Het settlement Malakka en het sultanaat Perak | Page 6

F.J. Agassis
Batoe Grayah ging ik naar Ipoh, de groote industriestad van Perak.
Tusschen die plaatsen is er geen duimbreed gronds, die niet is
omgewoeld; het dal en de heuvels zijn als door mollen opgegraven. De
verschillende mijnen zijn natuurlijk niet alle even winstgevend. Meer
dan een, die slecht werd geëxploiteerd of in een minder rijk gebied was
aangelegd, heeft haar eigenaars geruïneerd. Bijgeloof of gehechtheid
aan oude chineesche gebruiken geeft soms aanleiding tot mislukking.
Als de kwartslaag, die productief was, de "karank", in dikte afneemt en
als de mijnwerker plotseling stuit op een laag versteend zand, kan niets
hen doen besluiten, om dieper te graven. Nu gebeurt het dikwijls, dat
zulk een zandlaag niet meer dan drie of vier voet dik is, en dat
daaronder de tinhoudende lagen nog rijker zijn dan aan den bovenkant.

Een andere oorzaak van mislukking voor den mijnwerker, die niet
voldoende kapitaal bezit, zijn de leeningen, die hij moet aangaan bij de
indische woekeraars, die in de engelsche bezittingen al even goed
geduld worden als in Cochin China, terwijl hun de toegang tot de
hollandsche koloniën wijselijk is ontzegd. De fabelachtige interesten,
die ze eischen, leggen jaren aaneen op vijf tienden van de opbrengst
van een onderneming beslag, ook al heeft men rijken grond, en met
groote moeite gelukt het een leener in de gunstigste omstandigheden
om zijn schuld af te doen. De kleinste moeilijkheid in het werk kan den
ondernemer failliet doen gaan. Hoeveel ongelukkigen hebben niet al
hun inspanning nutteloos zien blijven door hypotheekschulden. Wat
zou het lot geweest zijn van de thans bloeiende mijnen van Kinta,
Tronoh, Gropeng, als de energie der ondernemers de moeilijkheden niet
had weten te voorkomen door de vorming van machtige
maatschappijen.
De ontwouding van deze streken maakt, dat het brandhout schaarsch en
duur is. Een groot aantal kleine eigenaars van mijnen, die in het begin
van hun loopbaan met geleend geld zich een locomobiel hadden
aangeschaft en een stoompomp, hebben moeten terugkeeren tot de
primitieve manier van tinwinning, omdat ze geen brandstof hadden en
dus hun dure machines ongebruikt moesten laten. Men ziet vaak aan
den kant der wegen de oude roestige geraamten van machines. Er is in
deze mijnstreken dringende behoefte aan kapitalen, die niet zulk een
buitensporige rente eischen; ze zouden er een zekere plaatsing vinden,
want de tinprijzen zijn in Europa sterk gestegen. In Mei 1906 gold het
metaal 5350 francs per ton. De oorzaak van dien hoogen prijs is
gelegen in een vermeerdering van het gebruik en een vermindering in
de opbrengst. In 1897 was de totaalopbrengst der wereld 33.752 ton, en
tegenwoordig bedraagt ze niet meer dan 11.000 ton, daar de
vermeerderde opbrengst der mijnen van Perak en de andere maleische
staten in lang niet opweegt tegen het deficit der nederlandsche mijnen
van Banka.
Te Lahat bezit de fransche Kinta maatschappij een bloeiende
onderneming. Een leerling van de mijnschool van Alais, die als
ingenieur daar werkt, deed diepe boringen in een verlaten mijn en stiet

op een rijke ader, die loodrecht in den grond drong. In de twee jaren,
dat men er aan het ontginnen is, heeft die laag reeds het fortuin
gemaakt der gelukkige aandeelhouders. Al het werk geschiedt er door
electriciteit; liet gas, dat de machines in beweging brengt wordt op de
plaats zelve gemaakt en machtige motoren drijven de pompen en al de
verdere installaties. Het voor den dag gebrachte mineraal wordt ook ter
plaatse gesmolten en gezuiverd. Het is werkelijk een
modelmijninstallatie, niet alleen in Perak, maar voor het geheele
schiereiland.
Diezelfde tinmaatschappij van het Maleische Schiereiland, die te Parijs
haar zetel heeft, bezit in Perak nog andere mijnen, misschien niet zoo
rijk als de genoemde, maar toch zeer winstgevend. Zij heeft een groot
aantal jonge lieden in haar dienst, vooral uit de verschillende scholen
der werkmeesters voor de mijnen in Alais, Douai en andere plaatsen.
Ipoh is de volkrijkste en de door den handel meest bloeiende stad in
Perak. Zij beteekent reeds veel en doet denken aan de steden van het
Far West en van Australië door de massa gebouwen, die in eenige
maanden uit den grond zijn verrezen ten gevolge van het vinden van
rijke lagen; maar met dit verschil, dat hier de meeste mijnwerkers
Chineezen zijn, wat de plaats niet juist interessanter maakt. Maar het is
de zetel van drukke zaken en machtige maatschappijen. Een agentschap
van de tinsmelterijen uit Singapore koopt er het mineraal tegen een
goeden prijs, behandelt het nog eens, als het onvoldoende gewasschen
is, en zendt het dan naar Singapore of Poeloe Pinang. Het is de grootste
onderneming op industrieel gebied uit die streken. Enkele europeesche
handelaars hebben zich te Ipoh gevestigd; maar de rijkste kooplieden
en grootste mijneigenaars zijn ongetwijfeld Chineezen.
Goping is ook zoo'n middelpunt van belangrijke ontginningen. Zoo ook
de Tembunmijn, eigendom van een rijken Chinees, die veel geest van
initiatief
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.