natuur, nog altijd tropisch natuurlijk, wordt gaandeweg veel minder
specifiek Indisch.
Hooger en hooger klimt ge, tot het snuiven van het paard wijst op
vermoeidheid en de geleider het beest plotseling bij den teugel vattend,
u verzoekt om af te stijgen, ten einde het dier op adem te laten komen.
Een goede gelegenheid om even een blik achterwaarts te werpen. Veel
is echter van den afgelegden weg niet te zien, verloren als deze ligt in
de ravijnen, waar wij langs reden.
Maar daar vóór ons, van tijd tot tijd zich verliezend in de vale
wolkenmassa, die tegen de bergwanden blijft hangen en dieper in de
afgronden zinkt, zoodat de zon niet meer bij machte is daarin door te
dringen en ze op te lossen, daar vóór ons strekt zich het bergpad uit in
grillige lijnen, omzoomd door slanke boomvarens, bepareld met
dauwdruppels, en wordt het geboomte ijler, de vegetatie minder
krachtig doch daarentegen fijner dan in de vlakte. Het groen is frisscher
en komt levendiger uit tegen den blauwen hemel, die boven ons koepelt
en aan den horizon samensmelt met de bergtoppen, die met
donkergroen fluweel behangen lijken.
Nu maar weer te paard gestegen. Een rit van een groot half uur nog
brengt u, door de kampong van dien naam, tot voor het sanatorium
Tosari, dat wij dus van uit Poespo in ongeveer twee uren bereiken. Wij
zijn thans op zes duizend voet boven de oppervlakte der zee, en zullen,
alvorens de omgeving nader te beschrijven, eerst nog in het kort
spreken over vervlogen tijden, over den Tengger van weleer.
Betrekkelijk lang geleden schijnt men reeds tot de wetenschap te zijn
geraakt, dat het droge, versterkende klimaat aldaar te verkiezen was
boven elk ander verblijf op Java, en reeds in 1840 verleende de van
gouvernementswege in de dessa Ngadisari gebouwde pasangrahan
(primitief logement voor inspecteerende en doortrekkende ambtenaren)
gastvrijheid aan lieden, die daar herstel van gezondheid zochten.
Geriefelijk schijnt evenwel het berghotel niet ingericht te zijn geweest.
Een bezoeker in 1844 schrijft onder meer: "Ik vond het er tochtig en
berookt, en de bouworde liet voor lui uit de vlakte ten minste tamelijk
veel te wenschen over, van wege de luchtigheid." Ook de voeding daar
schijnt onvoldoende geweest te zijn. Alleen op zon- en feestdagen een
ei; water, eerste soort, plenty.
In 1861 was de hotelhouder een oud militair, die uit vrees voor
paardrijden zes en dertig palen te voet kwam loopen (ongeveer 12 uur
gaans). Hij verkocht bier en jenever, maar geen wijn of port, want zulke
"fijne kost" was te duur, en wat logeergasten betreft liep het niet druk.
's Mans uitwendig gevoel ging van lekker koud tot stekelig warm; met
"geleerdheid" hield hij zich niet op, want toen men hem naar een
thermometer vroeg, wist hij niet of dit een dier of een plant was. Hij
droeg een bril van wege "de ziltigheid van de lucht".
De gastvrijheid schijnt er met de jaren niet veel beter op te zijn
geworden. Een logé schreef daaromtrent in Maart 1871: "Ik ben tien
dagen te Ngadisari geweest als in arrest. Tien dagen lang regen. Voor
geen geld, voor geen bidden is hier iets te krijgen. Ik ben half
doodgevroren en uitgehongerd naar beneden gevlucht."
Wel zijn de tijden in den Tengger veranderd!
Thans is daar verrezen een complex van gebouwen, hoog opgetrokken
van hout, te zamen vormend het Sanatorium Tosari, en bestaande uit
villa's voorzien van ruime, goed geventileerde kamers, met groote
voor- en achtergalerij en serres, uitzicht gevend op de schoonste
gedeelten van het gebergte, beschut gelegen te midden van fraai
aangelegd wandelterrein en europeesche bloemenpracht.
Recreatie-, biljart-, lees- en eetzalen zijn keurig in orde, men is in de
gelegenheid op daarvoor ingerichte terreinen tennis en croquet te spelen;
kegel- en schietbaan voldoen aan de strengste eischen, de tafel is
overvloedig en goed verzorgd. Zeer terecht geeft men hier boven niet
de bekende Indische rijsttafel, maar laat de gasten smullen van de
versche aardappelen en groenten, op eigen terrein verbouwd. Het is er
in één woord up-to-date; daarvoor zorgt de geneesheer-directeur Dr. H.
J. van Barmen 't Loo, arts, die er steeds op uit is, zijn logé's in ieder
opzicht tegemoet te komen.
En die taak is niet gemakkelijk, nu ook hier te lande het europeesche
leven hand over hand toeneemt, de behoeften dagelijks grooter worden,
de snelle gemeenschap met het moederland meer dan vroeger toeristen
aanbrengt, die vergelijkingen maken met zusterinstellingen in niet
tropische landen en daarbij vergeten de betrekkelijk geringe middelen,
die hier ten dienste staan. De bekende professor Dr. Robert Koch stelde
te Tosari een wetenschappelijk malaria-onderzoek in en vond het
klimaat hoogst aanbevelenswaardig, absoluut vrij van malaria.
Prévenir vaut mieux que guérir. Niet alleen zieke personen vertoeven
daar, maar sinds jaren is het als het ware mode geworden, geregeld naar
Tosari te trekken, en vele families uit de
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.