geschat. Eenige malen stak zij den oceaan over, om eenigen tijd
in Europa te vertoeven, en in Parijs was zij als de door de fortuin meest
begunstigde vrouw bekend, terwijl de Rue Lota naar haar werd
genoemd. Met haar eigen schip deed Senora Cousino een reis naar het
Oosten, bezocht de Sandwich-eilanden en werd overal als een
koninklijke gast gehuldigd. Bij haar dood in 1898 werd de bezitting
geërfd door haar zes kinderen, van wie vier, Don Alberto, Don Carlos,
Dona Adriana en Dona Loreto, nog in leven zijn.
Het stadje Lota ligt op vijf mijlen afstands van Coronel, waarmee het
door den Arauco-spoorweg is verbonden. Het is verdeeld in Lota Alta
of de bovenstad en Lota Abajo, de benedenstad aan den voet van den
heuvel. De bovenstad behoort aan de Compania Esplotadora de Lota,
en men vindt er de kantoren der maatschappij met de woningen der
beambten en werklieden, hun kerk en school en hospitaal. In een kleine
dagreis per spoor bereikt men Santiago, waar de eigenaars der mijnen
resideeren. Maar te Lota hebben zij ook een paleisje met een prachtig
park, dat met de grootste zorg wordt onderhouden, in tegenstelling met
het huis, dat na den dood van Senora Cousino onbewoond is gebleven.
Maar om op Santiago en de Alameda terug te komen, die rijweg is de
bekoorlijkste van alle zuid-amerikaansche _paseo's_. Men ziet er niet
enkel weelde en mooie equipages, maar tevens is men er als in een
museum, in Chili's _Ruhmeshalle_, niet besloten binnen vier muren,
maar in de open lucht tusschen boomen en bloemen, fonteinen en
vijvers, waar de vogels zingen, en de kinderen spelen en waar de
geschiedenis, verteld in brons en marmer, de menschen kan opwekken
tot moed en vaderlandsliefde. Het edele voorbeeld van de vereeuwigde
helden wordt er den jongen menschen voortdurend voor oogen gesteld.
Niet alleen als werken van kunst wekken de standbeelden en de
monumenten van de Alameda onze bewondering, maar ook als blijken
van de nobele gevoelens der natie, die dit middel heeft te baat genomen,
om haar dankbaarheid te toonen jegens de helden uit de
bevrijdingsoorlogen.
Een trotsch monument herinnert aan den grooten generaal Don José
San Martin, te paard voorgesteld met het vrijheidsvaandel in de
rechterhand. Het werd onthuld op 5 April 1863, den verjaardag van
Maipo. Die slag van 5 April 1818 in de vlakte van Maipo, eenige
mijlen ten zuiden van de hoofdstad, was een schitterende overwinning
van de republikeinen over het leger van de royalisten, tegen wie de
jonge republiek zich telkens weer had te wapenen na haar
onafhankelijkheidsverklaring.
Een ander ruiterstandbeeld is er verrezen voor den grootsten
chileenschen generaal Bernardo O'Higgins, wiens dapperheid en
vaderlandsliefde indrukwekkend gesymbolizeerd zijn in de bronzen
figuur, die hem voorstelt, zooals hij Rancagua ontruimt met zijn
dappere soldaten en, wijzend op Santiago, uitroept: "Wij geven noch
vragen kwartier". Het standbeeld staat op een voetstuk van wit marmer
met basreliefs, die de belangrijkste gevechten weergeven, waarin
generaal O'Higgins zich onderscheidde.
De vader van dezen generaal was Ambrosio O'Higgins, die in 1788
door den koning van Spanje tot gouverneur van Chili benoemd was. Hij
zocht niet, als zijn voorgangers, onophoudelijk zijn voldoening in den
strijd tegen de Araucaniërs, de oorspronkelijke bevolking, maar hij
trachtte den vrede te bevestigen en het land tot bloei te brengen. Hij
was Ier van geboorte, ging naar Spanje en vestigde zich als koopman in
Peru. Hij verloor zijn vermogen, stelde zich in dienst des konings en
ging naar Chili. Zijn eerlijkheid en zijn scherp verstand vestigden de
aandacht op hem en in een voorspoedige carrière bracht hij het tot het
ambt van gouverneur van Chili. De noordelijke provincies, die over 't
geheel verwaarloosd waren, bezocht hij in persoon, deed
onderzoekingen in de woestijn van Atocama en keerde over Valparaiso
naar Santiago terug.
Als gevolg van die reis kwamen er een groot aantal verbeteringen in
den toestand der Indianen, die op het land of in de mijnen werkten, en
zijn uitstekend bewind bleek ook uit de wijze, waarop hij tegenover de
Araucaniërs handelde. Hij verbood, hen zonder noodzaak aan te vallen
of te beleedigen, en ofschoon de troepen ten allen tijde op oorlog
voorbereid moesten zijn, mocht geen poging worden verzuimd, om den
vrede te handhaven. De uitslag bewees, hoe beleidvol zijn optreden was,
want de Indianen, die zagen hoe de Spanjaarden op hun hoede waren,
zorgden wel, dat ze geen aanval waagden, en in het veilige gevoel, dat
hen geen gevaar dreigde, als zij zich rustig hielden, begonnen ze hun
velden ijverig te bebouwen. Aan de openbare wegen liet gouverneur
O'Higgins groote zorg besteden, en tegen de overstroomingen der
Mapocho beveiligde hij de hoofdstad door doelmatig aangebrachte
dammen.
In 1789 vaardigde hij een decreet uit, waarbij alle indiaansche slaven
vrij werden verklaard, hoewel hij de landeigenaars daardoor tegen zich
in het harnas joeg en zich den haat
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.