Reis door Griekenland | Page 3

Not Available
opgravingen bewerkstelligd. De
uitkomst heeft alle verwachting overtroffen: men heeft daar niet alleen
fragmenten gevonden, die tot de uitnemendste voortbrengselen der
grieksche kunst kunnen gerekend worden, maar ook eene duidelijke
voorstelling verkregen van het oude Olympia, de zoo bij uitnemendheid
gewijde plek, het algemeene heiligdom der helleensche stammen.
Ongetwijfeld zullen mijne lezers mij dankbaar zijn, indien ik hun eene
beknopte schets poog te geven van deze beroemde plaats, waar om de
vier jaren de groote spelen werden gevierd, waaraan de gansche
helleensche wereld deel nam.
Het geheele terrein was in drie deelen gesplitst: vooreerst de met een
muur omgeven tempelruimte, de zoogenoemde Altis, die uitsluitend
den goden behoorde en slechts aan de zuidzijde een enkelen
hoofdingang had, waardoor de processies haar weg namen; ten tweede,
de daarbuiten gelegen terreinen en gebouwen voor de verschillende
spelen en wedstrijden; eindelijk, de noodige gebouwen en inrichtingen
voor de priesters en tempeldienaars, voor de huisvesting der
feestelingen en pelgrims, voor gezellig verkeer, voor de uitoefening van
verschillende ambachten en bedrijven. Het middelpunt van de Altis was
het groote altaar van Zeus, dat op een omvangrijken steenen onderbouw,
uit de met water uit den Alpheios vermengde asch van de verbrande
beenderen der offerdieren was gebouwd, en op hetwelk dagelijks
geofferd werd. In de nabijheid, meer westelijk, stonden twee andere
heiligdommen: het Heraion, een dorische, aan Hera gewijde tempel,
met kostbare wijgeschenken; en het heiligdom van Pelops (het
Pelopion), eene gewijde tempelruimte door muren omringd, met
boomen beplant en met standbeelden versierd. Ten zuiden van het

Pelopion verrees de kroon en het schoonste sieraad van de Altis: de
beroemde tempel van den olympischen Zeus, door de Eleaten ter
herinnering aan hunne zegepraal over de Pisaten gebouwd. Deze wijd
vermaarde tempel was een dorische peripteros, in grootte maar weinig
onderdoende voor het Parthenon van Athene, met zes maal dertien
zuilen van kalksteen, met fijne stuc bekleed. Het inwendige der cella en
al het beeldwerk was van wit marmer. Het westelijk fronton bevatte,
zoo als ik reeds zeide, de voorstelling van den strijd tusschen de
Kentauren en de Lapithen; in het oostelijk gevelveld had Paeonios uit
Mende de toebereidselen afgebeeld tot den wedstrijd tusschen Pelops
en Oenomaos. In eene afzonderlijke kapel van de cella bevond zich het
grootste en schoonste werk der helleensche plastiek, het
wereldberoemde kolossale beeld van Zeus, door Phidias uit goud en
elpenbeen vervaardigd. De god was, naar de schildering van Homeros,
voorgesteld zittende op zijn troon, met den langen schepter in de eene,
en eene gevleugelde Nike (Victoria) in de andere hand.--In de
onmiddellijke nabijheid van dezen tempel stond de wilde olijfboom,
van welken een knaap, met een gouden mes, de kransen afsneed voor
de overwinnaars; en tusschen den tempel en het groote altaar zag men,
onder een op vier zuilen rustend dak, een houten pilaar, die, volgens de
legende, tot het huis van Oenomaos zou hebben behoord.--Van de
andere gebouwen binnen de gewijde omwalling der Altis, noemen wij
nog het Hippodamion, nabij den hoofdingang aan de zuidzijde, in
hetwelk de vrouwen, eenmaal in het jaar, aan Hippodamia offers
brachten; voorts, aan den noordelijken muur, het aan Hestia gewijde
Prytaneon, waarin den overwinnaars een feestmaal werd aangeboden;
het Philippeion, eene met beelden versierde rotonde, door Philippus
van Macedonië na den slag bij Chaeroneia opgericht; het Metroön, een
aan de moeder der goden gewijde dorische tempel, en het Bouleuterion,
het lokaal waar de kamprechters hunne zittingen hielden, met een
standbeeld van Zeus Horkios, den handhaver der eeden; eindelijk een
oud theater, benevens altaren van Zeus en galerijen en zalen, waar de
feestvierenden samen kwamen.
Buiten den noordelijken Altismuur stonden, op eene rij, aan den voet
van den Kronionheuvel, de schatkamers der verschillende steden; de
laatste van deze schatkamers grensde ten oosten aan het stadion, de

renbaan voor den wedloop, dat van het noorden naar het zuiden eene
lengte van bijna tweehonderd ellen had; verder, meer oostwaarts, het
hippodromos, de tweemaal zoo lange baan voor het wedrennen met
paarden en wagens. In de nabijheid van dit laatste stond een tempel van
Demeter, wier priesteres het recht had, bij de spelen tegenwoordig te
zijn en tegenover de kamprechters plaats te nemen. Buiten de Altis had
men voorts nog het gymnasion, ten westen van den Kronionheuvel, met
de woningen en de oefenplaatsen der athleten; en eindelijk herbergen,
woningen voor de priesters, winkels, werkplaatsen, tenten en
dergelijken, die de gansche oppervlakte tot aan den Alpheios bedekten.
Al deze heiligdommen en gebouwen kennen wij alleen uit de
beschrijving van Pausanias, die in de tweede eeuw na Christus
Griekenland bereisde en al deze monumenten nog met eigen oogen zag;
sedert zijn zij, deels door menschenhanden, deels door aardbevingen,
overstroomingen en andere natuurwerkingen, verwoest, zoodat zij bijna
spoorloos verdwenen zijn.
De beroemde spelen ter eere van Zeus werden om de vier jaren,
omstreeks volle maan na den zomerzonnekeer, gehouden; aanvankelijk
tot één dag beperkt,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 22
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.