wat de studentenpet draagt, wordt met
zekeren eerbied behandeld. Het is een feest voor geheel Helsingfors, als
de pet wordt uitgereikt aan de nieuwe studenten; dat gebeurt op 1 Mei;
daarna begint de zomervacantie, die tot September duurt. De nieuwe
studenten, jongens zoowel als meisjes, krijgen van elk hunner vrienden
een bouquetje, dat zij op de borst vast hechten en zoo, met bloemen
behangen, nemen zij deel aan het bal, dat te hunner eere wordt gegeven.
Finland is een zeer democratisch land, er is geen adel en er bestaat
weinig verschil van stand. Tot de aristocratie behooren alleen enkele
zweedsche families en eenige Russen. De meisjes en jongens gaan
samen op de lagere school en blijven ook op lateren leeftijd als student
zeer vrij met elkaar omgaan.
Dit alles was het, wat ik bij mijn eerste bezoek aan Finland opmerkte
en waardoor bij mij de lust werd opgewekt het land nog eens nader als
toerist te leeren kennen.
Bij mijn tweede bezoek kwam ik in Helsingfors van uit Stockholm over
Åbo.
Wederom brachten we, ditmaal drie personen, eenige dagen door onder
het gastvrije dak van vroeger. Hier kregen we allerlei inlichtingen voor
de reis, die we door Finland wilden ondernemen. Met goeden moed om
het onbekende land te zien, waar niemand ons zou verstaan, verlieten
wij onze vrienden, en den zelfden avond bereikten we de Imatra. Aan
het station wachtte ons een soort van omnibus; we stapten er in met
verscheidene andere menschen; hoe ze er uitzagen konden we in de
duisternis niet zien, hun taal niet verstaan en intusschen kletterde de
regen lustig op het gesloten zeildoek van het rijtuig. Eensklaps werd
mijne oplettendheid gaande gemaakt door het bruisen van
snelstroomend water, toen reden we een brug over en zag ik, even
tusschen de reten van het zeildoek door, een woesten stroom die zijn
smallen weg baant tusschen twee rotswanden. Eenige oogenblikken
daarna hielden we stil voor het hotel, een groot gebouw, geheel naar
moderne eischen ingericht.
Toen ik den volgenden morgen de Imatra zag, kwam een gevoel van
teleurstelling bij mij op. Zóó had ik me dien beroemden waterval niet
voorgesteld en in geen geval zóó smal; men krijgt een gevoel "er over
heen te kunnen stappen", want door de diepe bedding lijkt de kloof
minder breed, al is zij toch nog een 45 meter; de Imatra is eigenlijk
geen waterval maar een stroomversnelling. Misschien bracht ook het
nevelachtige weer en het vroege morgenuur er toe bij om den indruk
minder grootsch te maken. Daarbij is de omgeving van den stroom in
de buurt van het hotel niet gunstig; alle groote boomen zijn weggekapt
en daarvoor is jong hout in de plaats gekomen. Van af de brug is de
indruk beter; daar ziet men welk een massa water er in de nauwe gang
geperst wordt; in woeste vaart spat het op tegen de groote rotsblokken
die het trachten te stuiten; de snelheid van den stroom is
duizelingwekkend. De Imatra is de afvoer naar het Ladoga-meer, van
het water der meren die te zamen het Saimagebied vormen. Zij zijn
verbonden door het Saima-kanaal, dat gegraven is tusschen
Villmannsstrand en Wiborg (1844).
Om tien uur in den morgen zouden we uit Imatra vertrekken met den
eersten en laatsten trein, want na veel moeite werd het ons duidelijk
gemaakt dat er maar eens per dag gelegenheid is om van Imatra weg te
komen. De slechte communicaties maken het reizen in Finland zeer
moeilijk; en was het dat maar alleen; maar de spoorboekjes verschillen
soms zeer in de opgaven van vertrek en aankomst. Men weet nooit of
een trein ook een half uur eerder of later vertrekt en of er ook eene
verandering in de dienstregeling is gekomen, die niet op de lijst van
aankomst en vertrek der treinen is opgegeven. Dat alles zou men nog
wel gewaar worden, als men de taal van het land kende; we konden ons
slechts zeer gebrekkig verstaanbaar maken. Toevallig kende iemand
wel eens duitsch, of wel we bedienden ons van enkele zweedsche
uitdrukkingen, wat soms nog meer verwarring aanbracht, omdat wij
ook deze taal niet voldoende machtig waren. De trein, die ons van
Imatra naar Wuoxenissa zou voeren, liet ongeveer drie kwartier
wachten. Gelukkig kwamen we nog juist bij tijds aan, om vandaar de
boot naar Villmannsstrand te kunnen nemen. Als het niet zoo koud en
stormachtig was geweest, hadden we zeker van den boottocht genoten.
Ook de koude heeft er het hare toe bijgebracht, dat Villmannsstrand,
eene badplaats, ons niet kon bekoren. Die koude in Finland was iets
zeer bizonders, gewoonlijk zijn de zomers er zeer warm, hoewel de
temperatuur des nachts sterk afkoelt. Van verscheidene kanten hoorde
ik, dat men bang was voor een slechten oogst, als de koude bleef
aanhouden. Van Villmannsstrand gingen we per boot naar Punkaharju,
de plaats die de Finnen als
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.