hun 15 procent.
Korten tijd na mijn terugkeer uit Soedan had ik een audiëntie bij den
khedive in Abdine, het paleis in Kaïro, en zijn Hoogheid had de
vriendelijkheid, mij uit te noodigen, een namiddag met haar in het
Koebbehpaleis door te brengen.
Per rijtuig begaf ik mij erheen na een heerlijk ritje van ongeveer een
uur, en nauwelijks had ik de treden van de marmeren stoep achter mij,
of ik zag Zijn Hoogheid mij te gemoet komen zonder eenige
plechtigheid, met uitgestoken hand, terwijl hij de andere in het zakje
van zijn blauw flanellen vest hield.
"Blij, u weer te zien in mijn echt home!"
En mij medenemend naar den salon, waar we op een groote sofa plaats
namen, voegde Z.H. erbij: "Want zooals u weet, woon ik hier, niet in
Kaïro. Het Abdinepaleis dient alleen voor officiëele recepties; daar heb
ik nooit gelogeerd. Zelfs na mijn groot jaarlijksch bal kom ik midden in
den nacht altijd hier terug. Ik houd veel van buiten, en hier vind op een
paar pas afstands van de stad en de ministeries rust en kalmte, zonder
étiquette en officiëele pose. Hier leid ik het leven van een
landedelman."
Op een tafel onder zijn bereik lag een groot plan van de bezitting, en
daarop werd mij de toer aangewezen, die wij gingen maken. In een zeer
wijden kring behooren alle gronden aan den khedive, die op eenigen
afstand, aan de oevers van het Ismaïliakanaal een andere prachtige
bezitting heeft. Het was zijn droom geweest, die met het domein van
Koebbeh samen te voegen; maar de waarde der terreinen is zoo
toegenomen, en dat wel zoo ongeloofelijk snel, dat het onmogelijk is
geworden.
"Die gronden," legde Z. H. uit, "zijn de beste van Egypte. Ik heb de
mijne gekocht eenige jaren geleden voor 759 francs de feddan;
tegenwoordig kan ik geen feddan krijgen van de aangrenzende onder
5000 francs. Een feddan is ongeveer 4000 vierkante meters.
"U heeft zeker wel opgemerkt," vervolgde de khedive, "dat er in Egypte
noch oude paleizen, noch burchten en kasteelen zijn, met uitzondering
altijd van het officiëele Abdinepaleis in Kaïro, en ik zou u niet kunnen
spreken over de woningen van mijn voorvaderen. Inderdaad wilde het
gebruik, dat de paleizen, gedurende hun leven door mijn voorvaderen
bewoond, altijd buiten gelegen, na hun dood werden verwoest. Deze
bezitting is de eenige, die bewoond is geweest sinds den tijd van
Ibrahim pacha, maar het was maar een klein huis. Ik heb het groote
paleis laten oprichten, dat ge hier thans ziet en alle bijgebouwen, die ik
u ga toonen."
Van boven van de stoep af zag ik den tuin onderstboven gehaald, met
groote gaten, hoopen steenen en een honderdtal mannen bezig met
houweelen en spaden.
"Ik laat mijn geheelen tuin omwerken," legde de khedive uit, "en ik heb
daartoe een groot meester in de tuinkunst laten overkomen, den heer
André uit Parijs, die reeds als zoodanig groote bekendheid heeft
verkregen."
Beneden aan de trap wachtte ons een bekoorlijk mandenwagentje,
overdekt door een grooten parasol, en bespannen met twee
verrukkelijke pony's. Zijne Hoogheid greep de teugels en ik nam naast
haar plaats, en, vergezeld door een enkelen groom, die achterop zat,
reden we weg in vluggen draf.
Wij volgden een lange, schaduwrijke laan van oude boomen, aan
welker eind een kleine moskee lag, welker witte minaret sierlijk tegen
den blauwen hemel afstak. Wij traden een mooien tuin binnen, en
zagen daar middenin een allerliefst huis met een vroolijk en vriendelijk
voorkomen.
"Ik breng u," zei de vorst, "naar de bijzondere school, die ik heb
gesticht en waar ik gratis een tweehonderdtal kinderen laat opvoeden.
De leertijd duurt vijf jaren, en als ze de school verlaten, verzeker ik hun
dadelijk een positie bij het een of andere van mijn eigendommen. In
een paar woorden ik vorm hier de beambten en dienaren, die ik noodig
heb."
Nooit heb ik een school gezien, die zoo frisch en luchtig was ingericht,
en zoo vroolijk en zonnig was gelegen. Het was eenvoudig verrukkelijk.
De licht geschilderde wanden waren bedekt met schilderijen en
teekeningen, en lucht en licht drongen binnen door verbazend groote
open vensters. In de eerste en de tweede klasse dragen de kinderen,
allen met de fez op het hoofd, witte, egyptische kleederen, terwijl in de
drie andere klassen de reeds veel grooter scholieren uniformen hadden
van wit linnen met vergulde knoopen.
Alles zag er zoo smakelijk en netjes uit, dat men die jongens zou gaan
benijden. Ze zien er trouwens ook recht tevreden en intelligent uit.
Het leerplan is er speciaal op ingericht, goede landbouwers te vormen
en opzichters. Er wordt natuurlijk lezen, schrijven en rekenen geleerd,
dan gezondheidsleer van mensch en dier, landmeten en dergelijke
vakken.
Het interessante ondernemen strekt Zijn Hoogheid tot eer en is ook een
glorie voor de leeraars, die er blijkbaar op gesteld zijn,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.