In Portugal | Page 3

Gérard de Beauregard
en terechtgewezen,
de welwillendheid zelfs zoo ver drijvend, dat ze alle horizons, waar ze
ons op wezen, wel in een rooskleurig licht wilden stellen.
Overigens is deze Propagandavereeniging belangwekkend, omdat ze
duidelijk blijk geeft van den ernstigen wil, Portugal op te heffen uit den
dommel, waarin het ligt verzonken, de vreemdelingen naar het land te
lokken, een nieuw leven te beginnen en voor altijd op zij te schuiven
dien kwaden reuk van indolentie en traagheid, dien de Arabieren aan
hun lusitanische neven hebben nagelaten.
Zij genieten de voordeelen en het gemak van dat temperament. In
Portugal geen vreeselijke politieke woelingen, geen permanente
schavotten, geen bloedige reacties. Maar ze loopen er ook de gevaren
van. Ook bij hen is het gezag niet onaangevochten en dringende
hervormingen worden uitgesteld. De ijzeren wil van Hendrik, den
Zeevaarder, die de beroemde ontdekkingen voorbereidde en er het
bevel toe gaf; de stoutmoedigheid van een Pombal, die vooroordeelen
bestreed en de machtigsten durfde aanvallen, wijken meer en meer
terug en schijnen tot de tijden der legenden te behooren. Toch laten die
mannen zien, wat er te halen is uit den portugeeschen geest, als men
dien weet wakker te maken uit zijn dofheid; die geest heeft eveneens
getoond, waartoe hij in staat was, toen de onafhankelijkheid zich
bedreigd voelde. In de wereldgeschiedenis klinkt nog als ver
verwijderde donder het gerucht der groote heldendaden in de
overzeesche landen. Men moet ondanks alles aannemen, dat groote
lotsveranderingen voor Portugal volstrekt niet zijn uitgesloten en dat
het land, dat nu tot de klagers behoort, te eeniger tijd nog wel eens
gelegenheid zal vinden tot juichen over triomfen. Een Franschman, die
dat van harte wenscht, is in zijn rol van broeder, en een reiziger, die
Portugal heeft doorreisd, zal het hem met een gevoel van verplichting
en dankbaarheid helpen wenschen....
De Taag is vóór Lissabon een soort van groot, rustig meer, met kalme

wateren, overdekt met schepen en omgeven door niet hooge bergen,
waar kasteelen en dorpjes tegen aanleunen. Het is alles prettig, mooi en
vroolijk, maar van daar tot het optreden als schoonste onder de
landschappen van Europa is nog een groote afstand. Lissabon, gezien
van de Taag, is een vrij eentonige, witte strook, drie mijlen lang, waar
men tevergeefs zou zoeken naar het woud van koepels, klokketorens en
spitsen, die het klassieke schilderachtige vormen van een groote stad,
die als een amphitheater is aangelegd. Nauwelijks kan men den koepel
van Estrella onderscheiden en de campaniles, de spitse klokketorens
van Sint Vincent. Alles, wat vroeger zich wat te hoog verhief, is
weggemaaid door de verschrikkelijke aardbeving van 1755, en Pombal,
die uiterst practisch was, heeft alleen het noodzakelijke weer laten
opbouwen, zonder een blik op het azuur door fijne, holle en dure
steengevaarten heen noodig te oordeelen.
Men heeft de omgeving van Lissabon met de Golf van Napels
vergeleken. Ten onrechte, want het verschil is groot, en het zou kunnen
voorkomen, dat men zoekend naar gelijkenis, die niet bestond, of naar
schoonheden, die er behoorden te wezen, de wezenlijke verdienste van
een panorama over het hoofd zag, dat zijn eigen grootschheid heeft en
een eigen bekoring door de harmonieuse lijnen en den wijden horizon.
Inderdaad, de reede van Lissabon is een ruime haven, diep en wel
gesloten en toch met gemakkelijken toegang, een ideale haven, waar
het altijd druk is, die altijd door een menigte van schepen wordt
doorkliefd en waar alle vlaggen van de wereld worden gezien, zelfs de
portugeesche. Het lijkt wel een druk kruispunt in den internationalen
weg der zeeën, waar ook zij, die er niets te doen hebben, komen
uitrusten en zich voorzien van het noodige. Een blik op de kaart toont
de onvergelijkelijke ligging, en men behoeft geen der zake kundige te
wezen, om te beseffen, tot welke buitengewone ontwikkeling zulk een
ligging een plaats kan brengen.
Het zal het geheim der kapitalen en van het initiatief zijn, dat aan te
toonen; maar ongelukkig heeft Portugal die beide krachten al te zeer
aan anderen ontleend. Des te minder moet men schromen, het te zeggen,
dat het land dat thans helder inziet en dat het de eervolste middelen

aanwendt, om zich zelf te helpen; Portugal fara da se.
De kade langs de Taag verbreedt zich en wordt de Markt, de Praça do
Commercio, een groot vierkant, omgeven met bogen en symmetrische
gebouwen. Vroeger heette het plein Terreiro do Paço, omdat het
Koninklijk Paleis eraan stond vóór de aardbeving. Op den achtergrond
leidt een triomfboog van groote pracht naar de verdere stad; in het
midden staat het bronzen ruiterstandbeeld met veel versieringen van
Jozef I, met een medaillon van Pombal. Het is van een wat koele
grootschheid, wat officiëel; het doet denken aan de nieuwe stad, de stad
van den grooten minister; maar het verraadt ook een hoofdstad en een
stad, die leeft, en waar het onophoudelijk druk is.
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 54
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.