In Het Rijk van Vulcaan | Page 4

R.A. van Sandick
bladvormen, de peilloos diepe
bergmeren met hunne donkerblauwe kleur, de ongenaakbare ravijnen,
de rivieren, die reusachtige rotsblokken medesleurend, met donderend
geweld hunne onstuimige, troebele wateren over een ongelijk bed
voortstuwen, de terrasvormige rijstvelden, de donkergroene plekken der
koffietuinen op de hellingen, en ten slotte de bergen zelve, met hun
machtig lichaam, bekroond door kraters, die den mensch steeds een
dreigend "gedenk te sterven" toeroepen--zie, dat alles wijst u op een in
Holland ongekende macht: de verticale richting. Hebt ge in Holland de
aarde als onwrikbaar beschouwd in de richting der derde dimensie,
aardbevingen en vulkanische opheffingen zijn daar om u aan te toonen,
dat hare onbewegelijkheid in verticalen zin slechts in Holland gold.
Verbijsterend is de indruk, dien de bergwereld op den platland-bewoner

maakt. Maar dat vreemde in die omgeving treft u later niet meer. Het
"heimweh" van den Zwitser blijft u vreemd. Als ge naar Holland
verlangt, dan is het niet naar het Hollandsche landschap....
Maar toch zal de natuur op u reageeren. Zij stemt tot melancholie. Geen
vogel stoort de goddelijke stilte van den tropischen nacht, maar, als de
zon onder is, stort een heirleger van bloeddorstige muskieten op u
neder, en een koor van krekels laat een schrillen, zeer hoogen toon
hooren; het eenige geluid in den stillen nacht. Geen lente, geen winter
breekt ooit de eentonigheid van een eeuwigen zomer, van eene eeuwige
warmte, van het eeuwige groen.
En wij komen, langzaam, onwillekeurig, doch zeker onder den invloed
van die natuur. Zij werkt verlammend op onze energie, maakt ons dof
en somber. Dan komen wij in die stemming, dat wij gevoelen, dat wij
in Indië veel missen. Wij haken naar Europa, naar het opgewekte
intellectueele leven onzer wereldsteden, naar goede muziek. Maar het is
niet het "heimweh" van den Zwitser.

Waaraan is het toe te schrijven, dat de indruk zoo machtig, zoo blijvend
is, dien Java's bergen op ons maken? Want zij zijn niet zoo bijzonder
hoog; de Mahameroe, de hoogste top van den reus onder Insulindes
bergen, den Smeroe, den alouden heiligen berg van Indra verheft zich
slechts 3672 M. boven het peil der Javazee. En het eigenlijke
hooggebergte, zooals men in de Alpen zegt, begint eerst op die hoogte.
De bergen van tien duizend voet liggen in Europa juist op de
sneeuwgrens. Daar boven is in Europa die geheimzinnige arktische
natuur, die aan natuurschoon alles op aarde overtreft. En de stille
woeste majesteit van de gletscherwereld, de witte massa's der
omringende bergreuzen, die afsteken tegen de blauwe lucht, en
daaronder ver weg, in vogelvlucht gezien, de vlakte, als een gekleurd
kleed--dat alles zocht ge op Java te vergeefs. Want geen berg
overschrijdt de sneeuwgrens; nooit heeft de lucht de helderheid van een
Zwitscherschen zonsopgang; er is altijd iets wazigs in de atmosfeer;
eene deining, aan de tropen eigen, bederft meestal het vergezicht.
Ondanks dat is de indruk forscher. Java's bergtoppen staan op zich zelf.

Eén berg beheerscht de geheele omgeving. Zulk een indruk maakt nooit
een keten. De Alpen zijn dood. Een Alpenlandschap in het
hooggebergte doet u denken aan eene bekende illustratie in de
"Wonderen des Hemels" van Flammarion, het laatste menschenpaar
door den vinger des doods aangeraakt, bedolven onder het lijkkleed van
het eeuwige ijs.
Maar van Java's bergen grijnst u de dood toe op meer welsprekende
wijze, het is niet de dood in de verre toekomst, als de ijsvorst zelfs de
tropen zal hebben veroverd, maar de dood, zooals hij komt op het
slagveld, plotseling, door het vuur van den vijand. Want Java is één
reusachtig artilleriepark.
Het zijn niet alleen bergen, die verheffingen van den bodem, die over
het geheele eiland verspreid zijn, maar het zijn tevens werkende
vulkanen. Vijftig vuurspuwende bergen verheffen hunne kruinen
hemelwaarts, ze zijn allen te kennen aan den eigenaardigen vorm, die
den vulkanen eigen is. Ge kunt nergens zijn op Java of ge wordt
bestreken door een dezer vuurmonden. Ge leeft hier in het gebied van
Vulcaan. Bedenkt men dat Java viermaal zoo groot is als Nederland,
dan gevoelt men eerst wat dat zeggen wil: Java heeft vijftig vulkanen,
waarvan acht en twintig werkende vulkanen zijn. Stel u toch eens voor
dat Nederland zeven werkende vulkanen bezat!
De vulkanen zijn zeer ongelijk verdeeld op onze aarde. Zij zijn
opgesteld in rijen of gordels. De eerste groote vulkanische gordel
begint bij Kaap Hoorn, loopt langs de Westkust van Zuid-Amerika over
Middel-Amerika, en gaat in Noord-Amerika te niet. Hieraan sluit een
tweede rij aan, die in hoofdzaak den volgenden weg volgt: Alaska,
Aleutische eilanden, Kamschatka, Koerillen, Japan, Philippijnen,
Celebes, Kleine Soenda-eilanden, Java, Sumatra.
Tegenover die reusachtige vulkaanreeks zijn de Europeesche vulkanen
onbeteekenend. In het tertiaire tijdperk was de wereld van Vulcaan veel
uitgebreider. Want terwijl men b.v. in Italië nu drie werkende vulkanen,
den Vesuvius, den Etna en den Stromboli aantreft, vindt men in den
omtrek van Napels
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 72
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.