uren, dagen, weken, maanden, die door die Bedoeïenen op de wegen
worden zoekgebracht, en ik zeide tot mijzelven: 'Maar als er dan
zooveel zijn, zou men best een spoorweg voor hen kunnen aanleggen;
dat zal een uitmuntende zaak wezen voor hen en waarschijnlijk ook
voor de aanleggers.'
"En later toen ik naar den kant van Tripolitanië de rijke oasen zag,
waarvan de voortbrengselen niet konden worden vervoerd; de dieren,
die niet konden worden verkocht en die gevoed werden met vijgen en
dadels, waarmee men niet wist, wat aan te vangen, was spoedig mijn
besluit genomen; ik zette mij terstond aan het werk en begon met den
aanleg van dien spoorweg."
"En is Uwe Hoogheid tevreden over den uitslag?"
"Tevreden? Maar ik ben er verrukt van. Ik heb nog slechts een
honderdtal kilometer aangelegd; welnu, wat de koopmansgoederen
aangaat, hebben wij in het eerste jaar een millioen kilogrammen
vervoerd; dit jaar (1905) zullen we boven de zes millioen komen. Ik
was begonnen, een lijn met smal spoor te bouwen, maar dat was een
vergissing, en ik stel er thans een lijn met gewone spoorbreedte voor in
de plaats. Naarmate we vorderen en de oasen naderen, zal de handel
steeds levendiger worden. Onlangs heb ik een drukke markt
bijgewoond in het dorp, dat eindpunt was van den spoorweg. Nu, daar
waren karavanen gekomen uit Tripolis, en om u een denkbeeld te geven
van de belangrijkheid van de markt, wil ik u enkel zeggen, dat er 22
000 schapen waren!
"De samenkomst was bij uitstek schilderachtig, want men zag er
Bedoeïenen in den allerprimitiefsten staat. Veel van de overeenkomsten,
die werden gesloten waren gewone ruilhandel, daar deze menschen
zeer weinig geld hadden. Men kon er nog een paard koopen voor 50
francs. Mijn bedoeling is, de bevolking aan te moedigen, om in de
dorpen, waar de trein passeert, op vaste dagen week- en jaarmarkten te
openen."
"En tot hoever denkt Uwe Hoogheid den spoorweg voort te zetten?"
Toen antwoordde mij de khedive met een opgewonden, van hoop en
energie stralend gezicht:
"Tot waar toe? Maar mettertijd natuurlijk tot aan de grens van
Tripolitanië, en ik hoop wel, dat er dan in Tripolis menschen zullen zijn,
die zich verstandig genoeg toonen en genoeg ondernemingsgeest
hebben, om een spoorlijn aan te leggen, die zich aansluit bij de mijne.
Denk eens aan, dat men dan in Egypte zal kunnen komen na een
overtocht van twaalf uren van Messina naar Tripolis in plaats van de
drie dagen, die men nu noodig heeft om van Brindisi naar Alexandrië te
komen, of van de vijf dagen van Marseille naar diezelfde haven. Een
luxetrein zou hen van Tripolis naar Kaïro vervoeren. Die dienst zou
twee of drie keeren per week kunnen loopen en ook wel dagelijks in het
drukke seizoen."
Over spoorwegen sprekend, werd de khedive ertoe gebracht, ons een
anecdote te vertellen in zake de reis van zijn zuster, de prinses Hadidja
Hanoem, die met haar man prins Abbas de tentoonstelling te Saint
Louis had bezocht het vorig jaar.
"Ik heb altijd zelf," zei de vorst, "den grootsten lust gehad, naar de
Vereenigde Staten te gaan en ik zou nooit vermoed hebben, dat de
prinses, mijn zuster, er nog eerder zou komen dan ikzelf. Zij heeft mij
een prachtige collectie photografieën meegebracht, waarvan
verscheiden in buitengewone omstandigheden zijn genomen. De
prinses had het ongeluk, een spoorwegramp mee te maken, en in plaats
van het hoofd te verliezen, zooals bijna allen, die met haar te zamen
waren, photografeerde ze het tooneel! En even koelbloedig was zij,
toen ze aan boord was van een petroleumboot, die in brand vloog!"
Dat is heusch interessant. De kalmte en de tegenwoordigheid van de
egyptische prinses zijn kenschetsend voor het land, waar zooveel vrije
en sterke vrouwen wonen.
Niet alleen naar de grens van Tripolitanië richt zich de jonge en sterke
energie van den khedive. In het hartje van Kaïro wil hij aan zijn
onderdanen voordoen, hoe ze moeten bouwen.
Ik heb er al op gewezen, dat hier overal een bouwwoede de wereld
schijnt te hebben aangegrepen. Aan alle kanten verrijzen nieuwe
gebouwen, maar daar de eigenaars zooveel mogelijk geld willen
verdienen, wordt er slecht gebouwd en goedkoop, wat, daar er hooge
huren worden betaald, groote winsten oplevert van 12 tot 15 procent.
Maar hoe lang zullen die slechte huizen duren?
Nu heeft Zijne Hoogheid besloten, een zoo goed als geheel nieuwe wijk
te doen verrijzen, maar niet van kartonnen huizen. De woningen, of
eigenlijk de groote woningpaleizen, die thans op haar gronden worden
opgetrokken, zullen de eerste echt moderne huizen in Kaïro zijn,
soliede en voorzien van alle moderne gemakken, lift, bad, telefoon enz.
Maar zij zullen slechts 6 of 8 procent opbrengen, echter met de kans,
dat ze dien interest langen tijd achtereen zullen opleveren, lang nog
nadat de slechte krotten zullen zijn ingestort met
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.