vervolgens de kamer rond: er was niemand die hem helpen
kon, en zelf wist hij ook geen raad, daarom antwoordde hij maar:
"Rustig."
"Weet je, waarom je naar school bent gezonden?"
"Omdat ik vader gebrand heb."
"Neen, je bent hierheen gezonden om te leeren lezen en schrijven."
"Ik wil niet leeren lezen en schrijven," antwoordde Jack druilig.
"Dat zul je toch; en je begint nu maar eens dadelijk de letters op te
noemen."
Jack zei niets. Meneer Bonnycastle opende een soort van boekenkast en
gunde ons verbaasde Jaapje een kijkje op een reeks van stokken, die
evenals biljart-queues netjes op een rij stonden.
"Weet je waar die voor dienen?"
Met een benauwd gezicht tuurde Jack er naar; hij had een flauw besef,
dat hij er stellig nader kennis mee zou maken, maar antwoorden deed
hij niet.
"Ze dienen om kleine jongens te leeren lezen en schrijven, en nu zal ik
eens met dat onderricht beginnen. Je zult wel spoedig leeren. Kijk eens
hier," vervolgde meneer Bonnycastle terwijl hij een boek met groote
letters opensloeg en aan het begin van een hoofdstuk op een letter wees
van wel een halven duim groot.
"Zie je die letter?"
"Ja," antwoordde Jaapje, wendde zijn oogen af en wriemelde met zijn
vingers.
"Nu, dat is de letter B. Zie je 't? Kijk er nu goed naar, opdat je 't straks
ook weet. Dat is de letter B. Zeg me nu eens, welke letter is 't?"
Jack besloot nu koppig te wezen, en gaf geen antwoord.
"Je weet 't dus niet? Welnu, dan zullen we eens zien, wat een van deze
kleine vrienden er van weet te maken," zei meneer Bonnycastle en
kreeg een stok. "Let wel, Jaapje, dat is de letter B. Nu, hoe heet die
letter? Antwoord me onmiddellijk."
"Ik wil niet leeren lezen en schrijven."
Flap! kwam de stok neer op de schouders van Jaapje, die een luiden
schreeuw liet en ineenkromp van de pijn.
Meneer Bonnycastle wachtte een paar seconden. "Dat is de letter B.
Zeg me nu eens onmiddellijk, ventje, hoe heet die letter?"
"Ik zal 't aan ma zeggen!"--Flap!--"O jé! o jé!"
"Hoe heet die letter?"
Met open mond, hijgend en terwijl de tranen hem langs de wangen
biggelden, riep Jaapje nijdig uit. "Houd op! Ik zal 't aan Saar zeggen!"
Flap! ging 't opnieuw en Jaapje gilde 't weer uit.
"Hoe heet die letter?"
"Ik zeg 't niet," griende Jaapje; "ik zeg 't niet--ik doe 't niet."
Flap--flap--flap! en daarop volgde een poos stilte. "Ik heb je zooeven
gezegd, dat 't de letter B is. Hoe heet nu die letter? Zeg 't zonder
dralen."
Bij wijze van antwoord deed Jaapje een greep naar den stok. Au! daar
had hij 'm, welzeker, maar niet precies zooals hij 't gewild had. Jaapje
greep nu het boek en smeet het in een hoek van de kamer. Flap, flap!
Jaapje trachtte meneer Bonnycastle te bijten. Flap, flap, flap, flap! en
Jaapje viel op het vloerkleed en brulde van de pijn. Meneer
Bonnycastle liet hem toen een poos ongemoeid om hem gelegenheid te
geven weer op zijn verhaal te komen.
Toen eindelijk het gegil van Jaapje in een zacht snikken overgegaan
was, zei meneer Bonnycastle tot hem: "Je zult nu wel begrepen hebben,
Jaapje, dat het geraden is te doen wat ik je vraag, want dat er anders
klappen vallen. Kom, sta eens gauw op. Versta je me niet?"
Eer Jaapje het zelf wist, stond hij weer op zijn beenen.
"Zoo, dat is eerst een brave jongen; je ziet nu wel, dat je geen slaag
krijgt, als je maar doet wat ik je vraag. Komaan, Jaapje, je moest het
boek eens gaan oprapen, dat je daar ginds neergesmeten hebt. Gauw
hoor, breng 't onmiddellijk hier!"
Jaapje wierp een steelschen blik naar meneer Bonnycastle en naar den
stok. Al had hij ook nog zooveel lust om te weigeren, hij raapte het
boek op en lei het op tafel.
"Goed zoo, mijn jongen; nu zullen we de letter B eens opzoeken. Hier
is ze: wel, Jaapje, hoe heet die letter nu?"
Geen antwoord.
"Zeg 't me terstond," zei meneer Bonnycastle en hief den stok hoog op.
Die aanmaning was Jaapje te machtig. Hij gluurde angstig naar den
stok; ze kwam in beweging en daalde al. Buiten adem schreeuwde hij
haastig: "B!"
"Juist zoo, Jaapje, heel goed. De eerste les is nu afgeloopen, en je gaat
thans naar bed. Je hebt meer geleerd dan je zelf vermoedt. Morgen
beginnen we opnieuw. We zullen den stok nu maar wegzetten."
Meneer Bonnycastle schelde en gaf last, dat men den jongenheer Jack
naar bed zou brengen, en wel in een afzonderlijk kamertje. Avondeten
mocht hij niet hebben, want een beetje honger zou morgen het leeren
des te gemakkelijker maken. Alleen met pijn en honger kan men wilde
dieren temmen, en dezelfde middelen
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.