eiland Naudronga een groote veldslag geleverd; de lijken van de in
den strijd gevallen krijgshelden werden voorloopig in eene soort van
schuur nedergelegd, om later begraven te worden. In den volgenden
nacht brak in die schuur een brand uit en de lijken werden half
geroosterd. Overeenkomstig de bevelen van hunne aanvoerders
moesten de krijgslieden de meer dan half gebraden overblijfselen der
gesneuvelden overbrengen naar de vooruit gereed gemaakte graven.
Onderweg brachten die mannen, onbewust en instinktmatig, hun
vingers aan den mond, en zij bevonden dat menschenvleesch zeer goed
smaakt".--Alzoo zou op de Fidji-eilanden de anthropophagie zijn
ontstaan. De welwillende schrijver voegt er, tot verontschuldiging van
zijne goede vrienden, de eilanders, bij, dat men in dien tijd op het
eiland Naudronga niet anders te eten had dan het vleesch van ratten,
wat juist geene uitgezochte spijs is.
De Papoeas verklaren dat het vleesch der blanken afschuwelijk is. Naar
het schijnt, zijn wij te sterk gezouten en smaken wij naar tabak.
Viti-Levoe is het voornaamste eiland van den Fidji-archipel. Het
midden van dit eiland wordt geheel ingenomen door bergen, wier
indrukwekkende massa hoog oprijst boven de omringende wouden en
de met zoogenoemde brousse overdekte vlakten. Men zou zich eene
geheel verkeerde voorstelling maken van de wouden van Oceanië,
indien men die vergeleek met de wouden van bijvoorbeeld Amerika of
Afrika: ondoordringbare wildernissen van hoog en laag geboomte, van
kreupelhout en struikgewas, door verscheurende of giftige dieren
bewoond en bezaaid met poelen en moerassen, die doodelijke
uitwasemingen verspreiden. Op de eilandengroepen van den
Stillen-oceaan vertoont de natuur een geheel ander karakter: zij mist dat
geweldige, dien overstelpenden rijkdom van altijd nieuw, machtig
scheppend leven, die voor onze noordsche verbeelding haast iets
pijnlijks heeft. Op de Fidji-eilanden herinneren de bosschen aan die van
Europa: zij bevatten prachtige boomen, maar daar is ruimte tusschen de
stammen; in het bosch vindt ge open plekken; heldere beekjes
wandelen er tusschen het groen; de heerlijke geuren van oranje- en
citroenboomen doorademen de lucht; bevallige lianen slingeren zich
om stammen en takken.
De zoogenaamde brousse levert daarentegen een ernstig beletsel op,
niet alleen voor de reizigers, die het binnenland wenschen te bezoeken,
maar ook voor de planters die den grond moeten ontginnen. Zij vormt
eene schier ondoordringbare massa van doornige struiken, van
kreupelhout, van doode stammen, van gras en hoog opgeschoten
kruiden, van wortels die zich om uw beenen slingeren, en waarvan ge u
slechts met behulp van uw bijl of uw jachtmes kunt bevrijden.
Uitstapjes in dit nog zoo geheel nieuwe land zijn zeer interessant, maar
met eigenaardige bezwaren verbonden.
Na mijne terugkomst in het vaderland kwam mij een brief in handen,
dien ik geschreven had na eene wandeling op Viti-Levoe, nog geheel
onder den verschen indruk van het oogenblik. Men vergunne mij ten
slotte dezen brief hier mede te deelen.
III
Den negenden September 1882, bij het krieken van den dag, terwijl
iedereen aan boord, met uitzondering van de wacht, nog rustig sliep,
liet ik mij naar den wal roeien en begaf mij naar de plaats, waar ik
volgens afspraak mijne inlandsche gidsen zou vinden. Ik wilde een
uitstapje maken naar de Waï-Levoe of rivier van Rewa, waarvan men
mij de bekoorlijke oevers ten zeerste had geroemd; de rivier is vrij
breed en diep en met prauwen bevaarbaar tot de bergen van Ulinikora,
die de centraalgroep vormen der bergketenen van Viti-Levoe. Ik zou
voor den nacht de gastvrijheid inroepen van den missionaris van het
dorp Rewa, een ouden kluizenaar, bijna geheel van de beschaafde
wereld vervreemd, maar van wien ik wist, dat hij verschillende
legenden en sagen der eilanders had vertaald. Ik moest voor
zonsondergang ruim vijf-en-veertig kilometers afleggen, maar ik
vertrouwde op mijne beenen en op mijne gidsen. Intusschen begonnen
deze laatsten met op het appèl te mankeeren. Hoe onaangenaam dit ook
was, liet ik mij toch niet afschrikken, en ging alleen op weg, rekenende
op de aanwijzingen, welke de adjudanten van den gouverneur mij
gegeven hadden; bovendien had ik deze zinsnede uit de taal der
inlanders onthouden: "Ive na sala ki Rewa (wijs mij den weg naar
Rewa)".
Het pad, dat ik vol vertrouwen op mijne kaart moedig insloeg, liep door
een bosch en kwam vervolgens uit op een der wegen die de
suikerrietplantages in de vallei van Rewa doorsnijden en onderling
verbinden. Ondanks den fijnen regen, die in den nacht gevallen was en
den grond glibberig had gemaakt, volbracht ik den tocht van Suva naar
de Waï-Levoe zonder eenig ongeval. Ik wandelde onder een gewelf van
groen, tusschen twee hagen van sierlijke boomvarens, van australische
pijnboomen en van palmen, waarop en waaromheen duizenden
papegaaien van allerlei grootte en kleur, onder oorverdoovend gekrijsch
en geschreeuw, sprongen, vlogen, fladderden. Deze vogels waren
overigens de eenige levende wezens, welke ik ontmoette; maar ik had
te lang in Oceanië vertoefd om mij daarover te verwonderen.
In deze archipels zijn
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.