dat op de Andestoppen straalt en hen in warmen gloed zet.
Er is iets, dat aan Rome herinnert in deze chileensche hoofdstad met
haar mooien heuvel, die als een koepel van een kerk midden uit haar
straten oprijst; maar terwijl de heuvel van het Quirinaal de macht en 't
aanzien van het koningschap belichaamt, is Santa Lucia, de
tegenhanger in Chili, een symbool van den geest der vrijheid,
heerschend in de Nieuwe Wereld. De paleizen van grooten en van
souvereinen worden hier vervangen door de schouwburgen en villa's
van een vrij en onafhankelijk volk.
De Alameda is wel genoemd de Via Appia van dit westersch Rome. In
de dagen, toen Chili nog een spaansche kolonie was, hielden de
spaansche gouverneurs langs dien weg hun luisterrijken intocht. Later,
in de opwindende dagen van den vrijheidsoorlog, hadden de
overwinnende legers hier het eerst de welkomstgroeten in ontvangst te
nemen, die hen later zoo overvloedig op de openbare pleinen der
hoofdstad te beurt vielen. Langs dezen weg, die nu de mooiste straat
der stad is, treedt ook tegenwoordig de bezoeker Santiago binnen in de
schaduw van statige boomen, voorbij fonteinen en standbeelden en
prachtige bloemen, bekoord door het fraaie uitzicht op den Santa Lucia
met de trotsche toppen der Cordillera's op den achtergrond.
Die Alameda de las Delicias is bijna drie mijlen lang en
driehonderdvijftig voet breed en loopt door de stad van Santa Lucia
naar het Centrale Spoorwegstation. Van een eenvoudigen straatweg
naar de oude koloniale hoofdstad is het de voornaamste boulevard der
moderne metropolis geworden, die zelve zich uit een plaatsje van
weinig beteekenis tot een der meest bekoorlijke steden heeft
ontwikkeld.
Gelegen in het dal der Mapocho, heeft de stad vroeger veel te lijden
gehad van de overstroomingen der rivier, en eerst door de geheele
kanalizatie van het rivierbed, die in 1891 werd voltooid, is de
tegenwoordige toestand verkregen, waardoor men voor alle invloeden
van storm en overstrooming veilig is.
Vóór den onafhankelijkheidsoorlog, waardoor op 18 September 1810
de republiek Chili werd geboren, was Santiago niet veel meer dan een
spaansch dorp, bestaande uit huizen van één verdieping en met geen
andere aantrekkelijkheid dan een paar pleinen en parken en de
particuliere patio's, bekend uit alle spaansche steden. De plaats breidde
zich gaandeweg uit, maar altijd naar gewone, traditioneele begrippen,
zonder de moderne verbeteringen der steden van den nieuweren tijd. De
Alameda de las Delicias was gedurende twee eeuwen na de verovering
een gewone weg, belangrijker wordend, naarmate de stad zich
uitbreidde, maar toch geen drukke verkeersweg.
Daar zij was aangelegd in de oude bedding van een tak der Mapocho,
werd de Almeda met haar moerassigen grond en oneffen bestrating
eerder beschouwd als een gebrek dan als een sieraad van de hoofdstad.
De mooiste straat in koloniale tijden en de populaire wandelweg was de
Paseo de la Piramide, die langs den zuidelijken oever van de Mapocho
liep en door treurwilgen werd ingesloten.
Eerst in de laatste helft der 19de eeuw had de verandering plaats, die de
hoofdstad maakte tot de tegenwoordige moderne stad met haar
welonderhouden parken en pleinen, mooie huizen en breede straten.
Tijdens het bestuur van Don Benjamin Vicuna Mackenna werd de stad
in 1872 geplaveid en kreeg een betere verlichting, de Alameda werd
verbeterd en de Santa-Luciaheuvel werd van een onoogelijke hoogte
midden in de stad tot een heerlijk park. Deze verbeteringen waren
noodzakelijk geworden met den nieuwen stijl en de sierlijkheid der
rijke woonhuizen en der openbare gebouwen van de stad. Het vroegere
verouderde voorkomen maakte plaats voor de moderniteit van heden,
en de toewijding der bewoners van Santiago aan hun stad bleek uit tal
van particuliere bijdragen voor de verfraaiing. Zoo is het geliefde
Cousino-park genoemd naar den schenker, den millionair Don Luis
Cousino, die den grond aan de gemeente afstond.
Het groote fortuin van de Cousino's werd een halve eeuw geleden
gemaakt, toen de chileensche kapitalist de groote onderneming waagde
van de exploitatie der steenkolenmijnen in het Lotadistrict. Lota is nu
het bloeiende middelpunt van een nijverheidsgebied en ligt dichtbij
Coronel in de provincie Concepcion. De geheele bevolking van 15000
zielen is afhankelijk van de mijnmaatschappij, waarin de familie
Cousino den toon aangeeft. Senor Don Matias Cousino kocht in 1852
den grond en begon terstond op energieke wijze de exploitatie.
Bij zijn dood, tien jaren later, ging de bezitting over in handen van zijn
zoon Senor Don Luis Cousino, die in 1869 de maatschappij
Esplotadora de Lota y Coronel stichtte en 't grootste getal aandeelen
zelf behield. Hij bracht de onderneming tot groote hoogte en veel
andere giften aan de gemeenschap getuigen, met het Cousino-park in
Santiago, van zijn mildheid. Zijn weduwe Senora Dona Isidora
Goyenechea de Cousino kocht alle aandeelen op en werd eenige
eigenares van de Lota-maatschappij. Zij was een tijdlang de rijkste
vrouw ter wereld, toen haar vermogen op zeventig millioen dollars
werd
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.