Keltische Mythen and Legenden | Page 6

T.W. Rolleston
was gewroken. Omstreeks een eeuw lang nadat het vredesverdrag
gesloten was, bleef de vrede tusschen de Kelten en de Romeinen
gehandhaafd, en het verbreken van dien vrede, toen enkele Keltische
stammen zich met hun ouden vijand, de Etruskers, verbonden tijdens
den derden Samnietischen oorlog, viel samen met het ineenstorten van
de Keltische macht. [16] Wij moeten thans nog twee vragen bespreken
voordat wij het geschiedkundige gedeelte van deze Inleiding kunnen
afsluiten. In de eerste plaats, wat zijn de bewijzen dat de Keltische
macht zich gedurende die periode zoover over Midden-Europa heeft
verspreid? In de tweede plaats, waar waren toen de Germaansche
volksstammen, en wat was hun verhouding tot de Kelten?

Keltische plaatsnamen in Europa.
Het zou ons te ver tot philologische vraagstukken terugvoeren, die
alleen de wetenschappelijke beoefenaar der Keltische wetenschappen
ten volle kan waardeeren, als wij deze vragen volledig zouden willen

beantwoorden. Men vindt de bewijzen volledig ontwikkeld in het werk
van de Jubainville, waarnaar wij reeds herhaaldelijk hebben verwezen.
De studie der Europeesche plaatsnamen vormt den grondslag zijner
bewijsvoering. Neem bij voorbeeld den Keltischen naam Noviomagus,
samengesteld uit twee Keltische woorden, waarvan het bijvoeglijk
naamwoord "nieuw" beteekent en magos (in het Iersch magh) een veld
of vlakte. [17] Er waren in de oudheid negen plaatsen met dien naam
bekend. Zes waren in Frankrijk gelegen, daaronder de plaatsen, nu
Noyon, in Oise gelegen, Nyon in de Vogezen, Nyons, in Drôme. Buiten
Frankrijk waren er drie, en wel Nijmegen, in de Nederlanden,
Neumagen, in het Rijnland en één in Spier, in het Palatinaat.
Het woord dunum, dat nog zoo veelvuldig in onzen tijd in plaatsnamen
kan worden herkend (Dundalk, Dunrobius enz.) en dat vesting of
kasteel beteekent, is een tweede typisch Keltisch element in
Europeesche plaatsnamen. Het kwam zeer dikwijls in Frankrijk
voor--b.v. Lugdunum (Lyon), Virodunum (Verdun). Men vindt het ook
in Zwitserland--b.v. Minno-dumun (Moudon), Eburo-dunum
(Yverdon)--en in Nederland, waar de naam Leiden kan teruggevoerd
worden tot het Keltische Lug-dunum. In Groot-Brittannië werd de
Keltische uitdrukking dikwijls eenvoudig vertaald door castra; zoo
werd Camulo dunum Colchester, Brano-dunum Brancaster. In Spanje
en Portugal worden door classieke schrijvers acht namen, die op dunum
eindigen, vermeld. In Duitschland kunnen de moderne namen Kempton,
Karnberg, Liegnitz, teruggevoerd worden tot de Keltische vormen
Cambo-dunum, Carro-dunum, Lugi-dunum, ook vinden wij een
Singi-dunum, nu Belgrado in Servië, Novi-dunum, nu Isakstcha, in
Rumenië, een Carro-dunum in Zuid-Rusland, bij den Dniester, en een
ander in Croatië, thans Pitsmeza. Sego-dunum, nu Rodez, in Frankrijk,
wordt ook in Beieren gevonden (Wurzburg) en in Engeland
(Sege-dunum), nu Wallsend, in Northumberland, en het eerste gedeelte,
sego, vindt men terug in Segorbe (Sego-briga), in Spanje. Briga is een
Keltisch woord, de oorsprong van ons burg, en komt in beteekenis
overeen met dunum.
Nog een ander voorbeeld: het woord magos, een vlakte, dat veel
voorkomt als deel van Iersche plaatsnamen, wordt herhaaldelijk in

Frankrijk gevonden, en ook buiten Frankrijk; in landen, die niet meer
Keltisch zijn, komt het voor den dag in Zwitserland (Uro-magus, nu
Promasens) in het Rijnland (Broco-magus, Brumath), in Nederland,
zooals wij reeds opmerkten (Nijmegen), verschillende malen in
Lombardije, en in Oostenrijk.
Wij hebben met die enkele voorbeelden het onderwerp volstrekt niet
uitgeput, maar zij dienen alleen om een denkbeeld te geven hoezeer de
Kelten over Europa verbreid waren, en om aan te toonen, dat over dat
uitgestrekte gebied de taal der Kelten overal dezelfde was. [18]

Oude Keltische kunst.
De overblijfselen van oude Keltische kunstwerken geven alle hetzelfde
beeld. In het jaar 1846 werd een groote vóór-Romeinsche necropolis
(doodenstad) ontdekt te Hallstatt, bij Salzburg, in Oostenrijk. Het bevat
overblijfselen, die naar de meening van Dr. Arthur Evans afkomstig
zijn uit den tijd van 750 tot 400 v.C. Die overblijfselen wijzen in
sommige gevallen op een hoogen trap van ontwikkeling en beschaving
en een uitgebreiden handel. Men vindt daar barnsteen uit de Oostzee,
Phoenicisch glas en goudblad van Oostersche bewerking. Er worden
ijzeren zwaarden gevonden, waarvan de gevesten en scheeden rijkelijk
versierd zijn met goud, ivoor en barnsteen.
De Keltische beschaving, zooals die zich openbaart in de overblijfselen
te Hallstatt, ontwikkelden zich later in wat men noemt de beschaving
uit de La-Tène periode. La Tène was een nederzetting aan het
noordoostelijke uiteinde van het meer van Neuchâtel, en daar zijn een
aantal voorwerpen van het hoogste belang gevonden, sedert die plaats
in 1858 voor het eerst werd nagezocht. Die oudheden
vertegenwoordigen volgens Dr. Evans het hoogtepunt der Gallische
beschaving en dagteekenen van ongeveer de derde eeuw vóór Christus.
Het type der kunst, die daar is gevonden, moet beoordeeld worden in
het licht van een opmerking door Romilly Allan voor eenige jaren
gemaakt in zijn "Keltische Kunst" (blz. 13).

"De groote moeilijkheid voor het begrijpen der ontwikkeling van de
Keltische kunst is gelegen in het feit, dat de Kelten, hoewel zij nooit
nieuwe denkbeelden schijnen te hebben uitgevonden, een
buitengewone vatbaarheid bleken te hebben,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 166
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.