Nantas | Page 7

Emile Zola
wij in de wereld gekomen om 't
met elkaar zeer wel te kunnen vinden ... Ik zie wel, dat gij mij veracht,
dat komt, omdat ge mij niet kent."
En hij vertelde, koortsachtig opgewonden, van zijn leven te Marseille
en van zijn vergeefsche pogingen te Parijs. Wat baatte het oordeel der
menigte, als men den voet op haar nek kon zetten! Het was alleen maar
de vraag boven haar te staan. Macht was een excuus voor alles. Met
breede trekken teekende hij haar het leven, dat hij wenschte te leiden.
Hij vreesde geen hindernissen, niets zou tegen zijn kracht kunnen
opwegen, hij zou sterk zijn en gelukkig.
"Geloof niet, dat ik mij verkoop voor uw geld," vervolgde hij. "Ik
accepteer uw geld alleen om hoog, zeer hoog te kunnen stijgen ... O, als
gij wist, wat er in mij leeft, als gij mijn droom kendet, dien de
werkelijkheid steeds weder verjaagd heeft, dan zoudt gij mij begrijpen
en misschien met fierheid uw arm leggen in den mijnen, u gelukkig
achtende mij de middelen te kunnen verschaffen, die mij in staat stellen
iemand van beteekenis te worden."
Zij hoorde hem aan, zonder dat een trek in haar bewoog. Weer stelde
hij zich de vraag, die al drie dagen in zijn hoofd had rondgespookt,
zonder dat hij het antwoord had kunnen vinden: Had zij hem
opgemerkt, als hij aan 't venster zat en had zij daarom zoo spoedig in
juffrouw Chuin's voorstel toegestemd, toen deze hem had genoemd?
Misschien, meende hij, was zij hem gaan beminnen met een
hartstochtelijke romantische liefde, als hij met verontwaardiging den

koop had afgewezen, dien juffrouw Chuin hem kwam voorstellen.
Daarna, alsof zij van al zijn vertrouwelijke mededeelingen geen woord
verstaan had, herhaalde zij droogjes:
"Mijn man dus, alleen in naam; onze levenswijzen geheel van elkander
afgescheiden; de volstrekte vrijheid."
Nantas hernam na een oogenblik met onbewogen gelaat, en op den toon
van iemand, die spreekt over een alledaagsche overeenkomst:
"Dat is overeengekomen, juffrouw."
Hij trok zich terug, ontevreden over zichzelf. Hoe had hij zoo dom
kunnen wezen, zich te verbeelden die vrouw te kunnen veroveren! Zij
was buitengewoon schoon.

III.
Tien jaren waren er verloopen. Wij zien op een morgen Nantas weder
in het kabinet van baron Danvilliers, hetzelfde, waarin hij vroeger zoo
onvriendelijk was ontvangen. Op 't oogenblik was dit kabinet het zijne;
nadat hij zich met zijn schoonzoon en zijn dochter had verzoend, had
de baron hun het gansche huis overgelaten, voor zichzelf slechts een
klein paviljoen behoudende aan het andere einde van den tuin,
uitziende in de rue de Beauxe.
In tien jaren tijds had Nantas een der hoogste financiëele en industriëele
plaatsen weten in te nemen. Betrokken in alle mogelijke
spoorwegondernemingen en in vele financiëele operatie's, welke het
keizerrijk kenmerkten, had hij zich spoedig een onmetelijk fortuin
verworven. Zijn eerzucht bepaalde zich daarbij echter niet, hij wenschte
een rol te spelen in de politiek en hij was er in geslaagd afgevaardigde
te worden voor een departement, waarin hij vele bezittingen had. Sinds
hij in dit wetgevend lichaam was getreden, scheen hij de aangewezen
persoon om in de toekomst minister van financiën te worden.
Door zijn buitengewone kennis van geldzaken en zijn groote

welbespraaktheid, wist hij zich meer en meer te doen gelden. Overigens
was hij een hartstochtelijk voorstander van het keizerschap en had hij
den keizer volkomen voor zich weten te winnen.
Dezen morgen was Nantas overstelpt met bezigheden. In de bureaux,
waarin hij de eerste étage van zijn kolossaal huis had herschapen,
heerschte buitengewone bedrijvigheid en drukte. Een leger van
bedienden bewoog zich achter de loketten, af en aan loopende, met de
deuren slaande; een geluid van goud, uit de zakken op de tafels
leeggeschud, vulde als de muziek der fortuin de ruimte.
In de antichambre bewoog zich een stoet sollicitanten, politieke en
gewoon burgerlijke, heel Parijs aan de voeten van den machthebber. De
invloedrijkste personen wachtten daar geduldig een uur lang. En hij op
zijn bureau zittende, zag eindelijk zijn droom van macht vervuld,
voelde zich eindelijk de verstandskracht der reusachtige machine, die
koninkrijken en keizerrijken in beweging bracht.
Nantas schelde. Hij scheen bezorgd.
"Germain," vroeg hij, "weet je ook of mevrouw al thuis is?"
Toen de man antwoordde dat hij 't niet wist, beval hij hem naar de
kamer van zijn vrouw te gaan. Germain vertrok echter niet.
"Pardon, mijnheer," fluisterde hij, "al geruimen tijd wacht de president
van den ministerraad om binnen te komen."
Hij wendde zich wrevelig tot den bediende en zei:
"Nu laat hem binnen en doe wat ik zeg."
Den vorigen dag had Nantas' redevoering op de begrootingsquaestie
zoodanigen invloed uitgeoefend, dat de betreffende statuten naar de
speciale commissie waren teruggezonden om te worden gewijzigd in
den zin als door Nantas was voorgesteld. Na afloop der zitting was er
gefluisterd dat de minister van financiën zijn
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 93
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.