Jack Rustig | Page 6

Frederick Marryat
het hoofd tot de voeten. Zoodra de eerste tinteling, door de
gard teweeggebracht, over is, volgt er een verdooving van het gevoel in
het getroffen lichaamsdeel, en de pijn heeft dan verder niets te
beteekenen; een flink pak met den stok daarentegen laat hevige pijnen
en kneuzingen achter op allerlei lichaamsdeelen, die bij
spierbewegingen dienst moeten doen. Na een kastijding met de gard
kan een jongen best meeravotten in de speeluren, maar na een duchtig
pak met den stok is 't heel wat anders; dagen lang kan hij geen lid
verroeren zonder door de pijn herinnerd te worden aan de straf, die hij
heeft ondergaan, en hij past wel degelijk op, dat hij niet voor de tweede
maal uit de bank wordt geroepen."
"Beste vriend, ik verkeerde werkelijk in de meening, dat ge uitermate
zachtzinnig waart," antwoordde Middleton lachend, "maar het doet me
pleizier, dat ik me vergist heb."
"Zie me daar nu zoo'n figuur eens zitten dokter, 't heeft meer van een
stom dier dan van een redelijk wezen; zoudt ge soms denken, dat het
ooit gelukken kon daar zonder krasse maatregelen eenig fatsoen in te
brengen? Laat ik u tevens zeggen, dat ik mijn stelregel als verreweg de
beste beschouw. Op sommige scholen zijn de straffen zoo licht, dat de
jongens er eenvoudig niets om geven; bij mij echter mag elke
bestraffing waarlijk dien naam dragen en het gevolg is, dat het
toepassen er van maar hoogst zelden noodig is."
"Gij brengt er dus den schrik in, Bonnycastle."
"De twee machtigste drijfveeren in ons zijn vrees en liefde. In theorie is
het veel mooier op de laatste te werken; maar in de praktijk heb ik er
nooit de gewenschte uitkomsten van gezien,--en dat ligt eenvoudig
hieraan, dat onze eigenliefde sterker is dan onze liefde tot anderen. In
de uitwerking van de vrees daarentegen heb ik me nog nooit bedrogen,
en alweer om dezelfde reden; immers door vrees werken we op de
eigenliefde en anders niet."
"Toch zijn er velen, die beweren dat lichaamsstraffen verlagend werken
en ze daarom van de scholen willen weren."
"Och dokter, er zijn zoo'n boel gekken in de wereld."
"Dat doet me denken aan den vader van dien jongen daar," hernam

dokter Middleton. En nu begon hij den opvoeder de dwaze denkbeelden
van meneer Rustig te ontwikkelen en de omstandigheden mee te deelen,
die tot het naar school zenden van Jack hadden geleid.
"Dan mag er geen oogenblik verzuimd worden, dokter. Ik moet dat
jongemensch geheel onder den duim hebben, eer zijn ouders hem
komen bezoeken. Reken er op, binnen een week zal hij zoo volgzaam
zijn als een lammetje."
Dokter Middleton nam nu afscheid van Jack en zei hem, dat hij maar
goed moest oppassen. Jack verroerde geen vin en gaf geen antwoord.
"Stoor u daar maar niet aan, dokter, als ge weer eens komt zal hij wel
beleefder wezen, reken daar gerust op." En de dokter vertrok.
Ofschoon meneer Bonnycastle streng was, ging hij toch steeds met
oordeel te werk. Op het bedrijven van een of ander kattekwaad volgde
slechts geringe straf, zooals in school blijven tijdens de speeluren en
dergelijke; ook kwam hij zelden tusschenbeiden als de jongens met
elkaar vochten, ofschoon hij er een stokje voor stak als er een den baas
wilde spelen. Waar het bij hem vooral op aankwam was attentie bij het
werk. Spoedig was hij er achter, waartoe zijn leerlingen in staat waren;
en naar die mate werden hun ook eischen gesteld; voor een luiaard, die
wel kon maar niet woû, kende hij geen genade. Het gevolg er van was,
dat hij de knapste jongens afleverde. Ook bleef hij in de behandeling
zijner leerlingen zoo gelijkmatig en onveranderlijk, dat, al vreesden zij
hem zoolang ze onder zijn toezicht stonden, toch allen, die zijn
onderricht genoten hadden, veel van hem hielden en in hun later leven
zijn vrienden bleven.
Meneer Bonnycastle zag terstond in, dat er met overreding bij onzen
held niets te beginnen zou zijn, en dat vrees het eenige middel was om
hem tot rede te brengen. Zoodra dus dokter Middleton de kamer
verlaten had, sprak hij hem op gebiedenden toon toe: "Wel, jongen, hoe
is je naam?"
Jack schrikte op; hij gluurde naar zijn meester, zag hoe diens oogen
strak op hem gericht waren, en begreep uit de geheele houding van den
man, dat er niet met hem te spotten viel. Jack was lang niet gek en ook
de kastijding, die zijn vader hem had toegediend, deed hem wel een
beetje huiveren voor hetgeen er komen zou. Dus vond hij 't geraden
zich tot een antwoord te verwaardigen en zei met zijn wijsvinger in den
mond:

"Jaapie."
"En hoe heet je verder?"
Jack, die al berouw scheen te hebben over zijn inschikkelijkheid, gaf
eerst geen antwoord, maar keek meneer Bonnycastle weer even in het
gezicht en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 113
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.