de menigte jachten, waarvan er velen met de blinkend witte zeilen over het water scheren, den ouden toren van Calshot aan de punt van de lage landtong, het licht van Calshot, waarom heen de deelnemers aan de Regatta wenden moeten, dwars over den ingang om den breeden zeearm, de Solent, langs de begroeide hoogten van Wight--een tafereel vol leven en verscheidenheid. Zoo bereiken wij, na een uur stoomens, het stadje Cowes, dat zich uitbreidt op de beide oevers eener ruime baai, de zeer breede uitmonding van de rivier Medina. Wij leggen aan te West Cowes, 't voornaamste der beide deelen, waaruit de stad bestaat. Hier is de onmisbare pier, hier is de fraaie "Parade", hier is het vermaarde Jachtclubgebouw, hier zijn de voornaamste hotels, hier de aanlegplaatsen der verschillende stoombooten, ook van die, waarmede eenige passagiers van Portsmouth komen, om op de onze over te gaan. Na eenig oponthoud wenden wij den steven en stoomen wij langs de Noordkust van het eiland, voorbij het uitgestrekte park, waar de ru?nen van een ouden burcht en de met torens gekroonde muren van het kasteel Osborne zich tusschen het trotsche geboomte vertoonen, over de wateren van Spithead, waarin een indrukwekkende reeks van machtige oorlogsbodems geschaard ligt. De Dreadnought wordt ons aangewezen, de machtigste van allen, maar op verre na niet het eenige zeekasteel, dat nevens tal van kruisers en torpedobooten hier Engelands geduchte marine vertegenwoordigt.
Aan de schoone pier der belangrijke en bloeiende stad Ryde eindigt onze opwekkende watertocht. Den trein naar Ventnor vinden wij gereed staan in het station, op een der drie uiteinden van den steiger. De wagens der 1ste klasse hebben gemakkelijke, deels verplaatsbare zitplaatsen en groote ruiten, die een ruim uitzicht vergunnen. Eenigen tijd gaat het door de stad met haar breede straten en hooge huizen; een oogenblik stoppen aan een tweetal stations, dan voert ons de trein dwars door het eiland, nu eens dicht bij de kust, dan weer op eenigen afstand daarvan. 't Is meestal een liefelijk en vruchtbaar landschap, dat ons vaak aan het vaderland herinneren zou, als 't niet telkens werd afgewisseld door woeste rotspartijen en tunnels. Soms is het breed en ruim, met glooiende heuvels en wijde vergezichten, straks eng beperkt tusschen met wilde bloemen en bloeiende struiken begroeide hellingen en insnijdingen; dan snellen wij voort langs boschjes en bouwvelden en boomgaarden en weiden, landhuizen en dorpjes. Er zijn enkele stations: Brading, de schoone badplaatsen aan zee Sanddown en Shanklin, eindelijk Wroxall met een tunnel die dicht bij Ventnor in een rotsdal uitmondt.
Aan het hooggelegen station te Ventnor staan rijtuigen voor den tocht naar Blackgang gereed. Een "coach" is er niet, maar een char-à-banc, die reeds geheel bezet is en een ruime brik, waarin wij plaats nemen, met en benevens een Engelsche familie.
't Is een heerlijke rit, dien wij nu aanvangen, "een der schoonsten en goedkoopsten in het koninkrijk", zegt de reisgids. Schoon is hij zeker, en met twee shillings de persoon niet te duur betaald. Sterk daalt de weg aanvankelijk, tot wij gekomen zijn in het hart der fraaie, bloeiende stad, waar wij in een der hoofdstraten een oogenblik stoppen bij een hotel,--vermoedelijk het uitgangspunt der rijtuigonderneming--en gelegenheid hebben, het levendige verkeer gade te slaan. En dan verder, de stad uit, door een breede, weelderige laan (Belgrave Road) met het vorstelijk Royal Hotel. De sterke, vlugge paarden voeren ons, door zonnig maar frisch zomerweer begunstigd, voorts langs een opeenvolging van steeds wisselende tafereelen. Klimmend en dalend slingert de voortreffelijk onderhouden kunstweg door groene, koele lanen of meer open landschappen, voorbij tal van vriendelijke villa's, met een schat van rozen en bloeiende klimplanten getooid, terwijl allerlei zuidelijke gewassen, in de tuinen gekweekt of in het wild wassend, den naam van "het Engelsch Madeira", aan den omtrek van Ventnor gegeven, verklaren en rechtvaardigen.
't Geheel geeft den indruk van goed bewoond en met liefde verzorgd te worden, al kunnen wij in 't voorbijgaan opmerken, dat ook hier de tijd der groote landgoederen voorbij schijnt te zijn. De uitgestrekte bosschen van Stephill Castle zijn als bouwgrond te koop, en te koop of te huur staan ook eenige andere bezittingen van beteekenis, wier heerenhuizen naar lands gebruik in dicht houtgewas nagenoeg verscholen liggen. Voor 't oogenblik dragen die oude, deftige buitenplaatsen met hun hoog, zij 't dan ook wat verwaarloosd en verwilderd geboomte, nog het hunne tot de aantrekkelijkheid der landstreek bij. 't Ontbreekt daar trouwens aan grootsche, indrukwekkende partijen in geenen deele. Telkens openen zich verrukkend schoone uitzichten op de zee, met naakte klippen of weelderig begroeide stranden, waar kleurige huisjes zich legeren in het volle groen. Geruimen tijd rijzen nevens ons op eenigen afstand van den weg, hooge, steile rotswanden, als bastions opgebouwd, en woeste hellingen vol wilde bloemen klimmen omhoog of dalen naar beneden. 't Is altijd weer nieuwe heerlijkheid, die ons voorbijgaat; 't is een

Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.