heerlijk! Ik heb een bekoorlijken jongeling ontmoet."
Men zou gedacht hebben, dat een dergelijke naïeve opmerking Izanagi
genoegen zou hebben gedaan; maar hij werd er juist erg boos over, en
hij antwoordde: "Ik ben een man, en ontleen daaraan het recht het eerst
te mogen spreken. Hoe komt het echter, dat gij, een vrouw, het eerst
hebt gesproken? Dat is ongelukkig. Laat ons nog eens rondgaan." Zoo
gingen de beide godheden opnieuw op weg. Zij ontmoetten elkander
ten tweeden male, en nu maakte Izanagi de opmerking: "Hoe heerlijk!
Ik heb een bekoorlijk meisje ontmoet." Korten tijd na dat zoo
vernuftige huwelijksaanzoek, traden Izanagi en Izanami in het
huwelijk.
Toen Izanami het leven had geschonken aan eilanden, zeeën, rivieren,
struiken en boomen, overlegde zij met haar meester en sprak zij: "Wij
hebben nu het Groote-Acht-Eiland voortgebracht met de bergen,
rivieren, kruiden en boomen. Waarom zouden wij niet iemand
voortbrengen, die de Heer van het Heelal zal zijn?"
De wensch van die godheden werd vervuld, want op het geschikste
tijdstip werd Ama-terasu, de Godin der Zon, geboren. Zij stond bekend
als "de Hemel-Verlichtende Groote Godheid", en was zóó
buitengewoon schoon, dat haar ouders besloten, haar de Ladder des
Hemels op te doen klimmen, ten einde in de hooge lucht voor eeuwig
haar schitterenden zonneschijn op de aarde te doen stralen.
Hun volgende kind was de Maan-God, Tsuki-yumi. Zijn zilveren glans
was niet zoo schoon als de gouden uitstraling van zijn zuster, maar hij
werd niettemin waardig geacht, haar echtgenoot te zijn. Daarop klom
ook de Maan-God de Ladder des Hemels op. Spoedig raakten zij in
twist, waarop Ama-terasu zeide: "Gij zijt een boosaardige godheid. Ik
moet u niet van aangezicht tot aangezicht zien." Daarom werden zij een
dag en een nacht van elkander gescheiden, en woonden zij afzonderlijk.
Het volgende kind van Izanagi en Izanami was Susa-no-o ("De
Onstuimige Jongeling"). Wij zullen ons later nog met Susa-no-o en zijn
verrichtingen bezig houden en ons voor het oogenblik tevreden stellen,
onze aandacht te beperken tot zijne ouders.
Izanami schonk ook het leven aan den God van het Vuur, Kagu-tsuchi.
De geboorte van dat kind maakte haar ernstig ziek. Izanagi knielde op
den grond, bitter weenend en vreeselijk klagend. Maar zijn smart hielp
hem niets, daar Izanami wegsloop naar het Land van Yomi (Hades).
Haar echtgenoot kon echter zonder haar niet leven, en ging ook naar het
Land van Yomi. Toen hij haar ontdekte, zeide zij met diep leedwezen:
"Mijn heer en echtgenoot, waarom komt gij zoo laat? Ik heb reeds
gegeten van het kookfornuis van Yomi. Maar ik ben nu op het punt mij
neder te leggen om te rusten. Ik smeek u, niet naar mij te zien."
Izanagi, door nieuwsgierigheid bewogen, weigerde aan haar wensch te
voldoen. Het was duister in het land van Yomi, daarom haalde hij zijn
kam met vele tanden te voorschijn, brak een stuk af en stak dat aan. Het
gezicht, dat hem begroette, was afgrijselijk en ontzettend
afschuwwekkend. Zijn vroeger zoo schoone vrouw was nu een
gezwollen schepsel geworden, bedekt met etterende zweren. Acht
verschillende soorten van Dondergoden rustten op haar. De Donder van
het Vuur, de Aarde en de Bergen gluurden op hem, en bulderden met
ontzaglijke stemmen.
Izanagi verschrikte hevig en walgde van het gezicht, terwijl hij zeide:
"Ik ben geheel onverwacht naar een afzichtelijk en bezoedeld land
gekomen". Zijn vrouw antwoordde: "Waarom hebt gij ook niet in acht
genomen, wat ik u heb bevolen? Nu is schande over mij gekomen".
Izanami was zóó verontwaardigd op haar echtgenoot, omdat hij haar
afzondering niet had geëerbiedigd, dat zij de Acht Leelijke Vrouwen
van Yomi uitzond om hem te vervolgen. Izanagi trok zijn zwaard en
vluchtte naar de duistere streken van de Onderwereld. Onder het loopen
nam hij zijn hoofddeksel af en wierp dat op den grond. Het veranderde
onmiddellijk in een tros druiven. Toen de Leelijke Vrouwen dit zagen,
bukten zij en aten van de overheerlijke, zoete vruchten. Izanami zag,
dat zij stilhielden, en achtte het daarom verstandig, haar echtgenoot zelf
te vervolgen.
Op dit oogenblik had Izanagi den Effen Doorgang van Yomi bereikt.
Daar plaatste hij een groote rots, en kwam toevallig tegenover Izanami
te staan. Men zou waarlijk niet gedacht hebben, dat Izanagi tijdens
zulke opwindende avonturen plechtig een echtscheiding zou hebben
uitgesproken. Maar toch was dit juist wat hij toen deed. Op zijn
voorstel antwoordde zijn vrouw: "Mijn waarde meester en echtgenoot,
als gij zoo spreekt, zal ik al wat leeft in één dag worgen". Dit klagende,
maar tevens dreigende antwoord oefende in het minst geen invloed uit
op Izanagi, die onmiddellijk antwoordde, dat hij zou zorgen, dat op één
dag niet minder dan vijftien honderd wezens zouden geboren worden.
Bovenstaand antwoord blijkt inderdaad beslissend geweest te zijn,
immers als wij weer van Izanagi hooren spreken, is hij uit het Land van
Yomi ontsnapt, en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.