Het moderne Egypte: Wat er te zien en te hooren valt tusschen Kaïro en Faschoda | Page 6

A. B. de Guerville
er nog
niet den vereischten leeftijd voor had bereikt. Door het besluit werd een
regentschap vermeden en daardoor kon de tegenwoordige khedive den
troon bestijgen, ofschoon hij wettig nog niet meerderjarig was.
De jonge Abbas Hilmi had terstond een zeer besliste meening over zijn
rechten en plichten als souverein. Daar hij nog niet persoonlijk had
ervaren, welke rol Engeland in Egypte speelde, moest hem natuurlijk
de tegenwoordigheid van een vreemd leger in zijn vaderland hinderen,
en zoo kwam hij er dan ook terug met een hart vol vrees.
Lieden uit zijn omgeving en meer of minder officiëele vreemdelingen
maakten van deze stemming gebruik, om den jongen en toen nog
onervaren vorst te drijven tot een openlijke breuk met Engeland, door
hem te verzekeren, dat op den dag van den strijd de fransche
bajonnetten en de russische Kozakken achter hem zouden staan.
Dapper en vol zelfbeheersching, wees hij den Engelschen op een
goeden dag de deur; toen omziend, om te zien, wie hem volgden, vond
hij een ledig... Diegenen zelfs, die hem geraden hadden, hielden zich
lafhartig schuil op het oogenblik van den strijd.

In 1878 had Engeland vóór de poorten van Konstantinopel aan Rusland
een "Halt!" toegeroepen, en het groote keizerrijk had geen schrede
verder gedaan.
Twintig jaren later te Faschoda riep Engeland Frankrijk een
"Achterwaarts!" toe, en de rijke en machtige Republiek moest wijken
voor de keizerin der zeeën...
Zoo ook antwoordden de Engelschen op de afwerende beweging van
den khedive: "Wij zijn de sterksten en wij zullen blijven!" En Egypte,
dat nog zwak was op dat oogenblik, moest zich schikken.
Het is waar, dat Engeland den goeden smaak had, erbij te voegen: "Wij
wenschen slechts uw belang; wij erkennen uw souvereiniteit en wij
willen niets anders dan u helpen met al onze krachten, om uw land een
herleving te doen ondergaan." Het was een harde slag, maar hij had
voor Zijne Hoogheid meer waarde dan tien jaren van levenservaring.
De jonge vorst kende van dien tijd af de waarde van de vriendschap, de
zwakheid van zijn eigen land en wat hijzelf vermocht.
Hij nam in het administratieve den raad van Engeland aan, maar
bewaarde al zijn vorstelijke prerogatieven en wist ze te doen
eerbiedigen. In den aanvang weigerde hij de hem toegestoken hand aan
te nemen, want hij wilde, eer hij den Engelschen zijn vertrouwen
schonk, hen aan het werk zien, zoodat de betrekkingen koel, officiëel
en uit de hoogte waren.
Met buitengewone wilskracht begon hij studie te maken van de
behoeften van zijn land, en langzamerhand begon hij te bemerken, dat
Engeland woord hield en dat er eerlijk en trouw voor het wezenlijk
belang van Egypte werd gewerkt.
Toen, maar ook toen eerst, aanvaardde hij het verdrag en in het jaar van
de toenadering tusschen Frankrijk en Engeland bracht Zijne Hoogheid
een vriendschapsbezoek aan koning Eduard en werd in Londen gevierd
en geëerd.
In den loop der vele gesprekken, die ik met den khedive heb mogen

voeren, heeft hij mij zelf verzekerd, dat zijn betrekkingen met Engeland
en de staatssecretarissen en andere raadgevers en ambtenaren van
engelschen landaard uitstekend zijn, dat er van zijn kant, noch van dien
der egyptische ministers eenige wensch bestaat, om het
beschavingswerk op eenige wijze te hinderen en dat zij allen van
ganscher harte aan de opleving van Egypte meewerken.
In het kort, ik kan verklaren, dat Zijne Hoogheid tevreden is over den
tegenwoordigen staat van zaken, en zoolang Egypte niet een graad van
beschaving heeft bereikt en niet machtig genoeg is geworden, om in
alles op eigen wieken te drijven, geeft hij er verre de voorkeur aan, op
Engeland te steunen en gebruik te maken van de lessen en
raadgevingen der bekwaamste kolonisators ter wereld dan een steun te
zoeken bij andere mogendheden.
Maar dit belet Abbas Hilmi niet, voor sommige van die mogendheden
een oprechte vriendschap te gevoelen en een groote bewondering. Zijne
Hoogheid heeft voor Frankrijk een voorkeur, die hij zeer beslist aan
den dag legt, en elk jaar komt hij zijn vacantie te Divonne doorbrengen,
waar hij dan rustig leeft als een gewoon, eenvoudig, deftig reiziger.
De volksfantazie, die ervan houdt, zich den khedive voor te stellen als
wonend in een weelderig paleis, zijn dagen slijtend op gemakkelijke
sofa's en divans tusschen zachte kussens, omringd door de vrouwen van
zijn harem, terwijl hij lekkernijen eet en een narghileh rookt, die
volksverbeelding zou zeer verrast wezen, als ze bespeurde, wat
inderdaad een feit is, dat de khedive de man is, die het van alle
Egyptenaren het drukst heeft. Men zou bijna geen gevulder en beziger
leven kunnen leiden. Zijn officiëele plichten, het bestudeeren van
wetten, het onderteekenen van besluiten, het presideeren van
ministersvergaderingen, het verleenen van audiënties, het houden van
recepties, het bijwonen van parades, al die bezigheden van een
souverein zouden voor velen reeds een zware taak zijn. En toch
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 46
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.