Max Havelaar | Page 3

Multatuli
't punt staat bankroet te maken. Dan geeft hy hem zyn
halve vermogen. Dat kan niet waar zyn. Toen onlangs op de
Prinsengracht myn hoed te-water woei--Frits zegt: _waaide_--heb ik
den man die hem my terugbracht, een dubbeltje gegeven; en hy was
tevreden. Ik weet wel dat ik iets meer had moeten geven als hy myzelf
er uit gehaald had, maar zeker myn halve vermogen niet. 't Is immers
duidelyk dat men op die wys maar tweemaal in 't water hoeft te vallen
om doodarm te wezen. Wat het ergste is by zulke vertooningen op het
tooneel, het publiek gewent zich zoo aan al die onwaarheden, dat het ze
mooi vindt en toejuicht. Ik had weleens lust zoo'n heel parterre in 't
water te gooien, om te zien wie dat toe juichen gemeend had. Ik, die
van waarheid houd, waarschuw ieder dat ik voor 't opvisschen van myn
persoon geen zoo hoog bergloon betalen wil. Wie met minder niet
tevreden is, mag me laten liggen. Alleen Zondags zou ik iets meer
geven, omdat ik dan myn kantilje ketting draag, en een anderen rok.
Ja, dat tooneel bederft velen, meer nog dan de romans. Het is zoo
aanschouwelyk! Met wat klatergoud en wat kant van uitgeslagen papier,
ziet er dat alles zoo aanlokkelyk uit. Voor kinderen, meen ik, en voor
menschen die niet in zaken zyn. Zelfs als die tooneelmenschen armoede
willen voorstellen, is hun voorstelling altyd leugenachtig. Een meisje
wier vader bankroet maakte, werkt om de familie te onderhouden. Heel
goed. Daar zit ze dan te naaien, te breien of te borduren. Maar tel nu
eens de steken die ze doet gedurende het heele bedryf. Ze praat, ze
zucht, ze loopt naar 't venster, maar werken doet ze niet. De familie die
van dezen arbeid leven kan, heeft weinig noodig. Zoo'n meisjen is
natuurlyk de heldin. Ze heeft eenige verleiders de trappen afgeworpen,
ze roept gedurig: "o myne moeder, o, myne moeder!" en stelt dus de
deugd voor. Wat is dat voor een deugd, die een vol jaar noodig heeft
voor een paar wollen kousen? Geeft dit alles niet valsche denkbeelden
van deugd, en "_werken voor den kost?_" Alles gekheid en leugens!
Dan komt haar eerste minnaar--die vroeger klerk was aan 't kopieboek,
maar nu schatryk--op-eens terug, en trouwt haar. Ook weer leugens.
Wie geld heeft, trouwt geen meisjen uit een gefailleerd huis. En als ge
meent, dat dit op het tooneel er door kan als uitzondering, blyft toch

myn aanmerking bestaan, dat men den zin voor waarheid bederft by het
volk, dat de uitzondering als regel aanneemt, en dat men de publieke
zedelykheid ondermynt, door het te gewennen iets toetejuichen op het
tooneel, wat door elk fatsoenlyk makelaar of koopman voor een
bespottelyke krankzinnigheid wordt gehouden in de wereld. Toen ik
trouwde, waren wy op 't kantoor van myn schoonvader--Last &
Co--met ons dertienen, en er ging wat om!
En nog meer leugens op het tooneel. Als de held met zyn styven
komediestap weggaat om 't verdrukte vaderland te redden, waarom gaat
dan de dubbele achterdeur altyd vanzelf open? En verder, hoe kan de
persoon die in verzen spreekt, voorzien wat de ander te antwoorden
heeft, om hem 't rym gemakkelyk te maken? Als de veldheer tot de
prinses Zegt: "_mevrouw, het is te laat, de poorten zyn gesloten_" hoe
kan hy dan vooruit weten, dat zy zeggen wil: "_welaan dan, onversaagd,
men doe het zwaard ontblooten?_" Want als zy nu eens, hoorende dat
de poort toe was, antwoordde dat ze dan wat wachten zou tot er
geopend werd, of dat zy een andermaal eens terug zou komen, waar
bleef dan maat en rym? Is het dus niet een pure leugen, als de veldheer
de prinses vragend aanziet, om te weten wat ze doen wil na 't
poortsluiten? Nog-eens: als 't mensch nu eens lust had gehad te gaan
slapen, in plaats van iets te ontblooten? Alles leugens!
En dan die beloonde deugd! O, o, o! Ik ben sedert zeventien jaren
makelaar in koffi--Lauriergracht, No 37--en heb dus al zoo-iets
bygewoond, maar het stuit my altyd vreeselyk, als ik de goede lieve
waarheid zoo zie verdraaien. Beloonde deugd? Is 't niet om van de
deugd een handelsartikel te maken? Het is zoo niet in de wereld, en 't is
goed dat het niet zoo is. Want waar bleef de verdienste, als de deugd
beloond werd? Waartoe dus die infame leugens altyd voorgewend?
Daar is by-voorbeeld Lukas, onze pakhuisknecht, die reeds by den
vader van Last & Co heeft gewerkt--de firma was toen Last & Meyer,
maar de Meyers zyn er lang uit--dat was dan toch wel een deugdzaam
man. Geen boon kwam er ooit te-kort, hy ging stipt naar de kerk, en
drinken deed hy niet. Als myn schoonvader te Driebergen was,
bewaarde hy het huis, en de kas, en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 159
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.