van twee jaren, hebben zij het waarlijk wel verdiend, naar
het heilige Rusland terug te mogen keeren. Uit volle borst heffen zij
juichkreten aan, nu de zandige aziatische kust langzaam wijkt en de
boot koers zet naar de groene oevers van Astrakhan.
Intusschen zijn verschillende officieren aan boord van de Grootvorst
Constantijn verschenen. De telegraaf heeft reeds vooruit de komst van
twee vreemde toeristen gemeld: zij zijn gekomen om ons te ontvangen.
De stationschef--een luitenant die fransch spreekt--is mede in persoon
verschenen; hij leest de otkrytiji-list, door prins Dondoukow-Korsakow
geteekend, wiens gezag zich ook over het transkaspische gebied
uitstrekt, en stelt zich aanstonds met de meeste voorkomendheid tot
onze beschikking. Wij nemen plaats in den wagen, en stoomen in een
paar minuten naar het station.--Daar moeten wij drie uren wachten. Dit
oponthoud is niet aangenaam, maar zeer verklaarbaar: de trein wacht
namelijk op de boot, en men heeft dus den tijd wat ruim moeten nemen
met het oog op mogelijk oponthoud. Dit is nog inderdaad het beste
middel om de geregelde gemeenschap te verzekeren. Het is toch
verkieslijker, als de boot op tijd aankomt, een paar uren aan het station
te moeten wachten, dan zich hier drie dagen lang te moeten vervelen,
om op de volgende boot te wachten. Bovendien is alles hier zoo nieuw
en zoo vreemd, dat het wel een kijkje waard is, waartoe wij nu
ruimschoots gelegenheid hebben.
Oezoen-Ada beteekent letterlijk Lang-Eiland. Inderdaad bevinden wij
ons op een dier
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.