Pisa | Page 4

Not Available
in denzelfden stijl ontworpen, met dit
onderscheid alleen dat de florentijnsche kunstenaars aan hunne
monumenten meer fijnheid, die van Pisa meer relief en kleur geven.
De kenmerkende eigenschap van deze gebouwen is het streven naar
nauwkeurigheid, naar regelmaat en zuiverheid; het verstand heeft
blijkbaar den voorrang boven de fantazie. In de gothische architektuur
is juist het omgekeerde het geval. Wij hebben te doen met eene
eenigszins koude, maar bij uitnemendheid edele kunst, die overal den
invloed verraadt van de antieke modellen. Beschouw aandachtig de
doopkapel te Florence: welk een soberheid in de keus der middelen om
afwisseling en schakeering te verkrijgen! Een bescheiden pilaster, zeer
sober inlegwerk: ziedaar alles. De toskaansche architektuur stond toen
ongetwijfeld dichter bij de Renaissance dan tweehonderd jaren later,
tegen het einde van de vijftiende eeuw, na Orcagna en vóór
Brunellesco.

De laatste periode van de geschiedenis van Pisa wordt bijna geheel
ingenomen door hare worsteling met Florence en de herhaalde veeten
en oorlogen harer burgers onderling, die zich in twee partijen splitsten.
Deze partijen schaarden zich ook hier, zij het ook onder eigen namen,
onder de banier der Ghibellijnen en der Welfen: in den grond der zaak
gold het mede te Pisa minder de tegenstelling tusschen Keizer en Paus,
dan wel die tusschen demokratie en aristokratie. In den loop der
veertiende eeuw zien wij telkens nieuwe machthebbers--tyrannen zou
de grieksche oudheid hen hebben genoemd, de echte telgen der
demokratie, die zij overal en altijd voortbrengt, optreden, die zich van
het hoogste gezag meester maken, korter of langer tijd regeeren en met
meer of minder geluk de vijanden der republiek bekampen en haar
grondgebied verdedigen of zelfs uitbreiden. Zoo werd voor een poos
Lucca aan de macht van Pisa onderworpen; zoo werd telkens en telkens
weer, met afwisselenden uitslag, de kamp met Florence hervat; zoo

wist de republiek, in de laatste helft der veertiende eeuw, onder de
heerschappij van Piëtro Gambacorti, zelfs tegenover den Keizer hare
zelfstandigheid te handhaven. Piëtro werd in 1392 door zijn vriend
Giacomo Appiano vermoord; Giacomo nam zijne plaats in maar stierf
reeds zes jaren later. Zijn zoon Gherardo verkocht in 1399 Pisa met
haar gebied aan Giovanni Galeazzo Visconti, hertog van Milaan. De
hertog gaf de stad aan zijn natuurlijken zoon Gabriële, die haar in 1405
aan haar gezworen vijandin, aan Florence, verkocht. Wel stonden de
verontwaardigde burgers op en riepen Giovanni Gambacorti, een neef
van Piëtro, uit de ballingschap terug, om zich aan hun hoofd te stellen;
maar reeds in het volgende jaar moest de fiere stad, door honger tot
overgave gedwongen, zich aan Florence onderwerpen; de helft harer
burgers nam de wijk naar elders. Met bitteren wrok droeg Pisa het
gehate juk de Florentijnen; wel mocht Lorenzo il Magnifico, in 1472,
hare universiteit herstellen, de nog altijd bloedende wonde werd
daardoor niet genezen. Nauwelijks was dan ook, in 1494, de koning
van Frankrijk, Karel VIII, op zijn avontuurlijken tocht in Toskane
verschenen, of in Pisa ontwaakte nog eenmaal de oude energie: zij
kwam in opstand tegen Florence, riep de bescherming des Konings in,
en wist, met behulp van fransche troepen, in een bloedigen krijg, hare
onafhankelijkheid en haar vroeger gebied te herwinnen. Vergeefs
beproefde Florence in 1499, nog eens in 1504 en nogmaals in 1505, de
heldhaftige stad tot onderwerping te dwingen; eerst in 1509 moest Pisa,
door honger geteisterd, zich wederom voor haar overmachtige
mededingster buigen. Deze geweldige inspanning had hare laatste
krachten uitgeput; het oude Pisa had geleefd en schikte zich tot den
langen, zwijgenden slaap, waarin wij de uitgestorven stad nog heden
gedompeld vinden.

En nu, nu wij een blik geworpen hebben op haar roemrijk verleden,
richten wij nu onze schreden naar dat misschien op de geheele wereld
ongeëvenaarde plein, waar naast elkander, de dom, de campanile, de
doopkapel en het Campo-Santo staan, waar het oude Pisa in al zijne
onsterfelijke glorie voor onze oogen als uit het graf verrijst.
Het is een onuitsprekelijk genot, na eene lange tusschenpooze,

wederom de plaatsen te bezoeken, die men in den schoonen tijd der
jeugd heeft bezocht. Negen jaren geleden kwam ik hier voor het eerst,
en sedert dien tijd heb ik Pisa niet weergezien. De indrukken, die ik
destijds ontving, waren zoo levendig en diep, dat zij nu, bij het
wederzien, aanstonds met volle kracht weder ontwaken. Het was op het
feest van Allerheiligen. Nog hoor ik de zware, ernstige, welluidende
stem van de groote klok in den campanile, met korte tusschenpoozen,
van den morgen tot den avond weergalmende over de stille stad; nog
weerklinkt in mijne ooren het heerlijk koorgezang in de kathedraal met
begeleiding van orgel en strijkinstrumenten. Die herinnering is voor mij
onafscheidelijk van het Domplein, dat daardoor als met een hooger
leven wordt bezield en mij een oude bekende, een geliefde vriend is,
dien ik na eene lange scheiding met innige blijdschap wederzie.
Nog
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 31
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.