gij in staat van oorlog met het machtige rijk van Antekirrta willen geraken?"
"Ik weet, dat ik groot gevaar zou loopen," antwoordde de gouverneur op denzelfden toon van gekscheren.
"Dat geloof ik ook... Zijt derhalve zeer op uw hoede, want Antekirrta is machtig!"
"Maar, wat zou men niet willen wagen, om u vier en twintig uren langer te mogen behouden!"
"Ja, maar het is toch beter dat gevaar niet te trotseeren," antwoordde dokter Antekirrt met een beleefden glimlach.
Piet Bathory, die geen deel aan dit gesprek genomen had, vroeg zich af, of dokter Antekirrt al of niet het doel, dat hij wenschte te bereiken, nader was gekomen. Het besluit, om denzelfden avond nog Ceuta te willen verlaten, hoorde hij voor het eerst, en het bevreemdde hem niet weinig.
"Te drommel", dacht hij, "hoe zullen in zoo weinig tijd de noodige maatregelen te nemen zijn, om de ontsnapping van Carpena, met hoop op goeden uitslag, te kunnen bewerkstelligen. Dat zal inderdaad een tooverstuk zijn!"
Hij overdacht dat weinige uren later de gedeporteerden in het Presidio wedergekeerd en achter slot gesteld zouden zijn. Onder die omstandigheden werd het zeer onwaarschijnlijk, dat iemand de vergunning verkrijgen zou, dat de Spanjaard zich buiten de gevangenismuren zoude mogen begeven. Waarlijk, het vraagstuk werd uiterst belangwekkend.
Maar Piet begreep, dat de dokter een vastgesteld plan volgde, toen hij hem hoorde antwoorden:
"Waarlijk, heer gouverneur, het spijt mij zeer, dat ik aan uw zoo vriendelijk geuit verlangen niet voldoen kan."
"Het spijt mij nog meer. Maar kunt gij waarlijk niet?" vroeg kolonel Guyara met plichtpleging.
"Neen, althans heden niet. Maar toch is het mogelijk, dat ik aan uw wensch zal kunnen voldoen."
"Hoe dat?... Spreek spoedig!... Ik ben inderdaad zeer verlangend, heer dokter..."
"Luister."
"Spreek, dokter Antekirrt, spreek dan toch!" hernam de gouverneur ongeduldig.
"Daar ik morgen ochtend noodzakelijk te Gibraltar moet wezen, moet ik heden avond vertrekken. Daaraan valt niets te veranderen. Maar ik reken, dat mijn verblijf op die Engelsche rots niet langer dan twee of drie dagen zal duren. Het zou mij zeer tegenvallen, wanneer het anders ware en ik er langer zou moeten blijven."
"Des te beter! Want geloof mij, daar op dat Britsche grondgebied is niet veel te zien."
"Neen, ik wil er niet langer verwijlen dan noodig is. Het is heden Donderdag, niet waar?"
"Inderdaad."
"Welnu, in plaats van mijne reis langs de noordkust der Middellandsche zee te vervolgen, zal mij niets gemakkelijker vallen, dan Zondagmorgen naar Ceuta terug te keeren...."
"Juist, niets gemakkelijker dan dat, inderdaad," antwoordde de gouverneur, "en ook niets aangenamer en verplichtender voor mij! Ik betoon waarschijnlijk wel wat te veel eigenliefde, niet waar, heer dokter?"
"Laten wij daarvan niet spreken, heer gouverneur."
"Och, wie heeft zijne ijdelheids-beweegredenen niet in deze wereld, niet waar? Dat is dus afgesproken, dokter Antekirrt, tot Zondag! Niet vergeten, hoor!"
"Jawel, maar op eene voorwaarde, hoort gij op uwe beurt, heer gouverneur?"
"Voorzeker, ik hoor. En die voorwaarde is, heer dokter?.. Kom laat hooren!"
"Maar neemt gij ze aan? Dat dien ik vooraf te weten, heer gouverneur. Neemt gij ze aan?"
"Blindelings! Welke zij ook moge zijn!" antwoordde kolonel Guyara galant.
"Ook dat gij met uw adjudant aan boord van de Ferrato zult komen ontbijten?"
"Aangenomen, heer dokter, aangenomen! Maar..."
Kolonel Guyara scheen te aarzelen.
"Maar wat? Trekt ge terug, heer gouverneur? Dat zou ik niet mooi vinden."
"Maar, ook op mijne beurt, op eene voorwaarde, heer dokter," ging de kolonel voort.
"Evenals gij, neem ik haar blindelings aan. Laat hooren, heer gouverneur."
"Dat is, dat gij met den heer Bathory op het gouvernementshuis zult komen dineeren."
"Dat is afgesproken, heer gouverneur. Zoodat tusschen het ontbijt en het middagmaal..."
"Ik van mijn gezag en mijne macht misbruik zal maken..." antwoordde kolonel Guyara lachende.
"Brr! Misbruik van gezag en macht! Het is om kippenvel te krijgen! Om er van te ontstellen!"
"Om u al de heerlijkheid van mijn rijk te doen bewonderen," voleindigde kolonel Guyara, terwijl hij de hand van dokter Antekirrt drukte.
Piet Bathory had evenzeer de uitnoodiging, die hem gedaan was, aangenomen, en bedankte voor de welwillendheid van den gouverneur van Ceuta met eene beleefde buiging.
Dokter Antekirrt nam afscheid, en Piet kon toen reeds in zijne oogen lezen, dat hij zijn doelwit bereikt had. Maar de gouverneur wilde zijne toekomstige gasten tot in de stad vergezellen. Alle drie namen toen plaats in het rijtuig en volgden den eenigen weg, die het gouvernements-h?tel met het stedeke Ceuta in verbinding stelt.
Het was van dien Spaanschen gouverneur niet te verwonderen, dat hij de gelegenheid te baat nam, om de beide bezoekers de min of meer betwistbare schoonheden van de kleine volksplanting te doen bewonderen, dat hij met eene zekere voorliefde sprak over de verbeteringen, die hij zich voorgenomen had in te voeren, zoowel in het militair als in het civiel bestuur der nederzetting; dat hij de meening verkondigde en verdedigde, dat de ligging van het oude Abyla niet minder was dan die van Calpi aan de andere zijde van de zee?ngte; dat hij beweerde, dat het mogelijk was er een waar Gibraltar
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.