door de wet verboden
hen te dooden. Hij stelt dan vast, dat de theorie over de totems eenige opheldering kan
brengen bij bepaalde feiten, welke met de dierenvereering van verschillende woeste en
half-beschaafde stammen in eenige deelen der wereld in verband staan, maar het kan niet
in de bedoeling van den schrijver liggen, ons een uitlegging van de dierenvereering der
Egyptenaren te geven.
Waarom, kan men vragen, zou Egypte alleen van den invloed van het totemisme bevrijd
zijn gebleven? Dr. Budge vervolgt en heeft hierbij de bedoeling, de geheele theorie over
de totems te weerleggen, dat op de standaards van sommige nomen de afbeeldingen van
nog andere voorwerpen, behalve die van dieren werden vereerd en als goden werden
beschouwd, of dat zij de symbolen van goden zijn geworden, die in hun gedaante werden
vereerd.
Zoo beeldde men op sommige standaards heuvels, pijlen, visschen en andere dingen af.
Dr. Budge meent, dat deze voorwerpen niet van fetischistischen, of totemistischen,
oorsprong kunnen zijn. Dr. Budge kan, om een voorbeeld te noemen, er geen verklaring
voor vinden, dat drie heuvels met een of anderen god in verbinding kunnen staan.
Dit is echter een mythologisch probleem, dat niet zeer lastig op te lossen is. In
verschillende deelen der wereld zijn bergtoppen, hetzij afzonderlijk, hetzij groepsgewijze,
voorwerpen van directe vereering; een berg kan vereerd worden, omdat hij de woonplaats
van een god is; dit kan zijn om zich zelf, zooals bijv. de Olympus, de Sinaï en de berg
Karmel, welke later de verheven woonplaats van goden werden, of zij kunnen ook
vereerd worden, omdat zij de geboorteplaatsen van bepaalde stammen zijn.
Zoo b.v. had in het oude Peru, zooals de Indische schrijver Salcamayhua ons vertelt,
iedere plaatselijke tribus haar z.g. paccarisca of geboorteplaats, en velen van dezen waren
bergen, welke door de inboorlingen onder de volgende versregel werden aangesproken:
"Gij zijt mijn geboorteplaats, Gij zijt mijn levenslente, Bescherm mij tegen den boozen
demon, O paccarisca!"
Natuurlijk waren deze bergen tevens plaatsen, waar een orakel was gevestigd, evenals die,
welke op de Egyptische standaards waren afgebeeld. Dat zij als orakels werden vereerd
alleen om de plaats zelf en niet als de verblijfplaats van een godheid, kan men wellicht
hieruit bewijzen, dat zij, liever dan de godheid, op de standaards werden afgebeeld.
Evenmin kan Dr. Budge op mythologische gronden een verklaring vinden voor de
afbeelding van twee pijlen, met de inkervingen naar elkaar toe gericht en met een dubbele
punt naar buiten gekeerd. Pijlen van deze soort komen als fetisch veelvuldig voor, in alle
deelen der wereld. Onder de Indianen in de Plains is een getal van vier pijlen, welke
heelende kracht bezitten, een palladium van den stam en zij verzekeren, dat zij dezen
vanaf het begin der wereld hebben gehad; jaarlijks worden dezen bij ceremonies in hun
stam gebruikt, zoo kortelings nog in het jaar 1904.
Zij hadden zelfs een plechtigheid, welke het vastmaken der pijlen werd genoemd, door
bepaalde priesters, voor dit doel aangewezen, verricht, die deze fetisch moesten bewaken.
[4]
Er zijn echter nog veel meer andere, overtuigende bewijzen voor de totemistische natuur
van een groot aantal Egyptische godheden. Het is b.v. duidelijk, dat Bast, die met den kop
van een kat wordt afgebeeld, en die eerst in de gedaante van een kat werd vereerd,
oorspronkelijk een kat-totem was. De krokodil was de incarnatie van den god Sebek en
woonde in een meer in de buurt van Krokodilopolis.
Ra en Horus worden met een havikkop afgebeeld en Thoth met den kop van een ibis;
Anubis heeft het hoofd van een jakhals. Dat sommige van deze gestalten totemistisch
waren, is niet te betwijfelen. Het was echter een totemisme, dat in verval was en hierbij
was het oorspronkelijk geloof geconcentreerd op bepaalde dieren, welke men als
goddelijk beschouwde, totems, welke godheden waren geworden, van vleugels voorzien.
De Egyptenaren droegen standaards, waarop hun totemistische dieren waren voorgesteld,
evenals de inboorlingen van Upper-Darling hun totems op hun schilden graveeren, of
zooals verschillende Amerikaansche stammen in oorlogstijd stokken dragen, waaraan
stukken boomschors zijn bevestigd, op welke men de totems van dieren heeft
geschilderd.
Diodorus heeft een bericht, waarbij op de bescherming door een totem wordt gezinspeeld.
Hij vertelt, dat er in Egypte een verhaal de ronde deed, dat een der oude koningen door
een krokodil van den dood was gered. Tenslotte werden in eenige nomen van Egypte
bepaalde dieren door de inwoners niet als spijs genuttigd. Dit is ongetwijfeld een
aanwijzing van het bestaan van totemisme en geen meer overtuigend bewijs kan men
hiervoor aanwijzen.
Daarentegen is er geen enkele reden om te vermoeden, dat in later tijd in Egypte alleen
dieren zijn vereerd om totemistische redenen. Het kan zijn, dat de latere dierenvereering
een overblijfsel van totemisme is geweest, doch het is meer waarschijnlijk, dat deze
zuiver symbolisch van karakter is geweest.
Juist wanneer de gewone vormen van vereering en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.