Het Nut der Mechanistische Methode in de Geneeskunde | Page 7

Hermanni Boerhaave

waaronder deze verkregen zijn, duidelijk omschrijven, doch in geen
geval is zij in staat, vaste regels te geven, volgens welke uit die
gegevens verdere conclusies getrokken kunnen worden.
Doch zelfs indien dit wél het geval ware, ook dan nog was de
hoovaardij van hen misplaatst, die er zich maar steeds dwaselijk op
beroemen, enkel door de beoefening der scheikunde den geheelen schat
der medische wetenschap in bezit te hebben!
Dat immers in ons lichaam, hetzij in normalen of ziekelijken toestand,
meer verschijnselen teweeggebracht worden door de algemeene
eigenschappen der vochten, welke de wiskundigen zich tot taak gesteld
hebben te onderzoeken, dan door die, welke valschelijk verdicht,
twijfelachtig of grootendeels door de Scheikundigen zelf kunstmatig
verwekt zijn, blijkt duidelijk uit het volgende door een ieder
waargenomen feit.

De een lescht zijnen dorst met water, de ander doet zijn lichaam
dagelijks opzwellen door het gebruik van Falerner[3]; deze, aan
soberen kost gewend, stilt zijnen honger met en leeft alleen van
vruchten en meelspijzen, gene overlaadt zijne maag met vleesch, visch,
groenten en met den fijnsten smaak uitgelezen kruiderijen; sommigen
voeden zich met laffe en bijna zoutelooze spijzen, anderen prikkelen
hunne ingewanden met allerlei gezouten, zure en scherpe gerechten.
Toch zien wij, dat, niettegenstaande een zoo groote verscheidenheid
van voedingsstoffen, zoowel personen die tot de eene als die tot de
andere categorie behooren, gedurende vele jaren leven en gezondheid
kunnen behouden, hoe verschillend de lichamen ook zijn, waarmede zij
hunne vochten verzadigen.
Wordt daardoor nu niet ten stelligste bewezen, dat de
levensverrichtingen in meerdere mate afhankelijk zijn van den
algemeenen aard der vloeistoffen, zooals die door de werktuigkundigen
ontvouwd is en zich in het lichaam zelf door de werking der
ingewanden openbaart, dan van de bijzondere eigenschappen van elk
deeltje op zich zelf?
Indien gij dit niet genoegzaam bewezen acht door hetgeen hierover te
vinden is in de meesterwerken van Baco van Verulam over leven en
dood[4], door de vrijzinnige voorschriften, die Hippocrates en Celsus
omtrent de voeding van gezonde personen gegeven hebben, en ten
slotte door hetgeen de dagelijksche ondervinding ons leert, dan zal ik u
een voorbeeld aanhalen, ontleend aan Louwer, een man, aan wiens
woorden men, wegens zijn buitengewone eerlijkheid en
scherpzinnigheid, gepaard aan een helder oordeel, onvoorwaardelijk
geloof moet hechten.
Deze toch verzekert, dat eens een door geweldig bloedverlies uitgeputte
jongeling enkel door het toedienen van vleeschsap, dat in zijne aderen
werd opgenomen, er doorheen stroomde en zelfs zonder verandering
van kleur weder uit de wonden te voorschijn kwam, tot het leven
teruggebracht werd.
Doch waartoe woorden te verspillen over eene zaak, die zóó voor zich

zelf spreekt.
Op u beroep ik mij, uw getuigenis roep ik in, doorluchte Geneesheeren,
wier wijsheid dezen kring luister bijzet, wier zegenrijke hand dezer stad
de gave eener onverstoorde gezondheid toebedeelt!
Zien wij ons niet bij het behandelen onzer patiënten tallooze malen
genoodzaakt, al te vloeibare stoffen te verdikken, samengepakte op te
lossen, stilstaande in beweging te brengen en al te lichte stoffen meer
stevigheid te geven?
Hoe uiterst zelden daarentegen worden wij gedwongen, onze aandacht
te wijden aan den strijd der zouten, de vlammen der zwavels en de
geheimzinnige werking van het kwikzilver!
Ja, zelfs zij, die het maar altijd over chemische middelen hebben,
passen, als een ziekte hen dwingt handelend op te treden, met verzaking
van hun eigen leer, ijverig de zooeven door mij genoemde methoden
toe.
Indien het dus waar is, dat zooveel te danken is aan de genoemde
eigenschappen der vloeistoffen en de werktuigkundigen het zijn, die
deze naar aller oordeel het best onderzocht hebben, zoo volgt hieruit,
dat de kennis der levensvochten zelve voor den geneesheer verborgen
moet blijven, indien hij niet met de Mechanica vertrouwd is.
Vestigt thans eens uwe aandacht op de werkingen, die een gevolg zijn
van het stroomen der vloeistoffen door de vaten, en nog veel
duidelijker zal de groote beteekenis van de waarheden der Mechanica
in het oog springen.
Indien toch de bovengenoemde vloeistoffen in de vaten, zooals wij die
beschreven hebben, stilstaan, dan hebben wij een lijk voor ons.
Indien echter deze vochten zich ongehinderd door die kanalen kunnen
bewegen, aanschouwen wij een levend lichaam.
Wie zich door mijne woorden niet wil laten overtuigen, zal toch wel

zijn eigen oogen willen gelooven.
Denkt u een gevoelig persoon, die door den aanblik van uit eene wonde
stroomend bloed in zwijm gevallen is.
Wij zien hier een doode, maar toch geen gewoon lijk. Immers alle vaste
en vloeibare stoffen, zooals die bij een normaal mensch gevonden
worden, zijn aanwezig; slechts de beweging, die de vochten in omloop
brengt, ontbreekt er aan.
Denkt U vervolgens, dat men, door welk middel dan ook, de zenuwen
van dien persoon heeft weten te prikkelen, zoodat de stof, die het hart
in beweging brengt, weer zijn gewonen loop krijgt, terstond houden
alle droeve verschijnselen van den dood op en keert het leven,
Continue reading on your phone by scaning this QR Code

 / 19
Tip: The current page has been bookmarked automatically. If you wish to continue reading later, just open the Dertz Homepage, and click on the 'continue reading' link at the bottom of the page.