weer vlug en reppend de lippen, en de
gonzende dreun van, al die ongevormde woordklanken voor-zich-uit
zingbiddende menschen drijft als een stille gedragen ondertoon, waarop
zich in beurtelings klagenden cadans, dan in aanroependen uitgalm, de
zangstem van den Gazan steunt.
Lega dodi liekrat kalla Pené Sjabat nekabela Sjamór wezagór bediboer
égad Hiesjmi'anoe El hamejoegad Adonai égad oesjmó égad Lesjim
oeltieférith weliethila.
Welaan! mijn vriend, de bruid tegemoet getreden. Laten wij het
vriendelijk aanzien van den Sabbath ontvangen!...
Lega dodi liekrat kalla Pené Sjabat nekabela ...
Het is Prinses Sabbath ter eer; en feestelijk en rein gekleed, hoog het
hoofd en hart, zingen ze in hun lied Israëls huwelijk met de Prinses, die
schooner was dan de Koningin van Sebà. Zij is de rust! Zingt haar ter
eere! Verheugt u in haar rustdag:
Kom, mijn vriend! treedt de bruid tegemoet!
Eerst heeft de Gazan gezongen met zijn jonge, in rondende galmen
schallende mannenstem.
Maar nu in-eens zijn het hooge vlugge jongensstemmen, die hem van
de andere zijde van het kerk-gebouw geantwoord hebben, een antwoord
in denzelfden aanroep:
Lega dodi liekrat kalla Pené Sjabat nekabela...
Het zijn jong-schelle stemmen, die met metaalaanslag het lied
uitroepen. Dan, op het eind, laten zij zacht de klank versterven, drie,
twee hooge stemmen houden den naklank nog aan, dan is het ééne stem,
die met wonder-vreemd timbre de reuzenruimte even door trilt,
eindelijk in verre klanken wegdrijft.
Sjamór wezagór bediboer égad.....
In één uitroep verkondigde ons de eenige God:
"Betracht en gedenkt den rustdag." De Eeuwige, de Eenige, wiens
naam eenig is! Tot roem, tot heerlijkheid, tot lof!
En de ijle jongensstemmen zingen, tegen den dreun van al die andere
stemmen, dadelijk, nog vóór de laatste gons verzwond, omhoog:
Lega dodi liekrat kalla....
Dan weer de dreunende stem van àllen:
"Welaan! laat ons den rustdag tegemoet gaan!... Want hij is de bron van
den zegen, van den beginne daartoe gewijd... Dit was der Schepping
doel van den beginne af!"
Lega dodi.....
jubelen de hooge stemmen.
Maar de gemeente:
"Koningsheiligdom!... O Residentie!... Verhef u, en treedt te voorschijn
uit de verwoesting!... Te lang verwijldet Gij in het jammerdal;... O! Hij
wende zijn erbarmen U spoedig weder toe."
En dadelijk, tegen dien droefgeestigen jammer in, is er het gejuich der
jonge stemmen weer:
Lega dodi..... Mizmor sjier liejom hasjabat.....
Een psalmgezang voor den Sabbathdag...
Dan stemt de Gazan het lied in van het lijden en bevrijden van het volk
van Israël.
..."Hij is het, die ons bevrijdde uit het geweld der Koningen; Hij, onze
Koning is het, die ons verloste van den druk dier overheerschers... Hij,
de Almachtige, is het, die onze beleedigers bestrafte, die alle vijanden
van ons leven hun daden vergold... Hij is het, die onze ziel der
onsterfelijkheid wijdt, en onzen voet niet laat uitglijden... Hij is het, die
ons de trotsche hoogte der vijanden liet terneder drukken, en onzen
gelukshoren verhief boven al onze tegenstanders, die voor ons
wonderteekenen en wraak op Pharao uitoefende, teekenen en wonderen
in het land van de kinderen van Cham; die in zijn verbolgenheid alle
eerstgeborenen van Egypte verslagen heeft, en uit hun midden zijn volk
van Israël tot eeuwige vrijheid uitgeleidde, die zijn kinderen door de
vaneen-gescheiden Schelfzee liet trekken; en zijn vervolgers en
vijanden in de diepte deed verzinken"...
En nu, met steeds machtiger stemschal, en van den stillen klank van
ootmoedjammer stijgend tot een krachtige profetie:
...."Toen nu Zijn kinderen Zijn almacht zagen, loofden en dankten zij
Zijn naam, en huldigden Zijn heerschappij met vreugdevollen wil...
Mozes en de kinderen Israëls stemden U ter eer een beurtzang aan, en
riepen in koor:"....
Maar reeds te gelijk vielen met groote en machtige stem alle
aanwezigen in. Met een zwaar en donker geluid dreunde hun zang op,
en nu niet meer met schellen slag van jonge kinderstemmen, maar als
een hooger-gestemd lied daartegen-uitgezongen, dreef daarboven de
zilveren stem van het jongenskoor:
Nedar bakodesj, nora tehilot ngôsé félé...
"Wie is als Gij verheerlijkt in Heiligheid, ontzachelijk in roem,
wonderbaar in daad!"
En nog eens, nadat even zich losgemaakt heeft de stem van den Gazan,
dreunt de zang van àllen:
"En de kinderen Israëls zullen in acht nemen den Sabbath om het
Sabbathgebod uit te oefenen, ook hunne nakomelingen. Tusschen Mij
en de kinderen Israëls is hij een teeken voor eeuwig, want in zes dagen
heeft God hemel en aarde geschapen, en den zevenden gerust en Zijn
doel bereikt"...
Toen was het plotseling stil; de groote pilaren, schorend het reuzendak,
stonden bij het dragen van hun gewicht al even stil als de geel-gouden
kaarsvlammetjes, die niet opgehouden hebben flakkerend te beven
onder de murmelende stem van de prevelende mannen, en even heftig
bewogen hebben, toen die groote stem van àllen den Gazan antwoordde.
Nu was alles stil; het groote menschen-volle ruim was stil, en
onbeweeglijk stonden daar in de donkere banken de menschen;
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.