ondergang van de dynastie der Hohenstauffen en het verlies van de
christelijke bezittingen in het Oosten brachten aan Pisa's macht zware
slagen toe. In 1282 barstte, ter zake van Sardinië en Corsika, een
nieuwe oorlog met Genua uit, die voor Pisa allernoodlottigst afliep: in
den zeeslag bij Molara (1284) werd de pisaansche vloot geheel vernield.
Van dezen slag kon de stad zich nooit geheel herstellen; van haar vloot
beroofd, was zij buiten staat haar overzeesche bezittingen te
beschermen, die in volgende oorlogen voor en na verloren gingen. De
andere vijanden van de zoo lang overmachtige koopstad, Lucca, Pistoja,
Florence, Siena, Prato, Volterra, haastten zich van de gelegenheid
gebruik te maken: zij verbonden zich met Genua, en tastten Pisa te land
aan, terwijl Genua den oorlog ter zee voortzette. Eene binnenlandsche
omwenteling redde de stad: in 1285 maakte de welfische partij zich van
het gezag meester en zoo kwam de vrede met de bondgenooten tot
stand. Het hoofd der Welfen in Pisa was Ugolino della Gherardesca, die
echter reeds in 1288 door de Ghibellijnen werd omver geworpen en met
twee zijner zoons den hongerdood stierf. Twee jaren later barstte op
nieuw de oorlog met Lucca, Florence en Genua uit, en ook deze oorlog
had voor Pisa een zeer ongelukkigen afloop: het moest Corsika,
Sardinië en een deel van zijn gebied op het vasteland aan Genua afstaan
en eene schatting van honderd-zestigduizend goudstukken betalen. Het
glansrijk tijdperk van macht en voorspoed was voor Pisa onherroepelijk
voorbij.
Maar in dat tijdperk, waarin Pisa op schier ieder gebied Genua en
Venetië overstraalde, valt de stichting van de drie grootsche
monumenten, de Domkerk, de Scheeve Toren en de Doopkapel.--In de
geschiedenis van de toskaansche kunst geeft Pisa haar naam aan de
eerste der drie groote perioden, die na den ondergang der klassieke
beschaving op elkander zijn gevolgd. Florence is de stad van de
Renaissance; Siena vertegenwoordigt het tijdvak der gothiek; te Pisa
aanschouwt men den romaanschen stijl in al zijn pracht en zuiverheid.
De monumenten, in deze periode door de Pisanen gesticht, zijn niet
alleen de rijkste, maar ook de volmaaktste van dien tijd. De naburige
steengroeven van Serravezza, van Carrara, van Massa, leverden het
fraaiste witte marmer, dat men wenschen kon. Om den glans en de
schoonheid van deze uitmuntende edele bouwstof nog te beter te doen
uitkomen, gebruikte men daarnevens, in kunstrijke afwisseling en
schakeering, zwart en gekleurd marmer van allerlei verwe. In- en
uitwendig schitterde de dom van Pisa--en schittert ten deele nog--in de
rijkste kleurenpracht; overal zijn de wanden ingelegd met verschillende
marmersoorten, die geometrische figuren, sterren, cirkels, driehoeken
vormen. De vloer was bekleed met een rijk mozaïek, eene navolging
van de prachtige oostersche tapijten (deze soort van mozaïek is bekend
onder den naam van opus alexandrinum), waarvan nu nog enkele
fragmenten onder den koepel over zijn. En met dezen rijkdom der
materialen wedijverde de sierlijkheid der vormen. In meest alle
gebouwen te Pisa merkt men een streven op om de verschillende doelen
der constructie goed te doen uitkomen. De muurvakken, de massieve
pijlers van een vroeger tijdperk worden vervangen door een vernuftig
stelsel van arkaden en rondbogen, door zuilen gedragen, die zich met
onberispelijke regelmatigheid ontwikkelen, zonder den indruk van
eentonigheid te weeg te brengen. Deze kunst is nog statig en ernstig,
maar al het plompe en ruwe heeft zij afgelegd.
Wij hebben hier dien eersten bloeitijd der middeleeuwsche kunst, zoo
treffend schoon door Taine geteekend, waar hij in zijne Voyage d'Italie
zegt: "Eene renaissance vóór de Renaissance, eene tweede, bijna zuiver
antieke ontluiking van de antieke beschaving, een vroeg ontwikkeld en
volledig besef van de gezonde, gelukkige schoonheid, eene lentebloem
na een sneeuwlaag van zes eeuwen: ziedaar de denkbeelden en
uitdrukkingen, die onwillekeurig oprijzen in den geest en zweven op de
lippen. Alles is marmer, wit marmer, waarvan de smettelooze
blankheid schitterend uitkomt tegen de blauwe lucht. Overal groote
degelijke vormen: de koepel, de breede muren, de in juist evenwicht
gehouden verdiepingen, de stevige grondslag van het ronde of
vierkante gebouw; maar deze aan de antieke wereld ontleende vormen,
zij overkleeden ze, als een oude boomstam waarover zich een sluier
van jeugdig groen weeft, met de scheppingen van hun eigen vernuft,
een reeks van smaakvolle zuiltjes en bogen; en te vergeefs zoekt ge
naar woorden, om de oorspronkelijkheid, de bekoring van deze
herboren architektuur naar waarde te prijzen."
Al spoedig doet de school van Pisa haar invloed ook naar buiten gelden:
het grootste gedeelte van Toskane volgde weldra het hier gegeven
voorbeeld. Te Lucca zijn een half dozijn kerken niet anders dan eene
herhaling van de architektonische motieven der kathedraal van Pisa. De
kathedralen te Prato en te Empoli; verschillende kerken te Pistoja; de
Pieve te Arezzo; de doopkapel te Florence, de kerk van San-Miniato in
de nabijheid dier stad, de Badia van Fiesole:--al deze kerken, uit de
twaalfde eeuw dagteekende, zijn
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.