is hij een nijdige vrouw en de Acht Leelijke
Vrouwen ontloopen. Nadat hij ontsnapt was, onderwierp hij zich aan
een groot aantal afwasschingen, bij wijze van reiniging, en daaruit
werden een groot aantal godheden geboren. Wij lezen in de _Nihongi_:
"Daarna, toen Izanagi zijn goddelijke taak had volbracht en toen zijn
geestelijke loopbaan op het punt stond een verandering te ondergaan,
bouwde hij zich een sombere verblijfplaats op het eiland Ahaji, waar
hij eeuwig in stilte en afzondering in het verborgene vertoefde."
Ama-terasu en Susa-no-o.
Susa-no-o, of de "Onstuimige Jongeling", was de broeder van
Ama-terasu, de Godin der Zon. Susa-no-o was een zeer ongewenschte
godheid, en in het Rijk der Japansche Goden was hij een beslist
hinderlijk element. Zijn karakter is zeer duidelijk in de Nihongi
geschetst, misschien zelfs duidelijker dan dat van eenige andere
godheid, in die oude geschriften vermeld. Susa-no-o had een ontzettend
slecht humeur, dat zich dikwijls openbaarde in een aantal wreede en
onedele handelingen. Bovendien had hij, in weerwil van zijn langen
baard, de gewoonte voortdurend te huilen en te jammeren. Als een
ander kind in een gril een stuk speelgoed zou vernielen, zou de
Onstuimige Jongeling, als hij in ziedende drift ontstoken was, zonder
een oogenblik te waarschuwen het schoone groen der bergen doen
verdorren, en bovendien een aantal menschen een ontijdigen dood doen
sterven.
Zijn ouders, Izanagi en Izanami, waren door zijn wijze van optreden in
groote zorgen; zij besloten dan ook, na ernstig met elkander te hebben
overlegd, hun weerspannigen, ongezeglijken zoon naar het land van
Yomi te verbannen. Maar Susa-no-o had ook een woordje in die zaak
mede te spreken. Hij deed het volgende verzoek met de woorden: "Ik
zal nu uwe bevelen gehoorzamen en naar het Onder-Land (Yomi) gaan.
Vóór dien tijd wensch ik echter een korten tijd naar de Vlakte van den
Hoogen Hemel te gaan en een onderhoud te hebben met mijn oudere
zuster (Ama-terasu), waarna ik voor eeuwig zal verdwijnen". Dit
schijnbaar zoo onschuldige verzoek werd hem toegestaan, en Susa-no-o
steeg op naar den Hemel. Zijn vertrek veroorzaakte een groote
beweging der zee, en de heuvelen en bergen zuchtten zwaar.
Ama-terasu hoorde nu dat leven, en toen zij bemerkte, dat daardoor de
aanstaande komst van haar slechten broeder Susa-no-o werd
aangekondigd, zeide zij bij zich zelf: "Komt mijn jongere broeder met
goede bedoelingen hier? Ik denk, dat het zijn doel is, mij van mijn
koninkrijk te berooven. Volgens de opdracht, die onze ouders hun
kinderen hebben gegeven, heeft ieder van ons zijn hem uitsluitend
toegewezen gebied. Waarom dus verwerpt hij het koninkrijk, waarheen
hij zich heeft te begeven, en drijft hij de vermetelheid zoo ver, om hier
te komen spionneeren?"
Ama-terasu maakte zich toen gereed voor den strijd. Zij bond zich het
haar in knoopen, en hing er juweelen in, en om haar polsen "een
prachtig snoer met vijfhonderd Yasaka juweelen." Zij zag er
ontzagwekkend uit, toen zij nog bovendien over haar rug een "pijlkoker
met duizend pijlen" had geslagen en bovendien een tweeden "pijlkoker
met vijfhonderd pijlen", en toen zij daarbij nog haar armen had
beschermd met een soort kussens, om het terugspringen van de pees
van den boog zooveel mogelijk te dempen. Nadat zij zich aldus voor
een doodelijken strijd had toegerust, zwaaide zij haar boog, greep het
gevest van haar zwaard, en stampte telkens hard op den grond, totdat
zij een gat had gemaakt, dat wijd genoeg was, om als verschansing
dienst te doen.
Al die uitgewerkte en vernuftige voorbereidingen waren vergeefsch. De
Onstuimige Jongeling deed zich volkomen voor als een boeteling. "Van
het begin af", zoo sprak hij, "is mijn hart niet zoo zwart geweest. Ik ben
op het punt voor eeuwig naar het Onder-Land te vertrekken, hoe kon ik
de gedachte verdragen, om te vertrekken, zonder nog eens voor het
laatst, u, mijn oudere zuster, van aangezicht tot aangezicht te
aanschouwen? Om die reden ben ik te voet de wolken en nevelen
doorgetrokken en ben ik van verren afstand hierheen gekomen. Het
verbaast mij, dat mijn oudere zuster van haar kant een zoo strenge en
stroeve houding tegen mij aanneemt."
Ama-terasu hoorde die opmerking niet zonder eenig wantrouwen aan.
De liefde van Susa-no-o voor zijn bloedverwanten was niet
gemakkelijk in overeenstemming te brengen met zijn wreedheid.
Daarom besloot zij zijn oprechtheid op de proef te stellen door een
merkwaardige wijze van handelen, die wij hier niet behoeven te
beschrijven. Voldoende zij het te zeggen, dat de zuiverheid van hart en
de oprechtheid van den Onstuimigen Jongeling tegenover zijn zuster
glansrijk te voorschijn kwamen.
Maar het goede gedrag van Susa-no-o was in werkelijkheid slechts van
korten duur. Ama-terasu had juist een groot aantal voortreffelijke
rijstvelden in den Hemel gemaakt. Enkele waren kort en andere waren
lang, en Ama-terasu was terecht trotsch op die rijstvelden. Maar
nauwelijks had zij het zaad in de lente gezaaid, of
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.