Het settlement Malakka en het sultanaat Perak | Page 5

F.J. Agassis
de groote minerale rijkdommen van den grond weten te
exploiteeren.
Verscheiden europeesche maatschappijen, waaronder eenige fransche,
hebben prachtige zaken in het land gedaan. Maar soms hebben
onderlinge twisten een eind gemaakt aan een mijnontginning, waarbij
de tusschenkomst van den britschen resident noodig was, zoodat ook in
de onafhankelijke staten de britsche invloed oppermachtig is.
Het stadje Kamper bij de haven Telok Anson, zes en dertig uren varens
van Singapore verwijderd, was het eerste middelpunt voor een fransche
maatschappij, die weldra door engelsche en chineesche maatschappijen
werd gevolgd. De mijn, die nog onder de leiding van fransche
ingenieurs wordt bewerkt, is een bezoek overwaard. Het is een
bovengrondsche mijn. Het mijnerts, dat de koelies voor den dag
brengen, wordt langs twee hellende vlakken omhoog gevoerd. Het
wordt losgemaakt in groote zuiveringsbakken, door zware machines
bewogen. Het mineraal, dat dan nog niet geheel van alle onzuiverheden
bevrijd is, wordt opnieuw behandeld en door Chineezen in lange goten
met de hand gewasschen. Het is daarna ontdaan van het zand, waarmee
het vermengd was; maar er moet nog veel onzuiver ijzer uit verwijderd
worden. Het wordt daartoe gewasschen in bakken, die op bijzondere
manier gesloten worden. De nieuwerwetsche gereedschappen en
werktuigen, in deze mijn in gebruik, stellen in staat tot een doelmatige
en voordeelige exploitatie.
Van Kamper naar Batoe Gayah is de afstand klein en bijna langs den
geheelen weg ziet men mijnen, die in exploitatie zijn of die men heeft
moeten verlaten bij gebrek aan kapitaal. De tegenstelling tusschen de
schitterende witheid der hoopen kwartspuin en het sombere groen van
het woud eromheen is zeer schilderachtig.
Batoe Grayah is de hoofdplaats van een der rijkste mijndistricten van

Perak. Die mijnen worden ontgonnen door Chineezen met hun
primitieve werkwijzen. Zoo heb ik een ploeg van vijftien mijnwerkers
zien arbeiden in een kuil van ongeveer honderd vierkante meters.
Tusschen de spleten van enorme rotsblokken, die neergevallen waren
bij den een of anderen aardschok, haalden zij met houweelslagen de
roodachtige aarde uit en de brokken kwarts, die de rotsen in evenwicht
hielden, door de verschillende deelen der groote massa onderling bijeen
te houden. Men kan voorzien, wat gebeuren gaat; er is ieder oogenblik
een instorting te verwachten, waardoor de onvoorzichtige mijnwerkers
verpletterd zullen worden.
In dien kuil liep het infiltratiewater met stroomen binnen, en de arme
duivels hadden nog niet eens de traditioneele chineesche pomp.
Onvermoeid schepten vier mannen met een bakje aan langen steel
water op met de roode aarde, en in datzelfde bakje wieschen ze
voorloopig de stukken kwarts.
Toch kregen ze een aardige opbrengst aan tin, en ieder van hen
verdiende zijn vijf francs per dag. Ze werkten en woonden voor
gemeenschappelijke rekening.
Langs den geheelen weg ziet men zulke oude verlaten mijnen, die weer
onder handen worden genomen. Twee of drie koelies scheppen water
met de kintya, die bestaat uit een ketting zonder eind, voorzien van
bakjes op een tandrad met houten treden, bewogen door de voeten der
koelies. Het werk vordert langzaam en dikwijls lossen de arbeiders
elkander nacht en dag af.
Andere koelies halen intusschen uit de diepte der holte met het houweel
het productieve kwarts, dat eerst in lange goten in stroomend water
wordt gewasschen. Daarna wordt het verkregen mineraal weer door
vrouwen en kinderen ter hand genomen en voor de tweede maal
gewasschen in de "doelang", een houten bord van anderhalven voet in
middellijn en twee duim diep in het midden.
Onnoodig te zeggen, dat dit een langzaam werk is en dat het weinig
opbrengt, en dat het veelal wordt ondernomen door vereenigingen van
koelies, die om de een of andere reden moeilijk elders werk zouden

kunnen krijgen.
Vele van die ingenieuse kintya's of pompen op plaatsen, waar
stroomend water niet te ver uit de buurt is, zijn verbonden aan een
centraal wiel, dat vier of vijf kettingen tegelijk in beweging brengt. Dat
bespaart veel arbeid. Hier en daar wordt het water opgevoerd met
schroeven van Archimedes, vervaardigd naar een chineesch procédé,
dat met succes wordt aangewend.
Naast die aldus op goed geluk geëxploiteerde mijnen vindt men dan
groote ondernemingen van rijke maatschappijen, die over alle
hulpmiddelen beschikken, welke de moderne uitvindingen ter
beschikking hebben gesteld van de ingenieurs, om den arbeid te
verlichten en de opbrengst te vergrooten. Een der rijkste mijnen en die
de grootste dividenden uitkeert, is die van Tronoh, toebehoorende aan
een engelsch-chineesche maatschappij met een kapitaal van vier
millioen francs. De aandeelen, die werden uitgegeven tegen 25 francs,
staan nu op 52 francs 50.
De Pusing Lamamijn, die twee jaren geleden geopend werd op een
oude verlaten onderneming, heeft een kapitaal van drie millioen francs;
de aandeelen, uitgegeven tegen 25 francs, staan nu op 66 francs 50.
Evenals Tronoh gebruikt deze mijn een talrijk europeesch personeel, en
men is er op de alluviale terreinen bezig, terwijl het gesteente in vier
groote smeltovens wordt bewerkt.
Van
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 11
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.