Egypte bezoeken, stappen er af.
De heer Nungovich heeft nog twee andere groote hotels in Kaïro, het
Continental op het Operaplein en het Hotel d'Angleterre, dat meer ter
zijde ligt en kalmer is, maar even modern. Nungovich is een zeer
bekende figuur in Kaïro. Evenals de amerikaansche milliardairs heeft
hij zijn loopbaan onder aan de ladder begonnen in de hall van een hotel.
Hij verbergt dat niet, maar is er integendeel trotsch op. Enkele jaren
later vertrouwden engelsche officieren, die zijn intelligentie en zijn
eerlijkheid hadden opgemerkt, hem de leiding op in hun cantine. Nog
iets later vinden we hem terug als bestuurder van het hotel d'Angleterre,
en op dien tijd, meen ik, bewees hij aan het engelsche leger een dienst,
dien de officieren nooit hebben vergeten en die hem, als het ware,
stempelde voor den officiëelen hotelier der officieren van Zijne britsche
Majesteit. Ten gevolge van het een of andere voorval verscheen
onverwacht een engelsch regiment in Kaïro. Er was geen enkele
schikking getroffen om het te ontvangen en geen kwartier gemaakt
voor de officieren, die niet wisten, waar te gaan logeeren. Aan het
station vonden ze den heer Nungovich, die den kolonel verklaarde, dat
hij in het Hotel d'Angleterre kamers in gereedheid had laten brengen
voor alle officieren van het regiment.
Gedurende de weinige dagen, dat ze er vertoefden, werden de
officieren koninklijk onthaald en toen ze bij hun vertrek hun nota's
vroegen, werd hun geantwoord: "Die zijn er niet. De heer Nungovich is
al te gelukkig, de officieren van Zijne Majesteit te hebben ontvangen."
Talrijk zijn de gekroonde hoofden, die in de laatste jaren naar Kaïro
zijn gekomen en die den heer Nungovich met hun vertrouwen hebben
vereerd. Natuurlijk is er naijver tusschen de hotels Baelher en
Nungovich, maar die naijver doet hun geen kwaad en hij is uitmuntend
voor de vreemdelingen, want in alle doet men daardoor het
onmogelijke om den lof der bezoekers te verdienen. Trouwens de
wedijver is meer denkbeeldig dan werkelijk, en heeft ook eigenlijk
thans geen reden van bestaan meer, nu alle hotels een verzekerde
toekomst hebben en een goeden naam, terwijl er aan de vier hoeken van
Kaïro andere groote hotels worden gebouwd, om aan de nu reeds
"ouden" concurrentie aan te doen.
Inderdaad kunnen alle hotels niet meer den enormen toevloed van
vreemdelingen bergen, Europeanen en Amerikanen, die den winter in
Kaïro komen doorbrengen. Verleden jaar wist men niet meer, waar ze
te bergen, en men heeft mij gezegd, dat op één oogenblik oude
wagons-lits als geïmproviseerde hotels dienst moesten doen.
Die vreemdelingenstroom, die Egypte overstroomt, behoort tot wat de
hoteliers een "clientèle de grand luxe" noemen. Er is inderdaad geld,
veel geld noodig, om er den winter te slijten, en diegenen, die uit alle
oorden van de wereld komen, om van het heerlijk klimaat te genieten,
hebben er hun zakken vol van en geven met gulheid uit. Er is
onbeschrijfelijk veel weelde, een onafgebroken opeenvolging van bals
en feesten van allerlei aard.
Bovendien is er in de lucht van Egypte iets opwekkends, dat als tot
weelde-uitgaven en levensgenot prikkelt.
Buiten de groepen van de zeer rijke en deftige hotels kent men in Kaïro
nog de officiëele, de engelsche en de inlandsche wereld. Die laatste is
moeilijk te omschrijven en bestaat uit zeer rijke en zeer gastvrije
menschen, Grieken en Levantijnen vooral, die sinds tal van jaren in
Egypte wonen en de groote handels- en industrieondernemingen in
handen hebben evenals den geldhandel. Ze bezitten prachtige huizen,
ware paleizen, en leven in de grootste weelde. De oorsprong van
verscheiden dier fortuinen kan niet al te veel navraag lijden; maar hij is
dan ook dikwijls achter een dikken sluier verborgen, die alleen een
enkele maal eens wordt opgeheven door den een of anderen ouden
ingewijde.
De engelsche wereld, nu eens zonder de officiëele personen beschouwd,
is talrijk en trekt den neus op voor de familiën uit het land zelf. Voor de
Engelschen zijn Egyptenaren, Grieken, Turken, Armeniërs allen negers.
Ik maak geen grapjes, en hoe vreemd het moge schijnen, ontwikkelde,
verstandige en alleraardigste Engelschen zullen van een Griek praten
als van "that black man" of "that nigger".
Zelf weer door de officiëele wereld niet voor vol aangezien, leeft het
engelsche uitgaande publiek als op een eilandje, waar ze het best
maken met al hun sport. De Engelschman rijdt er paard, vaart met zijn
jacht, doet aan voetbal, tennis, polo en is tevreden en welvarend.
Er is in de wereld geen verrukkelijker weg dan de breede en mooie
avenue, die Kaïro met de pyramiden van Ghizeh verbindt aan den
ingang der woestijn. De weg is een tiental kilometers lang en aan beide
kanten staan prachtige en reusachtig groote boomen. Het is er op alle
uren van den dag druk. Des morgens vertoonen er zich de heeren en de
dames te paard; dan ook de ezels en
Continue reading on your phone by scaning this QR Code
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the
Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.