enkel vertrek op de eerste verdieping, aan de straatzijde, wordt dit belemmerd door een in gothischen stijl opgetrokken kasteeltje, ongeveer een halve eeuw geleden gebouwd en door den eigenaar, den heer Wirtgen, aan zijne geboortestad vermaakt, en na diens dood, in Sept. 1889, tot gemeentehuis ingericht. De voormalige tuin, tusschen het slot en de straat aangelegd, is tot een soort van "Square" hervormd, naar den milden erflater Place Wirtgen gedoopt. Dit plekje lokt menigen logé uit, van tijd tot tijd daar te vertoeven. Er is veel lommer. Een vijvertje, waarin de waterstraal van een midden daaruit opspringende fontein kletterend nederstort, doet daar in de warmste dagen van den zomer zekere frischheid heerschen.
Uit de kleine eet- of ontbijtzaal aan de straat komt men van achteren op een overdekt terras, dat ook toegang verleent tot de groote eetzaal en daaraan grenzende conversatiezalen. Van dit terras geleidt een steenen trap naar een fraai aangelegden, met een rijken bloemenschat prijkenden tuin, waar ook de jeugd gelegenheid heeft zich met verschillende spelen te vermeien. Uit dien tuin geleidt, langs den moeshof, een pad naar de rivier, waarin ten gerieve der logé's des zomers een badhuisje gemeerd ligt, voorzien van twee vertrekjes, één voor heeren en één voor dames.
Diekirch spreidt zich in de lachende en vruchtbare vallei der S?re uit, aan den voet van den Herrenberg, die, 433 meter hoog boven de oppervlakte der zee, zich verheffende, haar tegen de noordenwinden beschut.
Twee bruggen verbinden daar de rivieroevers.
Over de eene, geheel van ijzer, loopt de Prins Hendriklijn naar Echternach en Wasserbillig. De andere, van een nette ijzeren leuning voorzien doch uit steen opgetrokken, is bestemd voor rijtuigen en voetgangers en voert hen links langs den oever naar Gilsdorf, rechts voorbij een paar landelijke woningen naar een sterk rijzenden straatweg, over de bergtoppen van den Hart of Haart naar La Rochette of Fels.
Oppervlakkig beschouwd, lijken die beide bruggen met hare zware pijlers, evenals de meeste andere, elders over de rivier geslagen, wat al te kolossaal. Vooral omdat de S?re hier zeer ondiep is en zelfs vele droge plekken vertoont. Maar het verschijnsel werd mij zeer verklaarbaar, toen ik vernam dat na ettelijke regendagen de stroom, die in gewone tijden reeds zoo snel vloeit, sterk zwelt en in onstuimige vaart zijne wateren voortzweept. Om zijn geweld te wederstaan, moeten de bruggen wel bijzonder stevig zijn.
Gedurende een deel des jaars, van November tot Mei, is de rivier bevaarbaar. Waarschijnlijk diende zij in de middeleeuwen tusschen Diekirch, Echternach en Trier als gemeenschapsweg, tot het vervoer van goederen. Een vijftigtal jaren geleden werden er nog vele houtvlotten op gezien, die haar afzakten om in Rijn of Moezel bij soortgelijke verzamelingen boomstammen, uit het Schwarzwald of de Vogeezen afkomstig, te worden aangehecht. Sedert den aanleg van den Prins-Hendrik-spoorweg is echter de scheepvaart op de S?re van schier geen de minste beteekenis. Enkele platboomde vaartuigen kan men met den stroom laten afdrijven of voortstuwen en moeten dan nog vaak over de ondiepten worden gelicht. Een tochtje daarmede bij warm zomerweder, ook al stort men bij het stooten op een steenklomp hals over kop in het water, een ongeval, waaraan geen het minste gevaar verbonden is,--zoo'n tochtje durf ik wel aanbevelen.
Vooral het gedeelte van Reisdorf tot Wasserbillig, inzonderheid in de buurt van Echternach, staat in liefelijkheid en pracht volstrekt niet achter bij de Rijnoevers.
De niet zeer breede zoom, waarlangs het stoompaard al snuivend en dampend u voortsleurt, strekt zich uit aan den voet der bergen. Uit de wagens valt de blik op den steilen, kalmen, zachtkens voortkabbelenden stroom, en aan de overzijde op de glooiende oevers, beplant met donkere groene elzen en esschen, door vruchtboomen en oude eiken afgewisseld, waarboven populieren hun kruin fier verheffen. De kronkelingen der rivier dragen veel bij tot verhooging der schoonheid van het landschap, eene schoonheid, verhoogd vooral door de heerlijke lijnen en kleuren, die het oog treffen. Tal van beekjes ontlasten zich aan beide zijden in de S?re.
Vruchtbaar is het S?redal en uiterst geschikt voor den landbouw. Het rijpende graan ziet men des zomers golven aan den voet en tegen de helling der bergen. Trouwens groote rijkdom kenmerkt den bodem van het gansche zuidelijk gedeelte, dat dan ook terecht Gutland genoemd wordt. Wel droeg Luxemburg tijdens de fransche overheersching den naam van Département des forêts,--naar de bosschen, die de bergtoppen zoo weelderig tooien,--en zal men wellicht daaruit opmaken, dat de grond weinig geschikt moet zijn voor den akkerbouw. Men zou zich evenwel hierin bedriegen. Met uitzondering van het kale, woeste Oesling, ten noordoosten van Diekirch, ontmoet men overal welige landouwen en rijke boomgaarden, vruchtbare akkers, mildelijk door beekjes besproeide weiden, hier en daar omgeven door schilderachtige, met dicht houtgewas beplante rotsen of vriendelijke dalen met lachende dorpen en breede straatwegen berg-op, berg-af, waar steeds leven en beweging is, het teeken van een goed bevolkte streek.
Ook de hellingen van de
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.